Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rudmer Heerema, Nijkerken-de Haan en Yesilgöz-Zegerius over het bericht ‘schorsing om herkenbare leerlingen in bescherming te nemen’ en ‘drie jongens opgepakt voor mishandeling Gorinchem’
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius, Rudmer Heerema en Nijkerken-de Haan (allen VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichten «Schorsing om herkenbare leerlingen in bescherming te nemen» en «Drie jongens opgepakt voor mishandeling Gorinchem» (ingezonden 28 november 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (ontvangen 21 januari 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 1241.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten »Schorsing om herkenbare leerlingen in bescherming
te nemen» en «Drie jongens opgepakt voor mishandeling Gorinchem»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u het met de mening eens dat de misselijkmakende beelden die we uit Gorinchem
zagen en die zorgden voor een schok door het hele land, strenge veroordeling verdienen
en directe actie, niet alleen van de lokale driehoek, maar ook vanuit het kabinet?
Zo ja, welke acties zijn tot nu toe ondernomen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven wat de huidige stand van zaken is? Klopt het dat slachtoffers dagen
moesten wachten om aangifte te kunnen doen en dat sommigen zo angstig zijn dat ze
dit überhaupt niet durven? Wat is gedaan om hen te helpen in dit proces?
Antwoord 2 en 3
Allereerst wil ik vooropstellen dat ik dit soort geweld verafschuw. De politie is
kordaat aan de slag gegaan met deze zaak. De video met de beelden, gedateerd van 15 november,
is één dag later ter kennis gekomen bij de politie. Uit nader onderzoek bleek dat
er tussen 8 en 17 november sprake is geweest van zes incidenten op verschillende locaties
in Gorinchem. Daarvan is ook zes keer aangifte gedaan bij de politie. In totaal zijn
er gedurende het onderzoek veertien verdachten, allen onder de leeftijd van zestien
jaar, aangehouden.
De slachtoffers hebben niet dagen moeten wachten om aangifte te kunnen doen. Een enkel
slachtoffer heeft in de avond op 15 november via 0900–8844 telefonisch contact opgenomen
met het regionale servicecentrum van de politie-eenheid Rotterdam, waar Gorinchem
onder valt, en heeft een dag later aangifte kunnen doen op het politiebureau in Gorinchem.
Door de politie is contact gezocht met de slachtoffers die twijfelden over het doen
van aangifte. Uiteindelijk is van alle zes voornoemde incidenten door of namens de
slachtoffers aangifte gedaan. De ouders van de slachtoffers zijn gedurende de twee
weken van het onderzoek door de politie op de hoogte gehouden van de voortgang, zoals
bij de aanhouding van de verdachten. In verband met het lopende strafrechtelijk onderzoek
kan ik verder geen uitspraken doen over deze zaak.
Vraag 4 en 5
Kunt u toelichten waarom op camerabeeld herkenbare leerlingen die betrokken waren
bij de zware mishandeling zijn geschorst om ze in bescherming te nemen, in plaats
van meteen op te pakken als men blijkbaar weet om wie het gaat? Klopt het dat de school
deze waarschijnlijke daders wilde beschermen? Kunt u aangeven wat de school heeft
gedaan om in plaats hiervan de slachtoffers te beschermen?
Bent u van mening dat deze leerlingen een gevaar vormen en dat andere leerlingen en
de maatschappij tegen deze jongeren beschermd moeten worden, in plaats van dat de
mogelijke daders en betrokkenen van een zware mishandeling beschermd moeten worden?
Zo ja, wat gaat u er aan doen om te zorgen dat deze leerlingen niet nog een keer de
fout in gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Na het incident is er contact geweest met de bestuurders van de betreffende scholen.
Ook de Inspectie van het Onderwijs heeft contact gehad met de bestuurders zoals gebruikelijk
is na incidenten. De incidenten hebben buiten schooltijd plaatsgevonden. De eerste
zorg van de scholen was gericht op de vraag of er slachtoffers op de scholen zaten.
Na verspreiding van de beelden ontstond onrust binnen de scholen. Op dat moment hebben
de scholen besloten om de betreffende jongeren te schorsen om de rust binnen de scholen
te bewaren en om de veiligheid van alle leerlingen te kunnen garanderen.
Vraag 6
Klopt het dat de CDA-burgemeester direct na het incident bezoeken heeft gebracht aan
Marokkaanse moskeeën? Kunt u aangeven met welk doel dit is gebeurd, waarom juist bij
(deze) moskeeën en wat de opbrengst van deze gesprekken is geweest? Is de burgemeester
ook bij de slachtoffers langs geweest?
Antwoord 6
De burgemeester van Gorinchem heeft direct na het incident met meerdere organisaties
telefonisch en/of op het stadhuis contact gehad, waaronder de politie, openbaar ministerie,
betrokken scholen, (ouders) van slachtoffers en met het bestuur van de Turkse en Marokkaanse
moskee. De burgemeester heeft geen van deze organisaties of personen bezocht.
Vraag 7 en 10
Bent u van mening dat, ondanks dat het goed is dat er drie jongens zijn opgepakt,
de hele bende opgerold moet worden? Wat gaat u doen om de rest van deze bende laf
tuig op te pakken?
Bent u bereid om de Kamer actief te informeren over de ontwikkelingen binnen deze
zaak? Zo ja, kunt u op korte termijn een stand van zaken geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 10
In totaal zijn naar aanleiding van de voornoemde zes incidenten veertien verdachten
aangehouden door de politie. Voor zover nu bekend bij de politie zijn dat alle bij
die incidenten betrokken verdachten. Meer informatie kan ik in het belang van het
lopende onderzoek niet geven.
Vraag 8
Bent u van mening dat ouders die nalatig zijn en die hun kinderen deze misdaden laten
begaan gekort zouden moeten worden op de kinderbijslag? Zo ja, bent u bereid dit wettelijk
te regelen?
Antwoord 8
De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders. Als ouders in gebreke blijven
is dat betreurenswaardig. Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 11 kunnen door
de gemeente allerlei (wettelijke) bevoegdheden en instrumenten ingezet worden om op
te treden tegen openbare orde verstoring en overlast. Daarnaast kan onder regie van
de gemeente in overleg met het OM en politie een gezamenlijk plan van aanpak worden
bepaald als er ook sprake is van strafbare feiten. Een aanpak langs deze weg ligt
meer voor de hand dan via de kinderbijslag. Het doel van de kinderbijslag is immers
een tegemoetkoming bieden aan ouders in de kosten van hun kinderen.
Vraag 9
Zijn deze minderjarigen hun leerplicht nagekomen en is er in combinatie met hun leeftijd
de mogelijkheid om de kinderbijslag te korten of stop te zetten? Zo ja, is dit gebeurd?
Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?
Antwoord 9
In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat in het geval er sprake is van schoolverzuim
van zestien uur in vier weken de school hiervan melding moet maken via het verzuimregister
bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar onderzoekt bij een dergelijke melding
de zaak. Als het nodig is, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaken.
Voordat de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaakt, wordt eerst met de leerling,
ouders en school gesproken. In dit geval was er sprake van een handeling buiten schooltijd
en verzuimden de leerlingen op dat moment niet. De scholen hebben daarom geen melding
gedaan van verzuim bij de leerplichtambtenaar.
De Algemene Kinderbijslagwet biedt de mogelijkheid om de kinderbijslag stop te zetten
wanneer een leerplichtambtenaar onrechtmatig verzuim constateert van een kind in de
leeftijd van 16 en 17 jaar en dit kind kwalificatieplichtig is. Deze voorwaarde is
niet van toepassing op de leerlingen in kwestie, omdat zij ten tijde van de incidenten
de leeftijd van 16 jaar nog niet bereikt hadden.
Vraag 11
Bent u bereid, gezien het feit dat dit niet het eerste incident is (zo hebben andere
gemeenten als Beverwijk ook al jarenlang te kampen met gewelddadige jeugdbendes),
om een overzicht te geven van de gemeenten die gebukt gaan onder dergelijk geweld,
de bevoegdheden die het lokale gezag heeft om dit geweld aan te pakken en een daarbij
behorende analyse van de jeugdbendes? Kunt u daarbij expliciet aangeven wat de achtergrond
is van deze bendes en of hier sprake is van een specifieke groep die een specifieke
aanpak vereist?
Antwoord 11
Landelijk bestaat geen overzicht van gemeenten die te maken hebben met jeugdbendes.
De gemeente kan naar aanleiding van binnenkomende signalen de politie vragen op basis
van een groepsscan een analyse te maken van een aanwezige jeugdgroep in de gemeente.
De politie kan hier ook zelf initiatief voor nemen, dan wel kan het een gezamenlijk
besluit zijn vanuit het (regelmatig) overleg tussen gemeente en politie over signalen
van overlast, strafbare feiten in groepsverband.
Door de gemeente kunnen allerlei (wettelijke) bevoegdheden en instrumenten ingezet
worden om op te treden tegen openbare ordeverstoring en overlast. Daarnaast kan onder
regie van de gemeente in overleg met het OM en politie een gezamenlijk plan van aanpak
worden bepaald als er ook sprake is van strafbare feiten. Wanneer een gemeente dat
wenst, kan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) adviseren
en ondersteunen in de aanpak van jeugdgroepen. Het CCV biedt deze ondersteuning al
enige jaren. Zoals ik ook heb toegezegd aan uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg
Politie op 19 december 2019, ga ik in gesprek met burgemeesters over de bestuurlijke
aanpak van straatterreur. Ik stuur uw Kamer voor het krokusreces een brief met de
uitkomsten hiervan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.