Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Beckerman en Leijten over de belastingen voor woningcorporaties die Vestia willen helpen
Vragen van de leden Beckerman en Leijten (beiden SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over de belastingen voor woningcorporaties die Vestia willen helpen (ingezonden 31 januari 2020).
Mededeling van Minister van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen) (ontvangen 24 februari
2020)
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brandbrief van de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant,
de woningmarktregio’s Haaglanden en Rotterdam, de Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden
en zes Vestia-gemeenten dat bij de overname van tienduizend Vestia-woningen de hulp
van de overheid nodig is?1
Vraag 2
Bent u met de Vestia-gemeenten en de bestuurlijk regisseur inzake Vestia van mening
dat de sociale huurwoningen die worden verkocht, in de sociale huursector moeten blijven
en het beste in handen kunnen komen van andere (lokale) woningcorporaties? Zo nee,
waarom niet?2
Vraag 3
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de conclusie van de bestuurlijk
regisseur, te weten «overname van het Vestiabezit door (een) andere lokale woningcorporatie(s)
is de meest passende oplossingsrichting», wordt uitgevoerd en op welke termijn?3
Vraag 4
Bent u bereid om de verhuurderheffing voor woningcorporaties af te schaffen, zodat
er meer investeringsruimte ontstaat voor alle woningcorporaties, waardoor er meer
ruimte komt voor andere corporaties om Vestia-bezit over te nemen en ook voor Vestia
zelf (en daarmee hun huurders) om meer financiële ruimte te krijgen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 5
Waarom is er een vrijstelling van de overdrachtsbelasting mogelijk voor overname door
een Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) die is opgericht ter uitvoering van een specifiek
herstructureringsplan (stedelijke vernieuwing)? Hoe vaak wordt daar gebruik van gemaakt?4
Vraag 6
Bent u bereid om van de genoemde mogelijkheid in de brandbrief om een specifieke uitzondering
te maken in de vrijstelling van de overdrachtsbelasting bij de overname van Vestia-bezit
gebruik te maken, ondanks het feit dat in de Vestia-gemeenten geen stedelijke vernieuwing
plaatsvindt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Kunt u in een overzicht laten zien hoe vaak sinds 2015 gebruik wordt gemaakt van alle
vrijstellingen van de overdrachtsbelasting per vrijstelling en de kosten per vrijstelling
per jaar?
Vraag 8
Waarom vindt u het rechtvaardig om geen overdrachtsbelasting te heffen op de koop
van landgoederen, maar wel op reguliere koopwoningen en sociale huurwoningen? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Klopt het dat Vestia in hoger beroep gaat tegen de bewoners van de Tweebosbuurt in
Rotterdam, maar dat Vestia met de accountants van KPMG en Deloitte een schikking treft
en zodoende een rechtszaak vermijdt in tegen stelling tot de eigen huurders? Hoe kunt
u dit verklaren?5 6
Vraag 10
Klopt het dat met de genoemde schikking 84 miljoen euro is gemoeid?
Vraag 11
Wat zijn de kosten voor Vestia om een hoger beroep in te stellen, wat jaren kan duren
en verloren kan worden? Kunt u verschillende scenario’s toelichten en daarbij aangeven
of het voor Vestia niet goedkoper zou zijn om af te zien verder procederen tegen de
Tweebosbuurt?
Vraag 12
Waar komt de Rijksbijdrage van 25.000 euro per sloopwoning in de Tweebosbuurt vandaan?
Bent u bereid deze bijdrage niet door te laten gaan nu de deadline van april voor
de sloop niet wordt gehaald? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Op welke manieren gaat u ervoor zorgen dat de bewoners van de Tweebosbuurt in hun
huizen kunnen blijven en een wooncoöperatie kunnen starten, waardoor Vestia geen kosten
meer heeft en de bewoners in hun buurt kunnen blijven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en aan de Minister van Financiën gestelde vragen
van de leden Beckerman en Leijten (beiden SP) over de belastingen voor woningcorporaties
die Vestia willen helpen (ingezonden op 31 januari 2020), met kenmerk 2020Z01742, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.
Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Reden is dat informatie moet
worden opgevraagd. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.