Schriftelijke vragen : Het bericht 'Zwangere Afrikaanse asielzoeksters verdwijnen uit opvang'
Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zwangere Afrikaanse asielzoeksters verdwijnen uit opvang» (ingezonden 24 februari 2020).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zwangere Afrikaanse asielzoeksters verdwijnen
               uit opvang»?1
Vraag 2
            
Bent u bereid de memo, waarover in het artikel gesproken wordt, op korte termijn naar
               de Kamer te sturen?
            
Vraag 3
            
Deelt u de grote zorgen over het lot van deze vrouwen en hun kinderen? Deelt u tevens
               de zorgen dat de huidige situatie meer en meer doet denken aan de ernstige en grootschalige
               Koolvis-zaak?
            
Vraag 4
            
Klopt het dat in november en december 2019 alleen al, 25 zwangere vrouwen van Afrikaanse
               komaf zijn verdwenen uit asielzoekerscentra in Nederland? Klopt het tevens dat ook
               de afgelopen weken vrouwen uit deze groep zijn verdwenen? Kunt u een volledig overzicht
               geven van het aantal verdwijningen de afgelopen maanden, en wilt u ook de Kamer de
               komende maanden hier blijvend over rapporteren? Kunt u hierbij ook aangeven in welke
               regio de verdwijning plaatsvond?
            
Vraag 5
            
Is inzichtelijk of dit een enkel Nederlandse ontwikkeling betreft, of dat ook in andere
               Europese landen dergelijke verdwijningen recentelijk hebben plaatsgevonden?
            
Vraag 6
            
Deelt u de constatering van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel dat
               het niet logisch is dat deze vrouwen verdwijnen, gegeven het feit dat er sprake is
               van legaal verblijf, een verblijfadres en toegang tot benodigde medische zorg en kraamzorg?
               Welke conclusie trekt u hier uit?
            
Vraag 7
            
Is er enig zicht op, of enige indicatie waar deze vrouwen en hun kinderen heen zijn
               gegaan? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om hier zicht op te krijgen?
            
Vraag 8
            
Welke mogelijkheden ziet u om vrouwen uit deze groep, die momenteel nog in asielzoekerscentra
               verblijven, te beschermen? Op welke wijze kunnen medewerkers in asielzoekerscentra
               (AZC)»s worden geholpen om signalen van mensenhandel (nog) beter te herkennen?
            
Vraag 9
            
Valt uit te sluiten dat er een relatie is tussen deze verdwijningen en het besluit
               van afgelopen zomer de B8-regeling aan te scherpen?
            
Vraag 10
            
Op welke termijn verwacht u dat het door de kamer in de motie Segers/Buitenweg (28 638, nr. 172) gevraagde fenomeenonderzoek naar de toename van asielzoekers die een beroep doen
               op de B8-regeling zal worden afgerond? Bent u het met ons eens dat dit onderzoek met
               spoed moet worden opgepakt en dat hierbij nadrukkelijk moet worden onderzocht of er
               sprake is van een mensenhandelnetwerk?
            
Vraag 11
            
Kunt u helder en gedetailleerd uitleggen op welke wijze, in lijn met de motie Segers/Buitenweg,
               bij een Dublinoverdracht van mogelijke slachtoffers van mensenhandel extra zorg wordt
               gedragen voor een overdracht van opsporingsindicaties en waar nodig medische en/of
               zorgindicaties? Welke maatregelen heeft u genomen naar aanleiding van de motie Segers/Buitenweg
               in aanvulling op de reeds bestaande procedures? Heeft u de indruk dat daadwerkelijk
               sprake is van een zorgvuldige overdracht en ontvangst in het aankomstland, in veel
               gevallen Italië?
            
Vraag 12
            
Is het tevens juist dat er ook Eritrese meisjes los van elkaar zijn verdwenen tijdens
               de treinreis naar Ter Apel en dat vanwege zorgen hierover door het centrum opvang
               asielzoekers (COA) een aparte melding is gedaan?
            
Vraag 13
            
Welke mogelijkheden ziet u om minderjarige meisjes van Eritrese komaf te beschermen
               tijdens de reis en het verblijf in de asielopvang?
            
Vraag 14
            
Bent u bereid deze vragen op korte termijn en uiterlijk 31 maart te beantwoorden?
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuiken (PvdA),
               ingezonden 21 februari 2020 (vraagnummer 2020Z03661).
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
A. van Ojik, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.