Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Verhoeven over het bericht ‘Dutch minister urges EU action to fight child pornography online’’
Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Dutch Minister urges EU action to fight child pornography online» (ingezonden 5 december 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 december
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Dutch Minister urges EU action to fight child pornography
online»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de reden dat u, in strijd met het kabinetsstandpunt en antwoorden op eerdere
schriftelijke vragen, internationaal een pleidooi houdt voor het verzwakken van encryptie,
wat evident niet binnen de kaders van het kabinetsstandpunt past?
Antwoord 2
Zoals ik heb gemeld in antwoorden op Kamervragen van het lid Verhoeven op 15 november
jl. zijn mijn zorgen niet in strijd met het kabinetsstandpunt over encryptie uit 2016.2 Ik streef naar oplossingen die binnen de kaders van het kabinetsstandpunt recht doen
aan de belangen van de opsporing en de nationale veiligheid. Daarbij acht ik het onder
meer van belang te bezien of een internationale oplossing mogelijk is.
Het breder gebruik van encryptie, onder meer door het instellen als standaard bij
communicatie tussen personen, maakt het opsporen van strafbare feiten lastiger en
soms onmogelijk. Zoals gemeld in mijn brief van 22 november jl. over de aanpak van
online seksueel kindermisbruik ben ik bezorgd over de toekomstige effectiviteit van
opsporing naar het vervaardigen, verspreiden of bezitten van kinderporno, zware criminaliteit
en terrorisme.3
De integrale aanpak van online seksueel kindermisbruik is een belangrijk speerpunt
voor mij, dit misbruik is mensonterend en één van de meest verwoestende vormen van
criminaliteit. Vanaf het begin van deze kabinetsperiode wil ik deze spiraal doorbreken,
slachtoffers verdienen dat.
Vraag 3
Bent u bereid te stoppen met pleiten voor het verzwakken van encryptiesoftware?
Antwoord 3
Ik heb niet gepleit voor het verzwakken van encryptiesoftware. Zie verder het antwoord
op vraag 4.
Vraag 4
Deelt u de mening dat u niet enerzijds «het belang van encryptie voor de veilige communicatie
tussen burger, bedrijf en overheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
en de toegevoegde waarde voor de digitale economie in Nederland» kunt onderschrijven
en anderzijds kunt pleiten voor het afzwakken dan wel terugdraaien van encryptie van
communicatie?
Antwoord 4
Het kabinetsstandpunt uit 2016 benoemt diverse betrokken belangen, waaronder het belang
van encryptie voor de veilige communicatie tussen burger, bedrijf en overheid, de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de toegevoegde waarde voor de digitale
economie in Nederland. Daarnaast wijst het kabinetsstandpunt op het belang van het
(tijdig) verkrijgen van inzicht in de communicatie ten behoeve van de bescherming
van de nationale veiligheid en de opsporing van strafbare feiten. In de antwoorden
op Kamervragen van het lid Verhoeven van 15 november jl. heb ik erop gewezen dat de
mogelijkheid om gegevens in onversleutelde vorm te vorderen bij een dienstverlener
minder vaak beschikbaar is. In toenemende mate worden bij moderne toepassingen van
encryptie de gegevens nog slechts in versleutelde vorm door dienstverleners verwerkt.
De diverse betrokken belangen staan in bepaalde gevallen met elkaar op gespannen voet.
Voor dergelijke gevallen is het nodig oplossingen te vinden die recht doen aan deze
belangen en/of waarbij deze belangen zorgvuldig zijn gewogen. Daarvoor heb ik aandacht
gevraagd. Zoals gemeld in het antwoord op vraag 2 streef ik naar oplossingen binnen
de kaders van het kabinetsstandpunt uit 2016.
Vraag 5
Bent u bereid deze vragen nog deze week te beantwoorden?
Antwoord 5
Verzending binnen twee werkdagen bleek helaas niet haalbaar. De vragen zijn wel met
spoed beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.