Schriftelijke vragen : Het niet kunnen vervolgen van Syriëgangers
Vragen van de leden Kuiken en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het niet kunnen vervolgen van Syriëgangers (ingezonden 20 februari 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Proces tegen Syriëganger voorbij als Nederland geen actie onderneemt»?1
Vraag 2
Betekent de uitspraak van de rechter dat in het geval de verdachte Syriëgangster niet
binnen drie maanden naar Nederland komt, de kans dat zij vervolgd kan gaan worden
gering is? Zo ja, betekent dat dan ook dat mogelijke ernstige misdaden onbestraft
blijven? Zo nee, waarom niet en hoe duidt u die uitspraak dan?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de kans bestaat dat indien rechters vaker van mening zullen
zijn dat er zonder de aanwezigheid van een verdachte er in gelijkaardige zaken geen
vervolging kan plaatsvinden, dat dan ook die misdrijven mogelijk onbestraft zullen
blijven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Verandert u naar aanleiding van deze uitspraak het beleid ten aanzien van het terughalen
naar Nederland van verdachte Syriëgangers? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet
en neemt u dan op de koop toe dat het belang van vervolging en berechting wordt geschaad
en Syriëgangers hun straf door het beleid kunnen ontlopen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.