Schriftelijke vragen : De communicatie rondom de melding van de eerste coronabesmetting in Nederland
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de communicatie rondom de melding van de eerste coronabesmetting in Nederland (ingezonden 2 maart 2020).
Vraag 1
Klopt het dat u al voorafgaand aan de NOS-uitzending «Het Coronavirus: feiten en fabels»
op de hoogte was van de vaststelling van het virus bij een patiënt in Brabant?1
Vraag 2
Waarom is ervoor gekozen om de mededeling live in de uitzending bekend te maken?
Vraag 3
Is het niet vreemd dat in het grootste deel van de uitzending gesproken is over het
hypothetische geval van een eerste besmetting, terwijl een deel van de sprekers –
inclusief uzelf – op dat moment al op de hoogte was van een eerste besmetting?
Vraag 4
Waarom heeft u er niet voor gekozen om direct bekend te maken dat er een besmetting
in Nederland was aangetroffen, maar dat details later moesten volgen omdat, uiteraard,
eerst betrokken instanties en personen op de hoogte moeten zijn?
Vraag 5
Denkt u niet dat de uitzending van de NOS in een heel ander licht was komen te staan
als vooraf bekend was geweest dat een besmetting in Nederland al reeds was vastgesteld?
Was een bekendmaking aan het begin van de uitzending of voorafgaand aan de uitzending
niet verstandiger geweest?
Vraag 6
Klopt het dat het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis op donderdagavond verrast werd door
het feit dat u live in de uitzending bekendmaakte dat het virus Nederland had bereikt?
Hoe verklaart u dat? Is de bekendmaking met het ziekenhuis afgestemd? Kunt u dat toelichten?
Vraag 7
Wilt u bovenstaande vragen beantwoorden voorafgaand aan het debat dat de Kamer deze
week over het coronavirus houdt?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.