Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Weverling en Aartsen over de berichten ‘Hoe T-Mobile zichzelf in de voet schoot met omweg dataverkeer’ en ‘Klachten bij toezichthouder over traag internet bij T-Mobile‘
Vragen van de leden Weverling en Aartsen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de berichten «Hoe T-Mobile zichzelf in de voet schoot met omweg dataverkeer» en «Klachten bij toezichthouder over traag internet bij T-Mobile» (ingezonden 4 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 10 december
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe T-Mobile zichzelf in de voet schoot met omweg dataverkeer»1 en het bericht «Klachten bij toezichthouder over traag internet bij T-Mobile»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw mening over het feit dat T-Mobile het Nederlandse dataverkeer niet meer
via AMS-IX heeft geleid, maar in plaats daarvan via de eigen «backbone» in Duitsland,
met een flinke afname van de reactiesnelheid tot gevolg?
Antwoord 2
Een private onderneming als T-Mobile heeft een grote mate van vrijheid om te bepalen
hoe zij het verkeer van haar abonnees routeert.
Mijn ministerie heeft naar aanleiding van de berichtgeving navraag gedaan bij T-Mobile
en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). T-Mobile erkent dat er verkeer via het
netwerk van Deutsche Telekom is geleid. Dat betrof een omleiding naar een onderdeel
van het netwerk van Deutsche Telekom dat fysiek gevestigd is in de buurt van Amsterdam,
waarna het verkeer langs diverse routes werd verwerkt. Dit kan onder meer via Duitsland
zijn gebeurd.
Vraag 3
Hoe verhoudt het omleiden van Nederlands dataverkeer via het buitenland en de gevolgen
daarvan voor de reactiesnelheid van gebruikers zich tot de Nederlandse ambities om
met het 5G netwerk een digitale koploper op het gebied van het leveren van snel internet
te zijn?
Antwoord 3
Ik begrijp dat de routering van het verkeer door T-Mobile enkel betrekking had op
het verkeer afkomstig van het vaste netwerk. Dus van klanten die een abonnement hebben
bij T-Mobile Thuis via koper (het oude telefoonnetwerk) of glasvezel. De 2G, 3G, en
4G dienstverlening van T-Mobile werd zodoende niet beïnvloed door de omleiding van
het verkeer. Indien T-Mobile reeds een 5G-netwerk had, dan zou die dienstverlening
ook niet zijn beïnvloed.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het, met het oog op het waarborgen van het goede Nederlandse
vestigingsklimaat voor aanbieders van digitale diensten, onwenselijk is als de reactiesnelheid
voor gebruikers omlaag gaat wanneer Nederlands dataverkeer via het buitenland omgeleid
wordt?
Antwoord 4
De reactiesnelheid die in de genoemde berichtgeving wordt beschreven noemt men ook
wel latency, en wordt gemeten in milliseconden. Het is de tijd dat een signaal er
over doet om van A naar B te reizen, en weer terug. Deze reactiesnelheid wordt een
steeds belangrijker aspect van de kwalitatief hoogwaardige connectiviteit waar ik
naar streef en daarmee belangrijk voor het Nederlandse vestigingsklimaat.
Overigens verschilt de behoefte aan reactiesnelheid per dienst. Op dit moment is de
reactiesnelheid onder meer van belang voor diensten als gaming en bellen via internet
(«VoIP»). Voor andere diensten is de reactiesnelheid weliswaar van belang voor de
gebruikservaring, maar niet essentieel voor een goede werking. Het is bijvoorbeeld
fijn als een e-mail direct na verzending wordt afgeleverd, maar als het iets langer
duurt gaat er niet meteen iets mis. De verwachting is echter dat er in de komende
jaren steeds meer diensten komen waar een lage reactiesnelheid noodzakelijk is om
goed te kunnen functioneren. Voorbeelden hiervan zijn zelfrijdende auto’s, augmented
of virual reality, en spraakassistenten.
Ik ben blij om te zien dat het handelen van T-Mobile zo veel reacties heeft uitgelokt,
en dat T-Mobile de omleiding vrijwel direct heeft teruggedraaid. In dit geval heeft
de markt zijn werk gedaan.
Vraag 5
Wat zijn volgens u de risico’s voor de positie van AMS-IX en andere Nederlandse exchanges
bij het op dergelijke wijze omleiden van dataverkeer? En wat zijn volgens u de risico’s
voor Nederland als internationaal knooppunt van internetverkeer?
Antwoord 5
Voor de positie van de AMS-IX als een van de belangrijkste internetknooppunten in
de wereld is van belang dat er zo veel mogelijk ondernemingen op haar locaties verkeer
uitwisselen. Wanneer ondernemingen besluiten om verkeer uit te wisselen op een andere
wijze dan vermindert dat de klandizie voor de AMS-IX. Omdat de AMS-IX een internetknooppunt
is waar véél meer ondernemingen op zijn aangesloten dan enkel T-Mobile valt te betwijfelen
of het anders routeren van verkeer door alleen T-Mobile van significante invloed is
op de AMS-IX. Wel kan ik me voorstellen dat AMS-IX de trend waarbij grote internetaanbieders
en dienstverleners steeds vaker rechtstreekse interconnecties met elkaar aangaan als
bedreiging wordt ervaren.
Vraag 6 en 7
Kunt u aangeven hoe het selectief omleiden van Nederlands dataverkeer via het buitenland,
het zogeheten «double dipping», met als gevolg een lagere reactiesnelheid voor gebruikers
of voor sommige Nederlandse websites, zich verhoudt tot de wettelijke plicht voor
internetaanbieders om de netneutraliteit te waarborgen?
Deelt u de mening dat de Nederlandse digitale ondernemers, zoals aanbieders van websites,
net zoals de consument recht hebben op gelijke behandeling wat betreft netneutraliteit
en dat het selectief omleiden van Nederlands dataverkeer via het buitenland deze netneutraliteit
schaadt?
Antwoord 6 en 7
Eerst wil ik opmerken dat het omleiden van Nederlands dataverkeer via het buitenland
niet hetzelfde is als wat er in de berichtgeving wordt bedoeld met double dipping.
Double dipping verwijst naar de volgens de berichtgeving vermeende intentie achter
het handelen van T-Mobile, of eigenlijk moedermaatschappij Deutsche Telekom. De stelling
in de berichtgeving is dat Deutsche Telekom ondernemingen wiens diensten veel bandbreedte
en/of een lage reactiesnelheid nodig hebben, dwingt tot betalen voor een goede verbinding
met haar netwerk. De omleiding van het verkeer zou het voor Deutsche Telekom mogelijk
maken om de toegang tot de abonnees van T-Mobile Thuis in te zetten als fiche in het
onderhandelingsspel met dit soort dienstverleners. Op die manier kan Deutsche Telekom
twee keer dippen. Oftewel, geld verdienen aan haar netwerk. Aan de ene kant door internettoegang
en andere diensten te verkopen aan consumenten en zakelijke gebruikers. Aan de andere
kant door een hoogwaardige verbinding met haar netwerk – zgn. «interconnectie» – te
verkopen aan de ondernemingen die diensten leveren aan consumenten en zakelijke gebruikers.
De relatie tussen netneutraliteit en interconnectiebeleid wordt geregeld door de Europese
netneutraliteitsregels zoals vastgelegd in Verordening 2015/2120/EU. Voor de toepassing
van de Verordening heeft BEREC (Europese organisatie van nationale telecomtoezichthouders)
richtsnoeren opgesteld. In die richtsnoeren is uitgelegd dat interconnectiebeleid
onder artikel 3, eerste lid, van de Verordening getoetst kan worden als de daarin
genoemde eindgebruikersrechten er door beperkt worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval
zijn wanneer interconnectiebeleid wordt ingezet om de intenties van de Verordening
te omzeilen. In dergelijke gevallen kunnen nationale toezichthouders volgens BEREC
in het kader van de netneutraliteitsregels interconnectieovereenkomsten onderzoeken.
Dit betekent dat het interconnectiebeleid van internetaanbieders door de ACM kan worden
getoetst aan de netneutraliteitsregels.
Vraag 8
Bent u bekend met vergelijkbare voorbeelden van internetaanbieders, die het Nederlandse
dataverkeer omleiden via het buitenland, met mogelijke gevolgen voor de reactiesnelheid
of de netneutraliteit? Zo niet, kunt u nagaan of ook andere internetaanbieders het
Nederlands dataverkeer ook omleiden via het buitenland?
Antwoord 8
Nee, ik ben daar niet mee bekend. Ik zie voorts geen aanleiding om nader onderzoek
te verrichten naar de routering van dataverkeer door Nederlandse internetaanbieders.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het verstandig zou zijn als de Autoriteit Consumet & Markt onderzoek
doet naar de potentiële gevolgen voor de netneutraliteit van het omleiden van het
dataverkeer door T-Mobile en eventuele andere gevallen die u bekend zijn?
Antwoord 9
De ACM is een onafhankelijk toezichthouder. Ten behoeve van die onafhankelijkheid
acht ik het niet verstandig om mij uit te laten over de eventuele wenselijkheid van
enig onderzoek. Overigens heeft de ACM mij wel laten weten dat zij contact heeft gehad
met T-Mobile om vragen te stellen over diens handelen. De ACM verwacht nog nadere
gesprekken met T-Mobile te gaan voeren over dit voorval.
Tot slot wil ik opmerken dat de ACM de ontwikkelingen in de interconnectiemarkt volgt.
Zowel zelfstandig als in het verband van BEREC. Zo heeft BEREC reeds in 2012 onderzoek
gedaan naar de relatie tussen netneutraliteit en interconnectie, benoemt ze op haar
website interconnectie als aandachtspunt voor het waarborgen van netneutraliteit,
en benoemt ze in haar recent geconsulteerde werkplan de optie van een workshop over
het onderwerp. Het doel van zo’n workshop is om toezichthouders te informeren over
de laatste ontwikkelingen in de interconnectiemarkt. Daarnaast heeft mijn ministerie
reeds in 2015 aan de ACM gevraagd om onderzoek te verrichten naar de ontwikkelingen
op de interconnectiemarkt. Dit onderzoek is gepubliceerd op de website van de ACM.3Uw Kamer is reeds eerder over ontwikkelingen in de interconnectiemarkt geïnformeerd
bij brief van 23 december 2014.4 Er is dus aandacht voor ontwikkelingen als deze.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.