Amendement : Amendement van het lid Hijink over niet overleggen VOG als verplichte weigeringsgrond voor nieuwe instellingen
34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders)
Nr. 26
AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK
Ontvangen 27 januari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 5 wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
4a. In afwijking van het vierde lid weigert Onze Minister de toelatingsvergunning indien
de oprichter en bestuurder van de instelling die zorg wil gaan verlenen of laten verlenen
en daartoe op grond van artikel 4, eerste lid, over een toelatingsvergunning dient
te beschikken, bij de aanvraag geen verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel
28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens kan verstrekken. De verklaring
is niet ouder dan drie maanden.
Toelichting
Dit amendement regelt dat personen die een zorgorganisatie willen oprichten, alsmede
de bestuurders van die op te richten zorgorganisatie, altijd een Verklaring Omtrent
het Gedrag (VOG) moeten overleggen. Indien personen geen VOG kunnen overleggen dan
wordt geen vergunning afgegeven. Indiener is van mening dat een VOG noodzakelijk is
om op verschillende niveaus risico’s uit te sluiten. Op bestuursniveau geldt dat voorkomen
moet worden dat mensen die zich eerder schuldig hebben gemaakt aan fraude of andere
delicten een eigen zorgorganisatie kunnen beginnen.
Hijink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid