Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor AOW-gerechtigden
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor AOW-gerechtigden (ingezonden 31 oktober 2019).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de staatssecretarissen van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen
17 december 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 789.
Vraag 1
Bent u bekend met de normen die de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hanteert
voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en bent u bekend met het feit dat
de maximale norm voor kwijtschelding onder de hoogte van een reguliere AOW-uitkering
voor alleenstaanden valt?1 2
Antwoord 1
Ik ben bekend met deze normen. Met de nieuwsbrief waarnaar verwezen wordt, informeert
de VNG haar leden over de actuele bedragen die na indexering vanaf juli 2019 gelden.
De normen zelf vloeien voort uit de door de Staatssecretaris van Financiën vastgestelde
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, aangevuld met de door de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijkrelaties vastgestelde Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke
en waterschapsbelastingen (Stcrt.2014, 34049).
Gemeenteraden en waterschapsbesturen hebben de beleidsvrijheid voor een van de navolgende
normen te kiezen; zij mogen in hun kwijtscheldingbeleid geen lagere norm hanteren:
De kwijtscheldingsnorm voor AOW-gerechtigden bedraagt ten hoogste 100% van de AOW-uitkering,
verhoogd met € 10,37 (eenpersoons AOW) resp. € 20,74 (echtparen AOW) per maand.
De kwijtscheldingsnorm bedraagt ten minste 90% van de algemene bijstandsnorm voor
AOW-gerechtigden, verhoogd met de genoemde bedragen.
Bij het bepalen van de betalingscapaciteit voor het recht op kwijtschelding, wordt
bovendien rekening gehouden met een deel van de woonkosten en de premie van de zorgverzekering.
Van de uiteindelijk berekende betalingscapaciteit wordt 80% opgeëist. In gemeenten
die hebben gekozen voor de 90%-norm, zullen mensen met alleen een AOW-uitkering indien
zij niet op volledige kwijtschelding aanspraak maken, mogelijk nog aanspraak maken
op gedeeltelijke kwijtschelding.
Vraag 2
Deelt u de mening dat enkel een AOW-uitkering geen vetpot is en dat het voor veel
ouderen moeilijk is rond te komen van alleen een AOW-uitkering, te meer omdat deze
mensen geen mogelijkheid meer hebben een aanvullend pensioen op te bouwen?
Antwoord 2
Het is mogelijk om van enkel een AOW-uitkering rond te komen. Nibud laat in een minimumvoorbeeldbegroting
zien dat een AOW-uitkering zonder aanvullend pensioen gemiddeld genomen voldoende
zou moeten zijn om van rond te komen. Naast de AOW bestaat er ook recht op zorgtoeslag
en in sommige gevallen ook huurtoeslag. Daarnaast is er mogelijk sprake van lokale
minimaregelingen, waar het Nibud in haar berekeningen nog geen rekening mee houdt.
Daarbij kan de situatie van gemeente tot gemeente verschillend zijn en is het goed
dat gemeenten de ruimte hebben om in hun kwijtscheldingsbeleid de maximale normen
voor ouderen op 100% van de AOW-uitkering, aangevuld met bovengenoemde verhoging van
€ 10,37 en € 20,74, te stellen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de VNG haar leden op zijn minst de mogelijkheid moet geven om
voor mensen met enkel een AOW-uitkering kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
alsnog mogelijk te maken? Zo ja, bent u bereid met hen in overleg te treden om dit
te bewerkstelligen?
Antwoord 3
De VNG kan zelf geen kwijtscheldingsbeleid maken, maar informeert de leden over de
wettelijke mogelijkheden. Gemeenten kunnen kwijtschelding voor mensen met enkel een
AOW-uitkering mogelijk maken en ik zie dan ook geen aanleiding om hierover met de
VNG en gemeenten in gesprek te gaan.
Vraag 4
Hoe verhouden de andere volgens de VNG te hanteren normen voor kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen zich tot het sociaal minimum?
Antwoord 4
De andere normen vloeien voort uit de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en
zijn mede gebaseerd op de Participatiewet, zij sluiten daarmee grotendeels aan op
hetgeen voor het sociaal minimum van toepassing is. Uitzondering is de vermogensnorm,
daarvoor wordt verwezen naar antwoorden die de Minister van Binnenlandse Zaken onlangs
heeft gegeven op vragen van de leden Van Raak en Jasper van Dijk over dit onderwerp
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 516).
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat er van gemeente tot gemeente grote verschillen bestaan
in de gehanteerde normen voor kwijtschelding, iets dat tot grote verschillen in behandeling
van minima leidt?
Antwoord 5
Gelet op de beleidsruimte van gemeenten in hun eigen belasting- en kwijtscheldingsbeleid
ben ik ermee bekend dat er van gemeente tot gemeente verschillen kunnen bestaan. Zo
kunnen gemeenten zelf bepalen voor welke gemeentelijke belastingen kwijtschelding
wordt verleend. Uit de Coelo Atlas van de lokale lasten 2019 blijkt dat op vier gemeenten
na de woonlasten ten aanzien van de gemeentelijke belastingen (o.a. afvalstoffenheffing
en rioolheffing) voor een meerpersoonshuishouden na kwijtschelding minder dan 150
euro zijn. Het Coelo overzicht laat geen grote verschillen zien, maar is gebaseerd
op enkele veronderstellingen. Ik heb geen nadere informatie over hoe groot die verschillen
in de praktijk feitelijk zijn en in hoeverre die leiden tot verschillen in de behandeling
van minima.
Vraag 6
Bent u bereid om te kijken of de normen voldoende zijn en hierover in gesprek te gaan
met de gemeenten?
Antwoord 6
Mede naar aanleiding van de aangenomen motie Krol (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 34), neem ik de normen voor AOW-gerechtigden mee in het traject herziening lokaal belastinggebied.
In dit kader is ambtelijk contact met gemeenten over deze thematiek. Mochten de uitkomsten
daartoe aanleiding geven zal ik in overleg treden met gemeenten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.