Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Graaf en Kröger over de berichten dat containerschepen ook tijdens de storm de zuidelijke Waddenzeeroute hebben genomen en containers hebben verloren
Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie) en Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten dat containerschepen ook tijdens de storm de zuidelijke Waddenzeeroute hebben genomen en containers hebben verloren (ingezonden 13 februari 2020).
Antwoord van Minister Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
9 maart 2020).
Vraag 1, 2
Klopt het dat de waarschuwingen van de Nederlandse Kustwacht worden gericht aan grote
containerschepen die over de zuidelijke Waddenzeeroute varen in oostelijke richting,
van Nederland richting Duitsland, en dat de waarschuwingen niet worden gericht aan
schepen die via die route vanuit Duitsland in westelijke richting varen?
Waarschuwt de Duitse Kustwacht de grote containerschepen die de zuidelijke Waddenzeeroute
willen nemen in westelijke richting? Zijn de zeekaarten ook aangepast voor schepen
die varen in westelijke richting via de betreffende route?
Antwoord 1, 2
De Nederlandse Kustwacht waarschuwt proactief grote containerschepen die vanuit Nederlands
zeegebied de zuidelijke route naderen. Daarnaast staat deze waarschuwing permanent
aangetekend in de zeekaart.
Naar aanleiding van contact met Duitsland hierover heeft Duitsland te kennen gegeven
schepen niet actief te waarschuwen zoals onze Kustwacht dit wel doet, maar eerst de
uitkomst van onderzoeken af te wachten alvorens concrete maatregelen te overwegen.
De schepen die de verkeersbaan van oost naar west varen kiezen al in Duitsland hun
vaarroute en ontvangen daar dus geen actieve waarschuwing, maar kunnen wel de aantekening
in de zeekaart opvolgen.
Vraag 3
Bent u bereid om, indien het antwoord op de vorige vraag ontkennend is, zo spoedig
mogelijk met uw Duitse ambtsgenoot contact op te nemen om ervoor te zorgen dat de
Duitse Kustwacht ook de grote containerschepen waarschuwt conform het advies van de
Onderzoeksraad voor de Veiligheid?
Antwoord 3
Er is al contact geweest met Duitsland, zoals aangegeven in mijn antwoorden op de
voorgaande vragen.
Vraag 4
Bent u bereid zo spoedig mogelijk met uw Duitse ambtsgenoot contact op te nemen om
gezamenlijk, als Nederlandse en Duitse overheid, een noodmaatregel te treffen om de
vaarroute af te sluiten voor grote containerschepen bij weersomstandigheden die leiden
tot hoge golven?
Antwoord 4
Ik refereer aan mijn brief aan uw Kamer (Kamerstuk 29 684, nr. 200), waarin ik aangeef dat ik een permanente afsluiting van de zuidelijke vaarroute
niet unilateraal kan opleggen. Als Nederland deze route of daaraan verbonden voorwaarden
wil veranderen moet het daartoe een voorstel doen bij de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO), in overleg met Duitsland. De uitkomst van het OVV-onderzoek zal
moeten uitwijzen of een dergelijk voorstel opportuun is.
Op korte termijn zal ik contact opnemen met mijn Duitse ambtgenoot om met hem af te
spreken dat na het gereedkomen van de belangrijkste onderzoeken Nederland en Duitsland
gezamenlijke vervolgacties richting IMO zullen bespreken.
Vraag 5
Klopt het dat de OOCL Rauma niet gewaarschuwd is door de kustwacht, daar het schip
van een kleinere omvang is dan de schepen van vergelijkbare omvang als de MSC Zoë,
die na de tussentijdse waarschuwing van de Onderzoeksraad voor Veiligheid een waarschuwing
van de Kustwacht krijgen?
Antwoord 5
De OOCL Rauma is niet gewaarschuwd door de Kustwacht omdat het schip al in het Duitse
zeegebied haar route heeft gekozen. Mocht het schip in Nederlands zeegebied besloten
hebben om de zuidelijke route te nemen dan zou de Kustwacht een dergelijke waarschuwing
niet aan dit schip gegeven hebben vanwege haar afmetingen. Dergelijke waarschuwingen
worden alleen gegeven aan schepen die langer zijn dan 300 meter en breder dan 40 meter.
Mocht uit nader onderzoek (zie beantwoording vraag 6) blijken dat een waarschuwing
voor deze categorie schepen wenselijk is, dan zal ik aan een dergelijke maatregel
gevolg geven.
Vraag 6
Bent u bereid nader onderzoek te doen naar containerschepen met een kleinere omvang
dan de schepen met de omvang vergelijkbaar als die van de MSC Zoë, om te bezien of
ook bij deze containerschepen sprake is van een verhoogd risico op ongevallen bij
hoge golven?
Antwoord 6
Ik deel de behoefte om meer inzicht te krijgen in het gedrag van containerschepen
in slecht weer boven de Wadden en de daarbij optredende risico’s. Daarom laat ik momenteel
door MARIN diverse onderzoeken uitvoeren om meer inzicht te krijgen in het gedrag
van containerschepen onder verschillende weersomstandigheden boven de Wadden. Schepen
van het formaat zoals de OOCL Rauma zijn hier onderdeel van. Ik verwacht voor de zomer
de uitkomsten van deze onderzoeken, en zal deze met uw Kamer delen.
Daarnaast staat IMO op het punt om nieuwe richtlijnen aan te nemen met betrekking
tot intacte stabiliteit van schepen, waaraan Nederland een constructieve bijdrage
heeft geleverd. Onderdeel daarvan is een richtlijn voor de kapitein van een schip
om gevaarlijke situaties te onderkennen waarin het schip afhankelijk van de weersomstandigheden
terecht kan komen. Ik zal deze richtlijn onder de aandacht brengen van de reders.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de laatste stand van zaken is van het onderzoek van de Bundesstelle
für Seeunfalluntersuchung naar de ramp met de MSC Zoë?
Antwoord 7
Zoals bekend is door onderzoekspartijen afgesproken dat Panama als vlaggenstaat het
onderzoek naar de ramp met MSC Zoë leidt, en dat de OVV en Bundesstelle für Seeunfalluntersuchung
daarbij aansluiten.
Zoals in het Joint interim- Investigation Report van 12 december 2019 valt te lezen,
worden de resultaten van de onderzoeken verwacht in het voorjaar van 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.