Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wörsdörfer over ontvangen signalen van het afsluiten van een zwijgcontract
Vragen van het lid Wörsdörfer (VVD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over ontvangen signalen van het afsluiten van een zwijgcontract (ingezonden 20 januari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 2 maart 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 1633.
Vraag 1
Herinnert u zich uw brief van 19 maart 2019 waarin u aangeeft dat voor het eind van
2019 een wetsvoorstel voor een verbod op zwijgcontracten binnen de zorg in consultatie
zou gaan?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u nog steeds van mening dat «Overeenkomsten waarin afspraken zijn opgenomen,
die een belemmering vormen voor openheid en transparantie in de zorg, [...] dan ook
[...] verboden [moeten worden]»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Ontvangt u ook nog steeds signalen over zwijgcontracten, ook al is volstrekt duidelijk
dat dit onwenselijk en ongepast is en daarnaast openheid en transparantie binnen alle
vormen van jeugdhulp en de jeugdbeschermingsketen tegengaat? Zo ja, hoeveel signalen
over het bestaan van zwijgcontracten binnen de jeugdhulpsector en jeugdbeschermingsketen
heeft u ontvangen na publicatie van uw brief van 19 maart 2019?
Hoeveel meldingen over zwijgcontracten zijn in 2019 gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) op grond van de door het IGJ gehanteerde definitie, waarbij wordt gesproken
van een ongewenste inhoud als verplicht zwijgen, afzien van een gang naar de tuchtrechter,
afzien van aangifte bij politie of openbaar ministerie om strafrechtelijke vervolging
te ontlopen, afzien van melden bij de inspectie of afzien van inschakelen van de media,
onderdeel is van de overeenkomst?3 Hoeveel meldingen over zwijgcontracten zijn in 2018 en 2017 gedaan bij de IGJ?
Antwoord 3 en 4
In de periode van april 2016 tot en met mei 2017 heeft de inspectie een onderzoek
gedaan naar aard en omvang van vaststellingsovereenkomsten met onwenselijke bepalingen
in het zorgdomein. Zowel de IGJ als de toenmalige Minister van VWS hebben destijds
mensen die een dergelijke overeenkomst hebben ondertekend meermaals opgeroepen deze
te melden bij de IGJ. Tijdens dit onderzoek heeft de IGJ 55 meldingen ontvangen, bij
8 daarvan bleek sprake te zijn van vaststellingsovereenkomsten met ongewenste afspraken.4
Sinds dat onderzoek in 2017 zijn nog 11 meldingen binnengekomen, waaronder de melding
over Jeugdbescherming Gelderland waarover wij eerder vragen hebben beantwoord (2019Z01632). Bij géén van deze meldingen bleek sprake van een vaststellingsovereenkomst met
ongewenste afspraken.
Naast genoemde meldingen heeft de inspectie verschillende signalen en vragen ontvangen,
waarbij het in het merendeel van de gevallen ging om de vraag of gemaakte afspraken
naar het oordeel van de inspectie ongewenst waren. Ook in de casus Samen Veilig Midden
Nederland/Veilig Thuis Utrecht heeft de inspectie een signaal ontvangen, zie ook het
antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Bij hoeveel Veilig Thuis organisaties is het gebruik van een zwijgcontract gebruikelijk?
Hoe vaak is binnen Veilig Thuis organisaties gebruik gemaakt van een zwijgcontract?
Antwoord 5
Naast het signaal over Veilig Thuis Utrecht heeft de IGJ geen andere signalen over
mogelijke zwijgcontracten bij Veilig Thuis organisaties ontvangen.
Vraag 6
Hoelang bent u al bekend met het bestaan van zwijgcontracten binnen alle vormen van
jeugdhulp en de jeugdbeschermingsketen?
Antwoord 6
Het is het Ministerie van VWS sinds een paar jaar bekend dat zwijgcontracten over
incidenten in de zorg voorkomen. In 2016 hebben de IGJ en de toenmalige Minister van
VWS mensen die een dergelijke overeenkomst hebben ondertekend meermaals opgeroepen
deze te melden bij de IGJ.
Vraag 7
Hoeveel keer heeft u naar aanleiding van ontvangen signalen over het afsluiten van
zwijgcontracten actie ondernomen? Zijn stappen ondernomen om deze contracten te ontbinden?
Zo ja, welke stappen?
Antwoord 7
De IGJ heeft in 2017 in acht zaken vastgesteld dat sprake was van ongewenste afspraken.
In de zaken van na 2012 heeft de inspectie het bestuur hierop aangesproken en een
waarschuwing gegeven. Deze waarschuwing is ook schriftelijk gegeven. In de zaken van
voor 2012 heeft de inspectie de zorgaanbieder een brief gestuurd waarin stond dat
zij zich moet onthouden van het maken of aanbieden van ongewenste afspraken.
In de casus Samen Veilig Midden Nederland/Veilig Thuis Utrecht ontving de IGJ van
Samen Veilig Midden Nederland/Veilig Thuis Utrecht in afstemming met de gemeente Utrecht
een geanonimiseerde vaststellingsovereenkomst om te beoordelen of hier sprake was
van een overeenkomst die onder de definitie van een zwijgcontract valt. De IGJ trad
in overleg met het bestuur van Samen Veilig Midden Nederland/Veilig Thuis Utrecht
over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. Naar de mening van de IGJ bevatte
één alinea de kenmerken die wezen op een zwijgcontract. Samen Veilig Midden Nederland/
Veilig Thuis Utrecht heeft de betrokken familie aangeboden het betreffende artikel
volledig te laten vervallen. De familie is daarmee akkoord gegaan. In de huidige vorm
bevat de overeenkomst naar het oordeel van de IGJ geen kenmerken van een zwijgcontract.
Vraag 8
Wanneer gaat het wetsvoorstel voor een verbod op zwijgcontracten in consultatie? Kunt
u de actuele planning delen met de Kamer?
Antwoord 8
Het ontwerp van het wetsvoorstel is bijna afgerond. Het wetsvoorstel wordt zeer binnenkort
in consultatie gebracht, via www.internetconsultatie.nl. Ik streef ernaar het wetsvoorstel kort na de zomer van 2020 aan Uw Kamer aan te
bieden.
Vraag 9
Bent u bereid om – los van het finaliseren van een wetsvoorstel – zo snel mogelijk
het gesprek aan te gaan met organisaties binnen de jeugdhulp en jeugdbeschermingsketen
om duidelijk te maken dat het afgelopen moet zijn met zwijgcontracten?
Antwoord 9
In het kader van het wetsvoorstel en straks de implementatie ervan ben en blijf ik
met het veld in gesprek over de ongewenstheid en ongepastheid van zwijgcontracten.
Daarbij blijft de IGJ aandacht vragen voor dit onderwerp en roept zij op om in voorkomende
gevallen zwijgcontracten bij de IGJ te melden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.