Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wiersma, Yesilgöz-Zegerius en Ziengs over de berichten ‘Trein stilgezet vanwege vrouw met nikab, politie geeft weer geen boete’ en ‘Conducteur aan schandpaal door nikabfans'
Vragen van de leden Wiersma, Yesilgöz-Zegerius en Ziengs (allen VVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Trein stilgezet vanwege vrouw met nikab, politie geeft weer geen boete» en «Conducteur aan schandpaal door nikabfans» (ingezonden 20 september 2019).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen
27 januari 2020).
Vraag 1
Kent u de berichten «Trein stilgezet vanwege vrouw met nikab, politie geeft weer geen
boete»1 en «Conducteur aan schandpaal door nikabfans»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het handelen van de NS en politie bij dit incident?
Antwoord 2
Het is goed dat er wordt gehandeld op basis van de inschatting van professionals ter
plaatse. Afstemming tussen de NS en politie is belangrijk nu het om een bewegend voertuig
met een dienstregeling gaat. Dagelijks vervoert NS meer dan één miljoen reizigers.
Het handelen of gedrag van een individuele reiziger kan tot vertraging leiden. Dit
varieert van verwarde personen, suïcides, onwel wordingen tot noodremtrekkingen, overlastplegers
en aanhoudingen. Politie-ondersteuning bij de trein vindt dagelijks plaats. Hierover
vindt regulier overleg plaats tussen NS en politie. Slechts van een enkel geval wordt
in de media melding gemaakt. Bij alle gevallen van de inzet van politie wordt gehandeld
op basis van de inschatting van de situatie door de professionals. Zie verder ook
antwoord 3.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze vrouw met nikab in overtreding was op grond van de Wet
gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding en dat op overtreding een boete staat?
Hoe kan het dan dat de vrouw de trein niet wilde verlaten en alleen een mogelijke
boete in het vooruitzicht gesteld zag voor het overtreden van de wet ID (identificatieplicht)?
Antwoord 3
Het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer is niet toegestaan.
Het is aan de medewerkers ter plaatse om de situatie in te schatten en de betrokkene
aan te spreken op de geconstateerde overtreding van het verbod. Het is aan politie
en Openbaar Ministerie om te bepalen welk strafrechtelijk vervolg aan een overtreding
wordt gegeven. Het kabinet staat pal voor de medewerkers, die in de praktijk een afweging
moeten maken.
Bij dit voorval hebben de medewerkers van de NS op basis van de met uw kamer eerder
besproken afspraken gehandeld en de politie ingeschakeld. De politie heeft in lijn
met het beleid van het Openbaar Ministerie en het handelingskader van de politie de
praktijksituatie mede vanuit het oogpunt van de-escalatie ingeschat en daar haar handelen
op afgestemd. Op grond van dit handelingskader wordt bij de weigering om gezichtsbedekkende
kleding af te doen of voertuig of instelling te verlaten, in principe een proces-verbaal
gemaakt. Hier wordt ruimte gelaten voor de professional om een afweging te maken,
handhaving is daarbij de norm. Op basis van de ervaringen tot dusverre betrof het
een uitzonderlijke situatie. De afwegingen die zijn gemaakt moeten in die context
worden gezien.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de handelwijze van de conducteur? Hoe beoordeelt u verder de afhandeling
van het incident, waarbij de vrouw werd aangeboden om mee te lopen naar een wachtruimte
om te wachten op een vrouwelijke agent en vervolgens de afweging is gemaakt om geen
boete uit te delen? Is deze handelwijze conform de richtlijnen?
Antwoord 4
Zie de beantwoording van vraag 3.
Vraag 5, 6
Wat is uw reactie op de berichtgeving dat nikabfans van de actiegroep «Tegen Boerkaverbod»
middels videobeelden op sociale media een hetze zijn gestart tegen de conducteur?
Deelt u de mening dat dit diep triest is en dat dit soort nikabfans, of wie dan ook,
met hun poten moeten afblijven van een conducteur die gewoon zijn werk doet en de
wet uitvoert? Welke acties zijn genomen om deze mensen tot de orde te roepen? Welke
juridische consequenties kunnen verbonden worden aan de laffe daad van de nikabfan,
waarbij een conducteur met naam en toenaam op het internet belachelijk wordt gemaakt?
Welke rol kan de politie spelen tegen deze actiegroep?
Antwoord 5, 6
Voorop staat dat iedereen elkaar met respect behandelt; dit geldt te meer bij het
optreden door handhavers, of het nu om conducteurs, boa’s of politiemensen gaat. Juist
zij dienen hun werk veilig te kunnen doen. Zoals tijdens het debat van 26 september
jl. is aangegeven maakt het kabinet zich zorgen over dit soort acties. Een medewerker
die zijn werk doet aanvallen op social media met (geknipte) videobeelden, gaat over
de grens van wat behoorlijk is heen. De privacy en veiligheid van betrokkenen is hierbij
in het geding. Het is onacceptabel dat de privacy en veiligheid van werknemers met
een publieke taak worden geschonden. Net als de NS staat het kabinet achter de werknemers
en staat veilige publieke dienstverlening voorop.
In het algemeen kan het doen van uitspraken die iemand zijn goede naam aantasten,
worden gekwalificeerd als belediging. Indien iemand met opzet wordt beschuldigd van
iets, dan kan dat als smaad of laster worden aangemerkt. Het is in dat geval aan het
bedrijf of de betrokken medewerker om aangifte te doen bij de politie en vervolgens
aan het Openbaar Ministerie om te besluiten of zij tot vervolging overgaan. Het is
uiteindelijk aan de rechter te beslissen of er een, en zo ja welk, strafbaar feit
er is gepleegd. Geweld en agressie tegen werknemers met een publieke taak is onacceptabel.
Tussen de politie en het Openbaar Ministerie bestaan afspraken met betrekking tot
de opsporing en de vervolging ten aanzien van verdachten die agressie en/of geweld
tegen werknemers met een publieke taak hebben gepleegd (ELA-afspraken). Het met prioriteit
afhandelen van dergelijke zaken, de verhoogde strafeis en het voeren van een lik-op-stuk
beleid zijn voorbeelden van enkele afspraken die gemaakt zijn.
Vraag 7
Wat kunt u doen om deze conducteur een hart onder de riem te steken? Op welke wijze
wordt de conducteur ondersteund en geholpen tijdens deze vreselijke toestand? Wat
kunt u doen om al die conducteurs die op deze manier schrik wordt ingeboezemd, te
helpen de wet uit de voeren? Bent u bereid met de NS in gesprek te gaan over het verbeteren
van de (politie-)ondersteuning op het perron?
Antwoord 7
Zie ook het antwoord op vraag 5 en 6. Voorop staat dat werknemers met een publieke
taak in de uitoefening van hun werkzaamheden gevrijwaard moeten blijven van geweld
en agressie. Het is onacceptabel dat een conducteur, die zijn werk doet en de wet
toepast, op zo een manier behandeld wordt. De politie heeft zoals in de afspraken
tussen het OV en de politie is aangegeven gereageerd op het verzoek om assistentie.
De NS heeft direct na het incident laten weten dat de situatie onterecht persoonlijk
is gemaakt. Verder heeft de NS de oproep geplaatst om haar personeel, ook op social
media, met rust te laten. De NS betreurt het dat de identiteit van de conducteur in
de openbaarheid is gekomen. De NS zorgt voor de ondersteuning van haar personeel en
heeft aandacht voor deze situaties. Zij laat weten verder niet specifiek op de situatie
van de conducteur in te willen gaan. Het kunnen uitvoeren van de personeelsinstructie
in het openbaar vervoer staat ook voor de NS voorop.
Tussen het openbaar vervoer en de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Justitie
en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is contact over dit soort
situaties.
Wanneer bij een voorval de politie gevraagd wordt te komen, gebeurt dit ook. Dit is
besproken in overleggen met het openbaar vervoer. De wijze en snelheid van de inzet
wordt daarbij afgestemd met het openbaar vervoersbedrijf op basis van de praktijkbehoefte.
NS heeft laten weten dat de ondersteuning van en de samenwerking met de politie in
overeenstemming is met de wensen van de NS als het gaat om ondersteuning bij incidenten.
Vraag 8
Zijn er afgelopen tijd nog andere incidenten geweest, waarbij boerka-dragers in strijd
met de wet met de trein hebben gereisd, dan wel zijn aangesproken, dan wel zijn gevraagd
de trein te verlaten?
Antwoord 8
De NS heeft desgevraagd aangegeven dat er sinds de inwerkingtreding van 1 augustus
2019 geen andere voorvallen met mensen die gezichtsbedekkende kleding droegen, bekend
zijn bij de NS.
Vraag 9
Welke acties onderneemt u richting de politie en handhaving, om ervoor te zorgen dat
er voldoende ondersteuning is voor professionals in het OV en een overtreding ook
daadwerkelijk tot een boete leidt?
Antwoord 9
De gemaakte afspraken met het openbaar vervoer en het Ministerie van Justitie en Veiligheid,
het Openbaar Ministerie en de politie voldoen volgens de betrokken partijen. Bij het
optreden is dit ook gebleken: bij een vraag om ondersteuning komt de politie ter plaatse.
Met de afspraken wordt op dit moment ervaring opgedaan. Over de ervaring met de afspraken
is er dit najaar overleg geweest tussen OV-NL, het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid – inclusief politie en het Openbaar
Ministerie – en het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.