Amendement : Amendement van het lid Van der Lee over prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
35 250 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)_
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEE
Ontvangen 13 januari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 16 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien de rechtsvraag, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de rechtbank
van civiele aard is, stelt de rechtbank deze vraag aan de Hoge Raad. Titel Tiende
A van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing
op dit verzoek.
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid voor de rechtbank geregeld om rechtsvragen
door middel van prejudiciële vragen voor te leggen aan de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Aangezien de bestuursrechter ook geconfronteerd kan worden
met een civielrechtelijke rechtsvraag is het nuttig deze mogelijkheid te verruimen
door prejudiciële vragen van civielrechtelijke aard voor te leggen aan de Hoge Raad.
Aangezien gedupeerden de mogelijkheid hebben om zowel de bestuursrechtelijke als de
civielrechtelijke gang te bewandelen bij het verhalen van mijnbouwschade, kan met
het huidige wetsvoorstel de situatie voorkomen dat dezelfde rechtsvraag wordt beantwoord
door zowel de civiele rechter als bij de bestuursrechter, aangezien de civiele rechter
de mogelijkheid heeft prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Dit amendement
voorkomt dat.
Van der Lee
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Tom van der Lee, Tweede Kamerlid