Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over het doorfokken van honden
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het doorfokken van honden (ingezonden 29 januari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 maart
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1746.
Vraag 1
Kent u het rapport «Epilepsie bij de Nova Scotia Duck Tolling Retriever» dat in opdracht
van de Stichting Dier&Recht is gemaakt en op 28 januari 2020 is aangeboden aan de
vaste Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de beschreven wijze van fokken van deze honden, kortweg Tollers
genoemd, met een aanmerkelijke aanleg voor epilepsie – vergelijkbaar met het eerder
verschenen rapport over epilepsie bij de Sint Bernards – onnodig dierenleed en leed
bij houders van deze honden veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De beschreven wijze van fokken is vergelijkbaar met het eerder verschenen rapport
over epilepsie bij de sint-bernards. Zoals ik ook al op vragen over de sint-bernardhonden
(Aanhangsel Handelingen 2018–2019, nr. 2884) heb aangegeven, is epilepsie een nare aandoening die zoveel mogelijk voorkomen dient
te worden door juist fokbeleid.
Vraag 3 en 4
Bent u ervan op de hoogte dat de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
en de Hollandsche Sint-Bernard Club nog steeds geen fokbeleid hebben opgesteld waarbij
aangewezen dragers zijn uitgesloten van de fokkerij, ondanks dat zij beloofden dit
met spoed te doen? Wat is uw oordeel hierover en gaat u actie ondernemen? Zo nee,
waarom niet?
Kunt u verklaren waarom adviezen, zoals verwoord in de rapporten over de Toller en
de Sint Bernard en adviezen die specialisten bij herhaling aan de Raad van Beheer
hebben gegeven om bewuster te fokken en niet te fokken met dieren die lijder of drager
zijn van epilepsie, niet worden opgevolgd? Gaat u hierop actie ondernemen? Zo ja,
welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Ik ben ervan op de hoogte dat er nog steeds geen fokbeleid is voor erfelijke epilepsie.
Ik heb hierover contact gehad met de Raad van Beheer.
De Raad van Beheer heeft in november 2019 een beleidslijn uitgestippeld hoe erfelijke
epilepsie aan te pakken. De Raad wil afspraken maken met rasverenigingen over het
melden van dragers van erfelijke epilepsie aan de Raad.
Registratie van en inzage in de lijders en dragers van epilepsie is een essentiële
voorwaarde om de erfelijke epilepsie bij honden aan te pakken. De Raad komt later
dit jaar met een fokbeleid om erfelijke epilepsie terug te dringen. Het is wel van
belang dat de Raad nu snel stappen zet en ik verwacht dat op korte termijn concrete
afspraken worden gemaakt met fokkers van sint-bernardhonden en toller retrievers.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er een open database moet komen waarin alle nakomelingen van
rashonden met epilepsie terug te vinden zijn, zodat fokkers te allen tijde op de hoogte
zijn van wat er in hun lijnen gefokt is en waarmee onjuiste fokpraktijken kunnen worden
getraceerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Fokkers moeten zorgen voor gezonde nakomelingen. In het geval van honden met erfelijke
epilepsie is een database met lijders, dragers en alle naaste verwanten een goede
stap. Het is aan de sector om zo’n database in te richten. Zo’n database kan alleen
goed functioneren als fokkers eerlijk aangeven of bij hun fokdieren erfelijke epilepsie
voorkomt. Nu al kan melding plaatsvinden via dierenartsen die erfelijke epilepsie
vast kunnen leggen in PETscan. PETscan is een programma dat speciaal ontwikkeld is
als meldpunt voor ziekten bij honden en katten. De meeste praktijkmanagementsystemen
voor dierenartsen hebben PETscan geïmplementeerd. Het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren
(ECGG) gaat na hoe de gegevens over erfelijke epilepsie uit PETscan gebruikt kunnen
worden in de fokkerij. Samen met meldingen van fokkerijverenigingen kan zo belangrijke
data over erfelijke epilepsie verzameld worden.
Vraag 6
Bent u bereid de landelijke fokkersverenigingen en de Raad van Beheer te bewegen tot
een beter fokbeleid en betere fokpraktijken? Zo ja, wat gaat u ondernemen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Houders zijn zelf verantwoordelijk voor het fokken van gezonde dieren. De overheid
kan dit ondersteunen. Zo heb ik eerder bijgedragen aan het tot stand komen van het
meldingsprogramma PETscan.
Fokkers moeten zoveel als mogelijk voorkomen dat bepaalde kenmerken of aandoeningen
worden doorgegeven aan het nageslacht. Ik verwacht van fokkers dat zij die middelen
die hiervoor tot hun beschikking staan gebruiken. Dit kan een DNA-test zijn, maar
ook het volgen van het advies van specialisten.
Vraag 7
Deelt u de mening dat genoemde fokpraktijken met dragers van ziekten zoals epilepsie
in strijd zijn met het verbod op het fokken van gezelschapsdieren met ernstige erfelijke
afwijkingen en ziekten zoals bedoeld in artikel 3.4, tweede lid, onder a, van het
Besluit Houders van dieren? Zo ja, wat is er mogelijk om dit verbod te handhaven en
gaat dat ook gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het bewust fokken met dragers van erfelijke ziekten zoals epilepsie is een overtreding
van art 3.4 van het Besluit houders van dieren. Op basis van meldingen voert de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controles uit. De fokker moet dan aantonen dat
er voldoende is gedaan om het doorgeven van epilepsie te voorkomen. Als een overtreding
van art. 3.4 wordt geconstateerd, wordt een schriftelijke waarschuwing of een bestuurlijke
boete opgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.