Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Jasper van Dijk over verontrustende berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee en de reactie van de burgemeester van Den Haag op het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom
Vragen van de leden Becker (VVD) en Jasper vanDijk (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verontrustende berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee en de reactie van de burgemeester van Den Haag op het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom (ingezonden 31 januari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 9 maart 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1815.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee vanwege
het aanbevelen van vrouwenbesnijdenis, geweld tegen vrouwen, het stenigen van overspelige
polygamie en ook de onderdrukking van vrouwen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 4
Deelt u de mening dat met deze uitspraken onze veiligheid ondermijnd wordt en het
zelfbeschikkingsrecht van vrouwen wordt aangetast?
Deelt u de mening dat uitlatingen die ingaan tegen het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen,
die aanzetten tot geweld en/of antidemocratisch zijn, bestreden moeten worden? Zo
ja, over welke instrumenten beschikt een college van burgemeesters en wethouders (B&W)
om handhavend op te treden tegen instellingen en individuen wanneer dergelijke uitlatingen
worden gedaan? Welke beperkingen bestaan daarbij die de colleges kunnen beletten dit
daadwerkelijk te doen?
Antwoord 2, 4
Iedereen in deze samenleving dient de vrijheid te hebben om eigen keuzes te maken
binnen de kaders van de democratische rechtsorde. Het is onacceptabel als inbreuk
wordt gemaakt op het recht van vrouwen om zelf hun leven in te vullen. Het recht op
zelfbeschikking is verankerd in de Nederlandse democratische rechtstaat en cultuur
en ik deel de mening dat dit te allen tijden gewaarborgd moet worden.
Vrouwenbesnijdenis is in Nederland strafbaar als vorm van (zware) mishandeling. Indien
sprake is van aanzetten tot geweld, kan de politie en het OM hier tegen optreden.
In deze casus heeft het OM op 8 november 2019 via een persbericht laten weten dat
op 8 november 2018 aangifte is gedaan in verband met een uitspraak over vrouwenbesnijdenis
door een medewerker van de Haagse Stichting As Soennah. Na bestudering en juridische
duiding van het filmpje op de website van de moskee (waarbij ook de vrijheid van meningsuiting
en van religie in beschouwing zijn genomen) heeft het OM besloten dat de medewerker
vervolgd gaat worden voor opruiing en aanzetten tot geweld tegen vrouwen. Het is aan
de strafrechter om daar een oordeel over te geven.
In het algemeen geldt dat de burgemeester taken en bevoegdheden heeft om de openbare
orde te handhaven en beslist over de toepasbaarheid daarvan. In deze casus is het
ook aan de burgemeester om te beslissen op het handhavingsverzoek. Dit betreft een
lopende procedure. Het is dan ook niet aan mij om hierover nu uitspraken te doen,
noch over het bestaan van beperkingen voor het college van burgemeesters en wethouders
als het gaat om handhavend optreden.
Vraag 3
Bent u bekend met het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom en de reactie daarop
van de burgemeester van Den Haag?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 5, 6
Klopt het dat handhaving op grond van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
(Kamerstuk 34 359) alleen aan de Minister toekomt, zoals in de reactie van het college van B&W op het
handhavingsverzoek wordt aangegeven? Zo nee, hoezo niet en welke andere handhavingsmogelijkheden
zijn er eventueel nog voor een gemeente c.q. het Rijk?
Kunt u aangeven of u in het licht van de aan het handhavingsverzoek ten grondslag
liggende feiten heeft overwogen een gebiedsverbod in te zetten tegen de genoemde Imams
in overweging 4.3 van het handhavingsverzoek? Zo nee, hoezo bent u dan wel de gemeente
Den Haag nog niet overgegaan tot handhaving?
Antwoord 5, 6
Het klopt dat de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: Minister), op grond
van de Tijdelijke Wet Bestuurlijke Maatregelen (hierna: TWBMT) (een) vrijheidsbeperkende
maatregel(en) op kan leggen aan een persoon die op grond van zijn gedragingen in verband
kan worden gebracht met (de ondersteuning van) terroristische activiteiten indien
dat noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid.3
Voor het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van de TWBMT dient
aangetoond te kunnen worden dat bij genoemde personen (in overweging 4.3 van het handhavingsverzoek)
sprake is van een samenspel van concrete persoonlijke gedragingen die verband houden
met (de ondersteuning van) terroristische activiteiten waaruit geconcludeerd kan worden
dat er een bedreiging voor de nationale veiligheid is. In deze casus is geen sprake
van terroristische activiteiten.
Vraag 7
Bent u bereid met de gemeente Den Haag in gesprek te gaan over de gezamenlijke mogelijkheden
voor handhaving en de Kamer daarover op korte termijn te berichten?
Antwoord 7
Ik sta reeds in contact met de gemeente Den Haag. Waar het gaat om gezamenlijke mogelijkheden
voor handhaving is het van belang het lopende onderzoek door het OM en de lopende
procedure omtrent het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom af te wachten.
Vraag 8
Welke rol heeft de Taskforce ongewenste buitenlandse beïnvloeding tot toe gespeeld
in deze casus en bent u bereid deze aan te sporen alles in het werk te stellen dat
nodig is om op te treden tegen het prediken van anti-democratische, anti-integratieve
en anti-rechtsstatelijke aanbevelingen? Zo ja, kunt u de Kamer op korte termijn rapporteren
over de uitkomsten?
Antwoord 8
Een doel van de Taskforce is het ondersteunen van gemeenten in het aanpakken van problematisch
gedrag. Na het bekend worden van deze berichten heeft de gemeente Den Haag zelf, op
basis van de driesporenaanpak, herhaaldelijk gesproken met de As Soennah Moskee. Dit
gaf de gemeente reeds voldoende handelingsperspectief en extra ondersteuning hierin
van de Taskforce was niet nodig. Waar het in dit specifieke geval gaat om mogelijke
strafbare feiten en de vervolging daarvan, is het OM aan zet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.