Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Leijten en Beckerman over het bericht dat de huidige Voorzitter van de Raad van de Europese Unie wordt gesponsord door de gaslobby
Vragen van de leden Leijten en Beckerman (beiden SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de huidige Voorzitter van de Raad van de Europese Unie wordt gesponsord door de gaslobby (ingezonden 24 januari 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 februari 2020).
Vraag 1, 2
Hoe oordeelt u over het feit dat pas na lang speurwerk van journalisten en onderzoekers,
het duidelijk is geworden dat de nieuwe Voorzitter van de Raad van de Europese Unie,
Kroatië, blijkt te worden gesponsord door het bedrijfsleven?1
Erkent u dat na moeizame progressie op het onderdeel transparantie binnen de Europese
Unie, dit absoluut een stap in de verkeerde richting betekent?
Antwoord 1, 2
Het kabinet is van mening dat sponsoring in beginsel niet ongewenst is. Ieder voorzitterschap
heeft de verantwoordelijkheid en de ruimte om het eigen voorzitterschap vorm te geven.
Sponsorschappen kunnen een manier zijn om een EU-voorzitterschap logistiek te faciliteren.
Het kabinet hecht daarbij zeer aan transparantie en voert al jaren een proactieve
transparantieagenda binnen de Europese Unie [zie kamerstuk 21 501-02, nr. 2027; kamerstuk 22 112, nr. 2762; kamerstuk 22 112, nr. 2699].
Nederland is in voorbereiding voor het Nederlandse EU-voorzitterschap van 2016 ook
transparant geweest over de opgestelde richtlijnen voor mogelijke sponsorschappen.
Deze richtlijnen zijn destijds online gepubliceerd en gaan als bijlage bij de beantwoording
van deze Kamervragen2. Bedrijven dienden volgens deze richtlijnen te voldoen aan een aantal drempelvoorwaarden
om in aanmerking te komen voor een sponsorschap.
Vraag 3, 5, 6
Hoe oordeelt u over het feit dat Kroatië zich door maar liefst zeven commerciële bedrijven laat sponsoren waaronder ook het oliebedrijf INA?
Wat vindt u van het advies van de Europese Ombudsman Emily O’Reilly om strenge richtlijnen
te hanteren met als doel het aan banden leggen van commerciële sponsoring van het
bedrijfsleven aan de Voorzitters van de Raad van de Europese Unie?3
Vindt u het ethisch dat een land sponsoring accepteert tegen een bepaald bedrag, waarmee
bedrijven de kansen en ruimte krijgen om hun producten te laten zien? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 3, 5, 6
Net als het kabinet, is de Europese Ombudsman van mening dat sponsoring van het Voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie in beginsel niet ongewenst is. In haar aanbevelingen
van 6 januari 2020 roept de Europese Ombudsman de Raad wel op om met richtlijnen te
komen over het sponsoren van de EU-voorzitterschappen.
Het kabinet is van mening dat de Raad deze aanbevelingen serieus moet nemen. Momenteel
wordt binnen de Raad gesproken hoe hierop te reageren. Daarbij zal de Nederlandse
inzet zijn richtlijnen te formuleren die aansluiten bij de richtlijnen die tijdens
het Nederlandse EU-voorzitterschap opgesteld zijn. De Raad zal vóór 6 april 2020 met
een beargumenteerde opinie richting de Europese Ombudsman komen.
Vraag 4, 7, 8
Staat de sponsoring door de olielobby ook niet haaks op de ambities van de Europese
Commissie betreffende meer actie op het gebied van klimaat? Of vindt u dit wel passend?
Kunt u toelichten hoe dit zich verhoudt tot de Green Deal?
Wat is uw mening over de campagne voor fossielvrije politiek, opgezet door Corporate
Europe Observatory en andere organisaties, om de belangen van de fossiele industrie
in de politieke besluitvorming te weren?4
Is het niet evident dat de sponsoring door het bedrijfsleven van het Voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie compleet ongewenst is omdat het onvermijdelijk tot
belangenverstrengeling leidt en hiermee effectief klimaatbeleid frustreert? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 4, 7, 8
Het kabinet zet zich in voor effectief en ambitieus klimaatbeleid en maakt zich hier
ook in de EU hard voor.
In de opgestelde richtlijnen voor het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016 vormden
onder andere deelname aan, of betrokkenheid bij wederrechtelijke activiteiten een
reden om bedrijven uit te sluiten van een mogelijk sponsorschap. Ook expliciteerden
de opgestelde richtlijnen dat sponsoren geen toegang hadden tot de deelnemers aan
overleggen of evenementen van het EU-voorzitterschap.
Bij besprekingen in de Raad van de aanbevelingen van de Europese Ombudsman is het
de Nederlandse inzet richtlijnen te formuleren die aansluiten bij de richtlijnen die
tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap opgesteld zijn.
Vraag 9
Wat vindt u van het goede voornemen van de Duitse overheid om bedrijvensponsoring
te weren als zij Voorzitter zijn van de Raad van de Europese Unie in de tweede helft
van 2020?
Antwoord 9
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven heeft ieder voorzitterschap de verantwoordelijkheid
en de ruimte om het eigen voorzitterschap in te kleden.
Vraag 10
Ziet u de mogelijkheid om in het licht van de ambities voor transparantie en een ethische
Raad van de Europese Unie als ook de ambities van de Green Deal, samen met het advies
van de Europese Ombudsman en het voornemen van de Duitse overheid, zich in Europees
verband in te zetten om een einde te maken aan de sponsoring van bedrijven voor het
Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie?
Antwoord 10
Zoals bij het antwoord op vraag 3 t/m 6 aangegeven, is het kabinet van mening dat
sponsoring in beginsel niet ongewenst is. Sponsorschappen kunnen een manier zijn om
een EU-voorzitterschap logistiek te faciliteren. De Raad heeft kennis genomen van
de aanbeveling van de Europese Ombudsman en het kabinet is van mening dat de Raad
haar aanbeveling serieus moet nemen. Daarbij zal de Nederlandse inzet zijn richtlijnen
te formuleren die aansluiten bij de richtlijnen die tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap opgesteld zijn. De Raad zal vóór 6 april 2020 met een beargumenteerde opinie
richting de Europese Ombudsman komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.