Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over achterstandsscholen die zich bevinden in fijnstofgebieden
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over achterstandsscholen die zich bevinden in fijnstofgebieden (ingezonden 20 november 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
            de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 27 januari 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
            vergaderjaar 2019–2020, nr. 1374.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht«Onderzoek: de lucht is vuiler op achterstandsscholen»?1
                  
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u bekend met het begrip «fijnstofscholen»?
Antwoord 2
            
Dit begrip heb ik gelezen in het artikel van OneWorld en De Groene Amsterdammer, maar
               verder gebruik van deze term is mij niet bekend. Het lijkt te gaan om scholen die
               gevestigd zijn in een «fijnstofzone», een term uit het artikel die gebruikt wordt
               voor gebieden die onder de Amsterdamse Richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit
               vallen. Deze richtlijn wijkt af van het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen
               luchtkwaliteit, doordat het besluit zich beperkt tot locaties waar de Europese grenswaarden
               voor luchtkwaliteit worden overschreden. Beide richtlijnen hebben alleen betrekking
               op nieuwe locaties en substantiële uitbreidingen van bestaande locaties, en hebben
               geen betrekking op bestaande bestemmingen. Landelijk wordt niet gesproken van «fijnstofzones»
               en ook niet van «fijnstofscholen».
            
Vraag 3
            
Wat vindt u ervan dat de ouders van kinderen die op een dergelijke fijnstofschool
               zitten, niet weten dat er sprake is van een fijnstofprobleem?
            
Antwoord 3
            
Er zijn mij geen gegevens bekend over de kennis van fijnstofproblematiek bij ouders.
               Informatie over de luchtkwaliteit per gebied wordt door het RIVM jaarlijks gepubliceerd
               in de vorm van luchtkwaliteitskaarten. Deze kaarten worden als onderdeel van de Atlas
               Leefomgeving gepubliceerd.2 Het onderwerp krijgt zeker bestuurlijke aandacht. Op gemeentelijk niveau uit dit
               zich bijvoorbeeld in de Amsterdamse Richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit.
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat de basisscholen die in een fijnstofgebied gelegen zijn, voorlichting
               dienen te geven aan de ouders van kinderen over de gevaren van fijnstof en de manieren
               waarop de school hiermee omgaat?
            
Antwoord 4
            
Ik vind het belangrijk dat de luchtkwaliteit rondom scholen goed is. Scholen zijn
               hier niet altijd van op de hoogte en kunnen daarom ouders niet goed informeren. Het
               is aan gemeenten om schoolbesturen te informeren over de luchtkwaliteit en gezondheidseffecten,
               en maatregelen te treffen om blootstelling aan lokale bronnen te verminderen.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het bewustzijn van de gevaren van fijnstof voor kinderen op
               scholen en bij schoolbesturen laag is? Zo ja, welke maatregelen wilt u dan nemen om
               dit probleem op te lossen? Zo nee, waar baseert u dit op?
            
Antwoord 5
            
Het is mij niet bekend in hoeverre schoolbesturen op de hoogte zijn van de gevaren
               van fijnstof. De expertise over de gezondheidseffecten van luchtkwaliteit is belegd
               bij de regionale GGD’en. Zij adviseren daarover aan allerlei partijen, waaronder scholen.
            
Vraag 6
            
Bent u bekend met het feit dat bij een op de vijf kinderen met astma in Nederland
               de ziekte gerelateerd is aan luchtvervuiling door het verkeer en dat in geen enkel
               ander Europees land dat aantal zo hoog is?
            
Antwoord 6
            
Ja, dit cijfer is afkomstig uit The Lancet Planetary Health.3 De Nederlandse score ligt relatief hoog, wat mede veroorzaakt wordt door de hoge
               bevolkingsdichtheid.
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat de gezondheid van kinderen lijdt onder de onwetendheid en laksheid
               van de scholen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Schone lucht is een collectieve opgave. Het kabinet heeft de ambitie om, samen met
               decentrale overheden, de luchtkwaliteit voor iedereen te verbeteren; dus ook bij scholen.
               Deze doelstelling is opgenomen in het Schone Lucht Akkoord.4
Het Schone Lucht Akkoord streeft naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit
               waarbij wordt toegewerkt naar de WHO advieswaarden in 2030. Doel van het akkoord is
               minimaal 50% gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen te realiseren in 2030 ten opzichte
               van 2016.
            
Vraag 8
            
Erkent u schone lucht als een individueel recht voor iedereen?
Antwoord 8
            
Zie antwoord onder vraag 7.
Vraag 9
            
Bent u bekend met het bericht dat 16 van de 26 fijnstofscholen in Amsterdam «achterstandsscholen»
               zijn? Zo ja, wat vindt u ervan dat het probleem onevenredig veel «achtergestelde»
               kinderen treft?
            
Antwoord 9
            
Er bestaan in Nederland onderwijsachterstanden. Gemeenten en scholen kunnen aanspraak
               maken op rijksgelden om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Op basis van de onderwijsachterstandenindicator
               van het CBS ontvangt ongeveer de helft van de basisscholen in Nederland hier in meer
               of mindere mate geld voor.
            
Uit navraag bij de gemeente Amsterdam is gebleken dat op het moment van het onderzoek
               vijf basisscholen voorzien waren van F9-filters. Onder deze vijf bevonden zich ook
               scholen met een (volgens de CBS onderwijsachterstandenindicator) relatief hoge achterstandsscore.
            
Vraag 10
            
Wat is uw reactie op de berichtgeving dat, voordat de gemeente Amsterdam scholen begon
               te subsidiëren, zeven «achterstandsscholen» in fijnstofzones helemaal geen filtersysteem
               hadden in hun schoolgebouw, terwijl «niet-achterstandsscholen» wel allemaal een filtersysteem
               hadden?
            
Antwoord 10
            
Zie antwoord onder vraag 9.
Vraag 11
            
Deelt u de mening dat de oneerlijke verdeling van de hoeveelheid luchtvervuiling op
               scholen te maken heeft met de welvaart waarin de kinderen leven? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
Zie antwoord onder vraag 9.
Ook de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft budget ter beschikking
               gesteld aan gemeenten om gezondheidsachterstanden aan te pakken.
            
Vraag 12
            
Vindt u dat er sprake is van structurele ongelijkheid als je als grondslag de gezondheidsverschillen
               neemt? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 12
            
Zie antwoord onder vraag 9 en 11.
Vraag 13
            
Bent u bekend met de berichtgeving dat leerlingen van een montessorischool in Amsterdam
               zich verplicht moeten huisvesten in de «achterstandsschool» de Rosaschool, die zich
               bevindt in een fijnstofgebied, en dat de gemeente hierdoor een F9-filterinstallatie
               heeft geïnstalleerd in de Rosaschool, er geld vrijkomt voor het opknappen van de lokalen,
               er een subsidie van 70.000 euro voor een nieuw groen plein komt, en dat de gemeente
               ook het schooldeel van 50.000 euro heeft betaald?
            
Antwoord 13
            
Ja.
Vraag 14
            
Deelt u de mening dat het een kwalijke zaak is dat bovengenoemde investeringen in
               de Rosaschool pas gedaan zijn sinds bekend is dat de nieuwe leerlingen van deze montessorischool
               zich hier zullen vestigen? Zo ja, vindt u dat er sprake is van ongelijke behandeling
               van leerlingen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 14
            
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam is aangegeven dat er plannen in ontwikkeling
               waren om de Rosaschool op korte termijn te verhuizen naar een andere plek. In afwachting
               hiervan heeft de school besloten om onderhoud uit te stellen. Op het moment dat duidelijk
               werd dat de verhuisplannen niet op korte termijn zouden worden gerealiseerd, is alsnog
               besloten de filters te installeren. Dit viel samen met het besluit om hier leerlingen
               van de montessorischool tijdelijk te huisvesten.
            
Vraag 15
            
Kunt u aan de Kamer doen toekomen wat voor maatregelen er worden genomen bij de bestaande
               basisscholen die gevestigd zijn in een fijnstofgebied?
            
Antwoord 15
            
Zie antwoord onder vraag 3.
Vraag 16
            
Bent u ervan op de hoogte dat onderhoud aan de filters cruciaal is voor het wegfilteren
               van ongezond fijnstof en dat een groot deel van de basisscholen helemaal geen onderhoud
               verricht aan de filters? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
            
Antwoord 16
            
Het is van belang om goed onderhoud te plegen en regelmatig filters te vervangen.
               De GGD adviseert scholen en gemeenten hier ook over.
            
Vraag 17
            
Deelt u de mening dat fijnstoffilters en groene pleinen door het Rijk gefinancierd
               moeten worden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 17
            
Het past niet in de huidige structuur van het stelsel om scholen en gemeenten specifiek
               te financieren voor fijnstoffilters en groene pleinen. Het is aan schoolbesturen en
               gemeenten om zelf een afweging te maken in de inzet van de beschikbare budgetten.
               Ook hebben verschillende provincies en gemeenten subsidies beschikbaar om groene schoolpleinen
               te realiseren.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media - 
              
                  Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.