Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk 35300-VII-94)
2020D02615 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over
de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december
2019 (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 94) over de invulling van de toezeggingen uit het AO Bestuursovereenkomst Friese taal
en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 106).
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
Inleiding
2
1.
Zichtbaarheid
3
1.1.
Fries in de openbare ruimte
3
1.2.
Gebruik van het Fries bij gemeenten
4
1.3.
Friestalig uniform
4
1.4.
Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio
5
2.
Onderwijs en wetenschap
5
2.1.
Onderwijsinspectie
5
2.2.
Kerndoelen en kwaliteit docenten
6
2.3.
Fryske Akademy
6
3.
Rechtspraak
7
3.1.
Fries in de rechtspraak
7
3.2.
Aanbevelingen Mercator kenniscentrum
8
4.
Media, kinderopvang en zorg
8
4.1.
Media
8
4.2.
Kinderopvang
9
4.3.
Zorg
9
5.
Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur
10
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de brief ten aanzien van toezeggingen
naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur
(BFTK). De leden van de VVD hebben daarover nog een aantal vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de Friese taal, de tweede officiële
rijkstaal, behouden blijft en het gebruik wordt gestimuleerd. Niet alleen de provincie
Fryslân heeft daarin een rol, ook het Rijk. Kan de Minister aangeven hoe het kabinet
die rol van het Rijk ziet? En ook hoe de Minister van BZK de eigen rol ziet? Want
uit de brief lijkt naar voren te komen dat de Minister van BZK vooral een doorgeefluik
is. Terwijl de leden van de VVD-fractie van mening zijn dat Minister van BZK als verantwoordelijk
Minister voor de Friese taal ook een eigen rol heeft, bijvoorbeeld in het enthousias-meren,
stimuleren, activeren en faciliteren.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de invulling van
de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het algemeen overleg inzake de Bestuursovereenkomst
Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni jl. Over de brief hebben deze leden een
aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen naar aanleiding van het Algemeen
Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019.
Kan de Minister toelichten waarom de verantwoordelijkheid voor de Friese taal zo versnipperd
is tussen verschillende Ministeries? Werkt deze versnippering niet nadelig uit voor
de bevordering van het gebruik van de Friese taal op scholen, bij instellingen en
in het openbare leven in het algemeen?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsbrief
van 16 december 2019 n.a.v. het AO Friese taal en cultuur. Deze leden hebben nog enkele
vragen over de inhoud van deze brief.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de brief van de Minister over
de toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese
taal en cultuur. Zij hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief
inzake toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst
Friese taal en cultuur.
1. Zichtbaarheid
1.1. Fries in de openbare ruimte
De leden van de VVD-fractie lezen dat de provincie en het ministerie con-structief
overleggen over het samen invullen van de afspraak om te werken aan de zichtbaarheid
in formele en creatieve zin van het Fries. Constructief overleg is natuurlijk goed,
de vraag is wel tot welk resultaat dit uiteindelijk leidt. Kan de Minister aangeven
welke resultaten dit tot nu toe heeft opgeleverd? En hoe er wordt gewerkt aan resultaten
voor de toekomst en in welke richting?
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat de Minister in het algemeen
overleg heeft toegezegd dat het Rijk, waar het kan, actief wil bijdragen aan de zichtbaarheid
van de Friese taal in de openbare ruimte. In de brief wordt uitsluitend aangegeven
dat het ministerie en de provincie met elkaar in overleg zijn over de invulling van
die afspraak. Het is plezierig om op basis van het antwoord vast te stellen dat dit
overleg constructief verloopt, maar kan de Minister concreet aangeven welke stappen
het Rijk heeft genomen, neemt of voornemens is te nemen? Kan de Minister tevens aangeven
wat hij verstaat onder de zichtbaarheid van het Fries in formele en, nog interessanter,
in creatieve zin? Is de Minister bereid om als eerste stap de zichtbaarheid van het
Fries in gebouwen van Rijksdiensten in de provincie Fryslân te vergroten, door belettering
en aanwijzingen ook in het Fries aan te brengen?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister bereid is na te denken over het
instellen van een overlegorgaan met niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden
met de Friese taal.
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag een nadere toelichting ontvangen op
wat er tot nu toe concreet is gedaan om het Fries in de openbare ruimte te stimuleren.
En ook ontvangen zij graag een nadere planning van de acties die de komende periode,
gedurende de nu lopende BFTK 2019–2023, nog in gang worden gezet. Zij ontvangen graag
bij deze acties concrete doelstellingen.
De leden van de SP-fractie willen eerst hun waardering uitspreken voor de inzet van
de bewoners van Friesland voor hun eigen taal. Zij lezen dat de provincie en het ministerie
overleggen over de «zichtbaarheid» van het Fries in formele en creatieve zin. Kan
de Minister aangeven hoe daar op dit moment aan wordt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren met instemming dat het Rijk zich
samen met de provincie Fryslân inzet om het Fries, en de zichtbaarheid daarvan, in
de openbare ruimte te vergroten. Kan de Minister aangeven wat daarbij de concrete
inzet is en aan welke uitingen in de openbare ruimte zoal wordt gedacht?
1.2. Gebruik van het Fries bij gemeenten
De leden van de CDA-fractie zijn niet op de hoogte van het bestaan van de gemeente
Noardwest-Fryslân. Kan de Minister aangeven wanneer deze fusiegemeente is ontstaan?
Bij herindelingsgemeenten is er alertheid noodzakelijk op de handhaving van het niveau
van bevordering en bescherming van de Friese taal. In 2018 is daarover het rapport
«De rol fan it Frysk by gemeentlike weryndielingen yn Fryslân» verschenen in opdracht
van het, mede in opdracht van de Minister, ingestelde Orgaan foar de Fryske Taal DINGtiid.
De onderzoekers concludeerden dat herindelingen vaak leiden tot compromissen en in
sommige gevallen tot achteruitgang op het gebied van het Friese taalbeleid. Welk beeld
heeft de Minister zelf van de ontwikkeling van het Friese taalbeleid na herindeling?
Wil de Minister zich ervoor inzetten dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid
en het functioneel gebruik van het Fries beleid wordt vergroot?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zich wil inzetten om te stimuleren
dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid en het functioneel gebruik van
het Fries beleid zoveel mogelijk wordt vergroot. Zo ja, hoe gaat de Minister dit aanpakken?
Het kabinet geeft aan, zo merken de leden van de SP-fractie op, dat het gebruik van
het Fries tijdens raadvergaderingen per gemeente flink kan verschillen. Heeft de Minister
ook cijfers over de wens van raadsleden om tijdens de raadvergaderingen Fries te spreken,
vragen deze leden. Zij horen graag of en hoe de Minister dit heeft onderzocht en of
het minimale gebruik van het Fries in sommige gemeenten mede te danken is aan de mate
waarin de gemeente zélf in het Fries communiceert.
1.3. Friestalig uniform
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister zijn antwoord op het verzoek van
de (!) Boargeraksjegroep «Sis Tsiis», om de Friese benaming «plysje» op het onder
andere het politie-uniform te vermelden, nader kan onderbouwen. Hoe zou het geschreven
Fries kunnen leiden tot onnodige escalatie in het contact tussen agent en burger?
De Minister geeft tevens aan dat het gesproken Fries door politieambtenaren dit effect
niet heeft. Op welke passende oplossingen op dit vlak denkt de Minister in zijn antwoord?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat elke Fries in nood zich in het Fries
moeten kunnen uiten. Kan de Minister bevestigen dat de afspraken die rond het Fries
zijn gemaakt met de Meldkamer Noord-Nederland van kracht blijven nu die onder de verantwoordelijkheid
van de politie komt te vallen?
De leden van de D66-fractie hebben de indruk dat de Minister van Justitie en Veiligheid
geen uitvoering wenst te geven aan de wens om de zichtbaarheid van de Friese taal
op het politie-uniform of -auto’s te vergroten, omdat daardoor de herkenbaarheid niet
langer gewaarborgd kan worden en dat tot escalatie tussen burgers en politieambtenaren
kan leiden. Op welke (wetenschappelijke) bevindingen berust deze aanname van de Minister
van J&V?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrip voor de redenen waarom er geen apart
uniform komt voor de politie in Friesland. Wel hebben zij in het verlengde hiervan
de vraag of het mogelijk is om online en op het bureau in het Fries aangifte te kunnen
doen? Juist voor mensen die Fries als moedertaal hebben kan het prettiger zijn om
van een ingrijpende gebeurtenis waar men aangifte van wil doen bij de politie, om
dit in hun primaire taal te kunnen doen. Graag ontvangen deze leden hier een reactie
op.
1.4. Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat burgers in noodsituaties ook
kunnen worden geholpen in het Fries (als officiële tweede rijkstaal), bijvoorbeeld
bij de meldkamer Noord-Nederland. De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat
er veel aandacht is in de organisaties die werken in de meldkamer en er beleidsafspraken
zijn gemaakt. Wat zijn de beleidsafspraken die zijn gemaakt? En hoe werken die in
de praktijk en wat zijn de ervaringen?
Het kabinet schrijft dat er beleidsafspraken zijn gemaakt over Friestalige dienstverlening
door de meldkamer. Graag vernemen de leden van de fractie van GroenLinks wat deze
beleidsafspraken precies inhouden.
De leden van de SP-fractie lezen dat beleidsafspraken zijn gemaakt over de dienstverlening
in het Fries op de meldkamer. Deze leden vragen zich af wat deze afspraken precies
inhouden.
2. Onderwijs en wetenschap
2.1. Onderwijsinspectie
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het eind oktober verschenen
rapport van de onderwijsinspectie over de kwaliteit van het onderwijs Fries. Hierover
wordt binnenkort nog een separaat schriftelijk overleg gevoerd bij de Kamercommissie
OCW. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de reactie van de Minister van
BZK op de rapportage vanuit de verantwoordelijkheid voor de Friese taal.
Tijdens het algemeen overleg heeft de VVD aangegeven het belangrijk te vinden dat
er een versnelling gaat plaats vinden als het gaat om het Friese in het onderwijs.
Een belangrijk punt was het aantal ontheffingen dat de provincie Fryslân geeft voor
het Fries in het onderwijs. In hoeverre heeft de Minister met de provincie Fryslân
daarover gesproken, met als doel om het aantal ontheffingen te verminderen? Daarnaast
ging het over de rol van de onderwijsinspectie. Er is nu weliswaar een themarapportage
verschenen, die in 2025 en 2031 zal worden herhaald. Maar de vraag was en is wat de
rol van de onderwijsinspectie is, buiten deze rapportage (eenmaal per zes jaar). Wat
doet de onderwijsinspectie verder bij het toezicht op het onderwijs in de Friese taal?
Daar wordt namelijk vooral heen en weer gewezen. Welke oplossingen ziet de Minister
om samen met de provincie Fryslân en de onderwijsinspectie vanuit BZK te kijken hoe
we dat kunnen verbeteren, zodat er beter toezicht is op de Friese taal in het onderwijs?
In het algemeen overleg, zo merken de leden van de CDA-fractie op, heeft de Minister
aangegeven met de provincie Fryslân in gesprek te willen gaan over de wens in het
Friese coalitieakkoord om de inspectie van het vak Fries van de nationale Onderwijsinspectie
over te nemen? De leden van de CDA-fractie zien in de brief geen terugkoppeling over
de uitkomst van dit gesprek. Kan de Minister de Kamer informeren over de actuele stand
van zaken? De Onderwijsinspectie beveelt in haar themarapportage aan het beleid van
de provincie te heroverwegen om het ambitieniveau rond het schoolvak Fries te verhogen.
Kan de Minister aangeven welke voornemens de provincie Fryslân heeft om aan deze oproep
gehoor te geven? Welke mogelijkheden ziet hij om samen met zijn collega voor Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media om aan deze gewenste ontwikkeling bij te dragen?
Is de Minister het met de leden van de CDA-fractie eens dat draagvlak, of een gebrek
daaraan bij schoolbesturen, geen reden kan zijn om de wettelijke plicht tot het aanbieden
van het schoolval Fries niet of niet naar behoren uit te voeren?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen aandacht voor de uitspraak: «Allereerst
vindt de onderwijsinspectie het wenselijk dat besturen, samen met de provincie, zorgen
voor een dekkend aanbod Fries, waarbij zij rekening houden met de mate van Friestaligheid
van de omgeving en met de beroepsverwachting van de leerlingen.» De leden van de fractie
van GroenLinks ontvangen graag een nadere toelichtingen op de huidige stand van zaken
van de dekking van het aanbod van het Fries.
De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat Fries onderwijs op een hoogwaardig
niveau mogelijk blijft. Deze leden constateren dat de themarap-portage van de onderwijsinspectie
de Minister aanbeveelt om het beleid van de provincie te heroverwegen om zodoende
het ambitieniveau te verhogen. Is er in inmiddels duidelijkheid of dit beleid is heroverwogen?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Inspectie van het Onderwijs
zeer kritisch is op de staat van de Friese taal op scholen en weinig terugziet van
de ambitie om Fries van hoge kwaliteit te bieden. De leden van de ChristenUnie-fractie
zien juist grote kansen en een meerwaarde in tweetalig onderwijs en vragen de Minister
hoe dit meer gestimuleerd kan worden. De leden constateren dat de lessen ook door
leerlingen niet positief worden ervaren terwijl daar wel behoefte is om het Fries
te leren. Ziet de Minister het belang van goed en attractief onderwijs voor het levendig
houden van de Friese taal? Tot welke vervolgstappen leidt dit? Bent u in het bijzonder
bereid om te kijken hoe bestuurders en directeuren de ambitie voor hoogwaardig Fries
onderwijs scherper op het netvlies kunnen krijgen?
2.2. Kerndoelen en kwaliteit docenten
De leden van de VVD-fractie lezen dat er subsidieregelingen zijn die kunnen bijdragen
aan het terugdringen van het tekort van bevoegde leraren Fries. De subsidieregeling
aanpak lerarentekort en de regeling zijinstroom worden genoemd in de onderhavige brief
met toezeggingen. Hoeveel wordt hier gebruik van gemaakt? Hoe worden deze mogelijkheden
onder de aandacht gebracht van (besturen van) onderwijsinstellingen? Wat wordt er
aan gedaan om leerkrachten te stimuleren?
2.3. Fryske Akademy
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW,
maar niet meer een instituut onder KNAW zal zijn. Wat zijn daarvan de gevolgen? Hoeveel
geld stelt het Ministerie van OCW nu beschikbaar aan de Fryske Akademy via het provinciefonds
in plaats van via de KNAW? Hoe is dit structureel geborgd? Wat is het toekomstplan
voor de Fryske Akademy? Welke verbeteringen gaan er plaats vinden? Kan de Minister
de Tweede Kamer inmiddels al wel informeren over de uitkomsten van het voorstel en
besluit van provinciale staten van Fryslân? Hoe ziet het Rijk haar rol met betrekking
tot de Fryske Akademy?
Wat is, zo vragen de leden van de CDA-fractie, de exacte stand van zaken aangaande
de positie van de Fryske Akademy na de door de Minister aangeduide besluitvorming
in provinciale staten van Fryslân op 18 december 2019? Kunt u toezeggen dat het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de begroting voor de Kamer inzichtelijk maakt
welk bedrag voor de Fryske Akademy beschikbaar gesteld wordt via het Provinciefonds?
Het kabinet schrijft, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie, dat het voorstel
nu is dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW, maar geen instituut onder
de KNAW meer zal zijn. Wat betekent dit in de praktijk? Kan nader worden toegelicht
in welk opzicht de positie van de Fryske Akademy zou wijzigen als ze geen instituut
onder KNAW meer zal zijn? Voorts vernemen de leden van de fractie van GroenLinks graag
wat de toezegging om de komende 5 jaar meer te investeren in de Fryske Akademy van
gedeputeerde staten van Friesland precies betekent. Hoeveel geld betreft dit? En wat
kan daar precies mee worden gerealiseerd? En tot slot op dit punt ontvangen deze leden
graag een nadere toelichting op wat de financiering van de Fryske Akademy via het
provinciefonds betekent. Blijft het beschikbare bedrag hierdoor gelijk of verandert
dit? En is het een doeluitkering of kan de provincie dit in theorie ook aan andere
doelen besteden?
3. Rechtspraak
3.1. Fries in de rechtspraak
De leden van de VVD-fractie vinden het teleurstellend dat de vraag over de uitkomsten
van het overleg tussen de provincie en de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden simpelweg is doorgeleid naar de provincie Fryslân. Hiervoor gaf
de VVD ook al aan dat de rol van het Ministerie van BZK beperkt lijkt te blijven tot
een doorgeefluik. In het algemeen overleg heeft de VVD ook aangegeven het een gezamenlijke
verantwoor-delijkheid van de provincie en het ministerie te vinden om te kijken of
er praktische oplossingen gevonden kunnen worden. Waarom pakt het ministerie die rol
niet op? Wanneer kan de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van het
overleg? Waarom is er niet een gesprek met de Raad voor de Rechtspraak over de ontwikkeling
van de specialisatie en concentratie van de rechtspraak en de gevolgen daarvan voor
de mogelijkheid van het gebruik van het Fries?
De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken in het overleg tussen de
provincie Fryslân en de Rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
over het gebruik van de Friese taal. Op welk moment kan de Kamer de uitkomsten van
dit overleg verwachten? Deze leden stellen vast dat door de schaalvergroting van de
rechtspraak zaken die in Fryslân spelen vaker buiten Fryslân worden behandeld of door
rechters die elders hun standplaats hebben. Dit leidt tot klachten, mede naar aanleiding
van het gebrek aan tolken, zoals recent de klacht van mevrouw J. Douwes uit Drachten
die zich als benadeelde heeft gemeld bij het Comité van experts van de Raad van Europa.
Kan de Minister aangeven hoe de rijksoverheid het recht om de Friese taal te spreken
borgt? Kan de Minister met de Minister voor Justitie en Veiligheid de Rechtspraak
erop aanspreken dat bij de toewijzing van zaken naar zittingslocatie rekening gehouden
wordt met het gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister kan aangeven hoe de landelijke overheid
ervoor zorgt dat het recht om de Friese taal te spreken daadwerkelijk kan worden uitgeoefend?
Kan de Minister ervoor zorgen dat er binnen de rechtspraak voldoende medewerkers beschikbaar
zijn om rechtszaken in het Fries (passief en actief) te kunnen voeren, eventueel door
het opnemen van functievereisten of het opleiden van personeel? Kan de Minister de
rechtspraak erop aanspreken dat zij bij de toewijzing/verdeling van zaken (naar zittingslocatie
en naar rechters) rekening houden met het gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen voorts of het de Minister bekend is dat degene
die gebruik wil maken van een Friese tolk dit acht dagen voor de zitting moet melden?
Zijn er mogelijkheden om dit planningsprobleem te verlichten, bijvoorbeeld door de
beschikbaarheid van meerdere tolken te stimuleren? Ziet de Minister hierbij mogelijkheden
om simultaanvertaling (met een tolkencabine) van de Friese taal in de rechtspraak
te laten onderzoeken?
Wanneer wordt de Kamer nader geïnformeerd over de afspraken inzake het gebruik het
Fries bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.
En kan de Minister in het verlengde hiervan ook ingaan op de vraag hoe het Fries geborgd
is bij de Hoge Raad, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij
de Centrale Raad van Beroep en bij het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben zorgen over de positie van de Friese taal
in de rechtspraak. Wanneer het Nederlands de tweede taal is, is het juist in de rechtspraak
van belang, dat men zich ook in de eigen (rijks)taal kan uiten. Onderschrijft de Minister
dit belang? Is het juist dat met de herindeling van rechtbanken en gerechtshoven,
vaker rechters en officieren zaken behandelen die het Fries niet machtig zijn? Is
inzichtelijk hoe vaak dit als hinderlijk door burgers wordt ervaren? Op welke termijn
verwacht de Minister de Kamer te kunnen informeren over de gesprekken met de Rechtbank
Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over gebruik van het Fries? Voorts
vragen de leden van de ChristenUnie-fractie op welke wijze bij zittingsroosters rekening
wordt gehouden met een (eventuele) behoefte aan een (deels) Friestalige bezetting?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de aanbeveling voor onderzoek naar
gebruik van het Fries in de rechtspraak aan de Minister voor Rechtsbescherming is
overgebracht. Graag horen zij of hier ook daadwerkelijk gevolg aan gaat worden gegeven,
en welke termijn hierbij zal worden gehanteerd.
3.2. Aanbevelingen Mercator kenniscentrum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de beperkte beschikbaarheid van tolken een aandachtpunt
is. Hoe wordt dat opgelost? Hoe wordt aan dat aandachtspunt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven en herkennen het tekort aan beëdigd
tolken. Welke mogelijkheden ziet de Minister om de provincie hierin te ondersteunen?
En welke mogelijkheden ziet de Minister om, al dan niet in pilotvorm, tolkgesprekken
in simultaandienst te laten plaatsvinden wanneer de behoefte daartoe blijkt?
4. Media, kinderopvang en zorg
4.1. Media
De leden van de CDA-fractie zeggen de Minister dank voor de bevestiging dat het budget
dat Omrop Fryslân ontvangt voor uitzending van Friestalige documentaires op NPO2 inderdaad
geïndexeerd behoort te worden. Deze leden begrijpen dat Omrop Fryslân dit bedrag nog
niet heeft ontvangen, maar hebben er alle vertrouwen in dat dit spoedig het geval
zal zijn.
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de bijzondere positie van Omrop Fryslân,
die niet alleen een doelstelling heeft als publieke omroep voor een regio, maar ook
voor een taalgebied. Hoe erkent de Minister deze bijzon-dere positie van Omrop Fryslân
en hoe wordt die bijzondere verantwoorde-lijkheid weerspiegeld in de bekostiging van
deze publieke omroep?
4.2. Kinderopvang
De Minister stelt, zo lezen de leden van de SP-fractie, dat in de BFTK 2019–2023 is
afgesproken dat als bedrijven en instanties het gebruik van het Fries trachten uit
te sluiten of te beperken, de provincie Fryslân actie zal ondernemen. Ook is in de
BTFK vastgelegd dat de provincie zorgt voor adequate voorlichting aan ouders, kinderopvangorganisaties
en betrokken instellingen over het belang en het omgaan met het Fries in een meertalige
opvoeding. De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij zicht heeft of deze
afspraken worden nagekomen. En als dit niet het geval is hoe hij zorg wil dragen voor
het nakomen van deze afspraken.
Het kabinet geeft aan dat de vercommercialisering van de kinderopvang niet leidt tot
minder aandacht voor meertaligheid. Meerdere commerciële aanbieders hebben «gepionierd»
in de Friestalige en tweetalige kinderopvang. De leden van de SP-fractie vragen zich
af of de Minister kan aangeven of de uitvoering van meertaligheid bij kinderopvang
leidt tot hogere kosten voor ouders. Daarnaast stelt de Minister dat ondanks de groei
van het aantal Friestalige en tweetalige opvanglocaties, er nog steeds «uitdagingen»
zijn in deze sector. Welke uitdagingen bedoelt de Minister hiermee?
4.3. Zorg
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk er aandacht is voor Fries (als tweede
officiële rijkstaal) in de zorg, omdat het dan gaat om mensen in kwetsbare situaties.
Dat is overigens breder dan alleen de ouderenzorg. De leden van de VVD-fractie vinden
het goed om te lezen dat er wordt ingezet op het project «Frysk yn «e soarch». Er
wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het gebruik van de moedertaal
of het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen, naast het
mbo-zorgonderwijs, op hbo-niveau opgenomen kan worden. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid
zijn? En wanneer kan hierover een terugkoppeling plaats vinden en de Tweede Kamer
over geïnformeerd worden? Daarnaast gaan VWS en de provincie in kaart brengen welke
Friestalige hulpmiddelen voor zorginstellingen bestaan, aan welke hulpmiddelen behoefte
is en hoe de inzet daarvan met stimuleringsregelingen zoals de Stimuleringsregeling
E-health Thuis (SET) kan worden bevorderd. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid
komen? En wanneer kan de Tweede Kamer daarover geïnformeerd worden? De leden van de
VVD-fractie zouden het goed vinden dat hierover in de eerste helft 2020 meer duidelijkheid
komt.
De leden van de CDA-fractie vragen welke ervaringen met bestaande vormen van zorg
aan ouders de aanleiding zijn voor het Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en
Sport om het belang van het hanteren van de Friese taal in te zien? Rond ouderenzorg
wordt door de Minister gewezen op het gebruik van het Fries in verpleeghuizen. Steeds
meer zorg wordt aan huis gegeven vanuit de wens dat ouderen langer thuis wonen. Welke
inspanningen worden gericht op de beheersing van de Friese taal door aan dergelijke
zorg verbonden zorgverleners? Is hiervoor oog bij de zorg aanbestedende gemeenten?
Onder het kopje zorg lezen de leden van de GroenLinks-fractie alleen over ouderenzorg.
Kan de Minister aangeven hoe het in andere delen van de zorg omgegaan wordt met het
gebruik van het Fries?
5. Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur
De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat de Minister de Tweede
Kamer zal blijven informeren over de ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal
en cultuur. Kan de Minister toezeggen dit in ieder geval eenmaal per jaar te doen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het Kabinet in juli 2019 de kabinetsreactie
van Nederland heeft gepresenteerd op de derde opinie van het adviescomité met betrekking
tot de implementatie van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden
van juli 2019. Het lijkt vooral een beschrijving van wat er op dit moment al gebeurt.
Kan de Minister aangeven wat er concreet anders is of is/wordt gewijzigd op basis
van de derde opinie van het adviescomité? Kan de Minister aangeven op welke punten
vrijwel dezelfde inhoudelijke aspecten in zowel de tweede als derde opinie zijn opgenomen?
Kan de Minister aangeven welke verbeteringen het adviescomité concreet heeft geconstateerd
ten opzicht van de tweede opinie van het adviescomité?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.