Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Toorenburg en Becker over het gesprek van de Commissie Justitie en Veiligheid met de nieuwe Eurocommissaris Johansson
Vragen van de leden Van Toorenburg (CDA) en Becker (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het gesprek van de Commissie Justitie en Veiligheid met de nieuwe Eurocommissaris Johansson d.d. 30 januari 2020 (ingezonden 4 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 maart
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1862.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de inhoud van het openbare gesprek tussen de leden van de
vaste commissie voor Justitie en Veiligheid met de nieuwe Eurocommissaris Johansson
d.d. 30 januari 2020?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de stellingname van de Eurocommissaris dat in Nederland niet alle
mogelijkheden worden benut om vreemdelingen in detentie te plaatsen en dat Europese
regelgeving hier meer ruimte zou bieden dan thans wordt gebruikt? Deelt u haar mening,
zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Zoals opgenomen in het regeerakkoord wil het kabinet gedwongen vertrek vergroten,
door mogelijkheden om vreemdelingen in bestuursrechtelijke vreemdelingenbewaring te
stellen te verruimen binnen de kaders van Europese wet- en regelgeving. Bij de uitvoering
worden de grenzen aangehouden die volgen uit de uitleg van de (huidige) Europese bewaringsregels
in de Nederlandse jurisprudentie. Dit onderwerp is ook in mijn gesprek met de nieuwe
Eurocommissaris Johansson aan de orde gekomen. Ook in dat gesprek deed zij een mededeling
van de strekking dat er voor lidstaten in voorkomende gevallen meer mogelijk is op
basis van de Europese regelgeving. Ik heb de Eurocommissaris aangegeven dat ik graag
een toelichting en/of analyse zou krijgen van de Commissie op de mogelijkheden die
de huidige regelgeving biedt op het onderdeel van bewaring. De gesprekken hierover
zullen op ambtelijk niveau worden voortgezet.
Vraag 3
Bent u bereid, al dan niet in overleg met Europese Commissie, nader te laten analyseren
welke mogelijkheden Nederland zou hebben binnen de huidige regelgeving, maar nog niet
gebruikt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja. Zoals in antwoord de vorige vraag aangegeven, vinden er op ambtelijk niveau gesprekken
plaats met de Commissie over de vraag of er binnen de huidige Europese regelgeving
meer ruimte zit om vreemdelingenbewaring toe te passen.
Overigens, wordt ook ongeacht de verdere uitwisseling met de Commissie, in de vreemdelingenketen
steeds nagedacht over nieuwe invalshoeken voor het motiveren van het opleggen van
de bewaringsmaatregel, die indien opportuun ook zullen worden uitgetest in de praktijk.
Verder heb ik het WODC gevraagd een onderzoek te doen naar de wijze waarop de EU-Terugkeerrichtlijn
is geïmplementeerd en de invloed van de daaruit voortvloeiende jurisprudentie van
het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) en de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State op de aard en omvang van de terugkeer van derdelanders binnen
het Nederlandse terugkeerbeleid en dat van enkele andere EU-lidstaten. Ik verwacht
begin 2021 de resultaten van dit onderzoek. Daarnaast heb ik het WODC gevraagd een
vergelijkend onderzoek te doen naar terugkeerresultaten in een aantal lidstaten. De
resultaten daarvan verwacht ik niet voor de eerste helft van 2021.
Vraag 4
Indien u tot nader onderzoek besluit, wilt u de Kamer hiervan dan terstond in kennis
stellen en daarbij aangeven wanneer de uitkomst van het onderzoek wordt verwacht?
Antwoord 4
In de bovenstaande vragen heb ik reeds aangegeven welke onderzoeken er momenteel lopen.
Over het tijdstip van het afronden van de gesprekken met de Commissie kan ik geen
concrete toezeggingen doen, omdat dat mede afhankelijk is van de uitgebreidheid van
de analyse door de Commissie. Uiteraard zal ik wel verzoeken om een spoedige afronding.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.