Schriftelijke vragen : Een nieuw onderzoek naar de risico’s op botsingen met vogels als gevolg van de opening van Lelystad Airport.
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Defensie over een nieuw onderzoek naar de risico’s op botsingen met vogels als gevolg van de opening van Lelystad Airport (ingezonden 26 februari 2020).
Vraag 1
            
Kent u het artikel «Actiegroep Lelystad Airport wijst op nieuw vogelonderzoek: «Dat
               is vragen om problemen»» en het wetenschappelijke werk «High-Resolution Spatial Distribution
               of Bird Movements Estimated from a Weather Radar Network»?1, 2
Vraag 2
            
Erk
               ent u dat deze nieuwe onderzoeksmethode3, die gebruikmaakt van de KNMI-weerradar van Herwijnen, vogels kan waarnemen over
               aanzienlijk grotere afstanden en op grotere vlieghoogten in vergelijking met de technieken
               die werden ingezet voor de vogel- en vliegveiligheidsonderzoeken die ten grondslag
               liggen aan de geactualiseerde milieueffectrapportage (MER) voor Lelystad Airport?4 Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Onderschrijft u de constatering van dit nieuwe onderzoek, op basis van nieuwe en scherpere
               radarmetingen, dat trekvogels tot een hoogte van zo'n 3.500 meter vliegen? Zo nee,
               waarom niet?
            
Vraag 4
            
Onderschrijft u de constatering van trekvogelecoloog Piersma, op basis van dit nieuwe
               onderzoek, dat op hoogtes van 2 en 3 kilometer ook nog grote aantallen trekkende vogels
               vliegen in behoorlijk hoge dichtheden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Onderschrijft u de constatering van dit nieuwe onderzoek dat tussen 17.00 uur en 6.00
               uur hoge vogelconcentraties voorkomen, o.a. boven de IJsselmeerkust, Friesland en
               de Flevopolders? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Erkent u dat deze constateringen (vraag 3, 4 en 5) afwijken van de conclusies uit
               het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met vogels, onderdeel van
               de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport?5 Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 7
            
Ziet u op basis van dit nieuwe onderzoek aanleiding om uw eerdere Kamerbrieven, beantwoording
               van Kamervragen en bijdragen aan Kamerdebatten te herzien of te herformuleren? Zo
               nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Herinnert u zich het rondetafelgesprek «Vliegveiligheid en vogelaanvaringen» in de
               Tweede Kamer (d.d. 27 maart 2019), waaruit bleek dat de aanwezige experts fundamentele
               kritiek hadden op het rapport van Bureau Waardenburg, o.a. omdat in dat rapport geen
               gebruik wordt gemaakt van toereikende radarsystemen en het veldonderzoek slechts zeer
               beperkt bleek te zijn uitgevoerd?6
Vraag 9
            
Herinnert u zich dat tijdens dit rondetafelgesprek de vertegenwoordiger van Bureau
               Waardenburg niet in staat bleek deze kritiek te weerleggen?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het ter beschikking komen van verbeterde onderzoekstechnieken
               in het algemeen een aanleiding zou kunnen zijn om eerdere conclusies, bijvoorbeeld
               ten aanzien van het risico op botsingen met vogels, te heroverwegen of om nieuw onderzoek
               uit te schrijven, zeker indien de constateringen van dat nieuwe en scherpere onderzoek
               afwijken van eerdere aannames? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Bent u van mening dat een goede risico-inschatting gebaseerd zou moeten zijn op de
               kans maal de ernst van het ongeval? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 12
            
Erkent u dat de ernst van een ongeval onder andere wordt beïnvloed door de snelheid
               en hoogte van het vliegtuig? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Bent u van mening dat dit element van «kans maal ernst van het ongeval» voldoende
               is meegenomen in het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met vogels,
               onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport?7 Zo ja, waar blijkt dat uit?
            
Vraag 14
            
Deelt u de mening dat het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met
               vogels, onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport, in het algemeen
               gebaseerd zou moeten zijn op de best beschikbare meetmethoden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 15
            
Deelt u de mening dat, gezien de reeds bestaande kritiek op het rapport over vliegveiligheid
               en mogelijke botsingen met vogels, onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad
               Airport8, plus de beschikbaarheid van nieuwe en meer nauwkeurigere meetmethoden9, aanleiding geeft om het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met
               vogels, onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport, onafhankelijk
               te laten toetsen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 16
            
Deelt u de mening dat het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met
               vogels, onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport10, zou moeten worden herzien met behulp van de nieuwe en betere meetmethoden? Zo nee,
               waarom niet?
            
Vraag 17
            
Deelt u de mening dat het rapport over vliegveiligheid en mogelijke botsingen met
               vogels, onderdeel van de geactualiseerde MER voor Lelystad Airport11, opnieuw moet worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 18
            
Welke garanties kunt u geven dat op de vliegroutes van en naar Lelystad Airport geen
               botsingen van passagiersvliegtuigen met vogels zullen plaatsvinden? Waar baseert u
               dat op?
            
Vraag 19
            
Erkent u dat de veiligheid van vogels gebaat zou zijn bij een stevige krimp van het
               aantal vliegbewegingen van vliegtuigen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 20
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie - 
              
                  Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.