Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martin Bosma over het besluit om de peildatum voor de ledentelling te verschuiven van 31 december 2019 naar 31 december 2020
Vragen van het lid MartinBosma (PVV) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het verschuiven van de peildatum (ingezonden 13 december 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 20 december
2019).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met uw eigen uitspraken tijdens het debat van 10 december jl., te weten:
«Dat betekent bijvoorbeeld ook dat de peildatum die altijd gehanteerd wordt voor potentiële
aspirant-omroepen ook één jaar zal doorschuiven, naar 31 december 2020. Dat is nog
niet officieel naar buiten gekomen, omdat ik zelf nog even heb gewacht op de behandeling
van dit wetsvoorstel, maar u zult begrijpen dat we, ook met het oog op de tijd, dit
besluit nu moeten nemen. Dat is een autonome bevoegdheid die ik vanuit de Mediawet
heb. Dat besluit zal deze week dus bekend worden gemaakt»?1
Bent u bekend met de uitspraken van uw woordvoerder op 11 december jl., die aangaf
dat het opschuiven van de peildatum niet nieuw was?2
Antwoord 1 en 2
Ja.
Vraag 3, 4 en 5
Ziet u hierin ook een opmerkelijk verschil? Zo nee, waarom niet?
Vindt u het correct om zo kort van tevoren de peildatum te veranderen?
Bent u bereid uw voorgenomen besluit om de peildatum uit te stellen in te trekken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4 en 5
Ik heb eerder aangegeven dat ik voornemens was de peildatum met een jaar op te schuiven.
Bijvoorbeeld in de beantwoording van de vragen over de visiebrief met betrekking tot
de toekomst van het publieke omroepbestel3 en in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel houdende verlenging
van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met
een jaar4. Tijdens het debat van 10 december jl. gaf ik aan dat ik dit besluit nu formeel genomen
heb.
Ik heb mijn voornemen om de peildatum te verschuiven ook eerder gecommuniceerd aan
de huidige omroepen in het bestel. Hier zijn zij dan ook vanuit gegaan. Ook alle nieuwe
initiatieven die zich bij het ministerie hebben gemeld, heb ik medegedeeld dat ik
voornemens was de peildatum te verschuiven.
Vraag 6
Hoe vindt u het overkomen dat u een wetsvoorstel aan de Kamer voorlegt om dan vervolgens,
als het u niet snel genoeg gaat of wanneer uw argumenten tekort schieten, dan maar
een deel van wat met de wet beoogd wordt te regelen middels het aanwenden van de bevoegdheden
die u op basis van de Mediawet heeft?
Antwoord 6
In het wetsvoorstel stel ik voor de concessie- en erkenningperiode van de landelijke
publieke mediadienst met een jaar te verlengen. Het verschuiven van de peildatum maakt
geen onderdeel uit van het wetsvoorstel. In artikel 2.27 van de Mediawet is geregeld
dat de peildatum door de Minister wordt vastgesteld. Dat heb ik nu gedaan. Gelet op
de gewenste zekerheid over de peildatum voor omroeporganisaties, zowel bestaande omroeporganisaties
als nieuwe initiatieven, die zich voorbereiden op een aanvraag voor een (voorlopige)
erkenning, achtte ik het noodzakelijk om anticiperend op de afronding van het wetsvoorstel
nu het besluit te nemen en te publiceren om de peildatum met een jaar te verschuiven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.