Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over general aviation vanaf Lelystad Airport
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over general aviation vanaf Lelystad Airport (ingezonden 13 november 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
12 december 2019).
Vraag 1
Is een zo spoedig mogelijke opening van Lelystad Airport, op elk politiek gewenst
moment na april 2020, nog steeds uw voornemen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het mede voor de huidige gebruikers van het vliegveld zinvol
is om te weten wanneer wat speelt, zodat zij tijdig aanpassingen kunnen doen?
Antwoord 2
Ja. Zoals ik uw Kamer op 28 oktober jl. heb meegedeeld, heeft de luchthaven Lelystad
maandelijks overleg met de gebruikers van de luchthaven over actuele en operationele
zaken die spelen rondom het gebruik van de luchthaven. Ook wordt een maandelijkse
nieuwsbrief uitgegeven die onder gebruikers wordt verspreid. Daarnaast is er in de
aanloop naar de start van de inregelperiode en in samenwerking met de luchtverkeersleiding
een intensief communicatie traject doorlopen, met als doel een zorgvuldige en veilige
transitie. In dat kader had de luchthaven veelvuldig contact met de gebruikers, bijvoorbeeld
tijdens specifiek daarvoor georganiseerde informatiebijeenkomsten en één op één gesprekken.
Vraag 3, 4, 5, 6, 7
Hoe staat het met het door u in uw antwoorden op Kamervragen gemelde werkspoor onder
leiding van de provincie Flevoland dat aan de Alderstafel is ingericht?1 Is dat dossier nog actief?
Is het correct om in verband hiermee een oplossing voor zwevers en microlights te
zoeken binnen de provincie, terwijl elders wel locaties zijn en er snel tot de conclusie
is gekomen dat er geen geschikte locaties zijn binnen de provincie
Zijn de erkende brancheverenigingen en vaste gesprekspartners voor de overheid voor
wat betreft de sector general aviation, zoals de Aircraft Owners and Pilots Association
(AOPA), de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) en de Netherlands
Association of Commercial Aviation (NACA), betrokken geweest bij die zoektocht? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, met welk resultaat?
Deelt u de mening dat het lot van de general aviation op Lelystad eigenlijk geen aangelegenheid
is waarover de provincie alleen beslist? Is het niet de rijksoverheid die Lelystad
Airport wilde ontwikkelen en komen de gevolgen daarvan dan niet voor rekening en risico
van de rijksoverheid? Is Lelystad een luchthaven van nationaal belang? Zo ja, zou
om die reden de rijksoverheid en niet de provincie de regie moeten nemen?
In hoeverre zijn andere provincies bereid hun bijdrage te leveren aan het huisvesten
van general aviation? Wat kan gedaan worden dit te stimuleren als daartoe de noodzaak
komt?
Antwoord 3, 4, 5, 6, 7
Zoals ik in de beantwoording van vragen van het lid Dijkstra van 9 oktober jl.2 heb aangegeven was in het kader van de te maken afspraken over eventuele, toekomstige
verplaatsing van klein verkeer vanaf de luchthaven Lelystad naar een alternatieve
locatie, aan de Alderstafel een werkspoor ingericht onder leiding van de provincie
Flevoland, met als doel te komen tot een intentieovereenkomst met de general aviation.
In het jaarverslag van de Alderstafel Lelystad uit 20143 is hierover opgenomen dat, «een eerder voorziene intentieovereenkomst tussen de gebruikersgroepen,
de brancheverenigingen in de General Aviation, de luchthavenexploitant en de bevoegde
gezagen, door partijen niet noodzakelijk wordt geacht» en dat «met betrekking tot
de nog beschikbare ruimte voor klein verkeer in de verschillende groeifases, de noodzaak
voor verplaatsing van een deel van klein verkeer naar andere luchthavens zich pas
later voordoet en naar verwachting ook in een veel geleidelijker tempo dan werd ingeschat.»
Deze conclusie was mede gebaseerd op toenmalige inschattingen van LVNL. Omdat er op
dat moment geen urgente noodzaak was om tot afspraken over uitplaatsing te komen is
dit traject op dat moment als afgerond beschouwd.
Nadat er meer duidelijkheid was over het concept ontwerp van de luchtverkeersroutes
en de bijhorende luchtruimstructuur hebben LVNL en de luchthaven voorjaar 2019 hernieuwd
onderzoek gedaan naar de te verwachten beschikbare capaciteit voor de general aviation.
Zoals ik uw Kamer op 28 oktober jl. heb meegedeeld heeft dit hernieuwde onderzoek
geconcludeerd dat de verwachte capaciteit -in de situatie tot 10.000 vliegtuigbewegingen
handelsverkeer- toereikend is voor het huidige aanbod aan GA-verkeer. Dit onderzoek
bevestigt daarmee de inschattingen uit 2014 en is in lijn met de verwachtingen van
de luchthaven, zoals geschetst in het ondernemingsplan.
Ik heb u in mijn beantwoording van 28 oktober jl. ook aangegeven dat, voor de situatie
na 10.000 bewegingen handelsverkeer, door de luchthaven in samenwerking met LVNL nader
zal worden onderzocht welke aantallen GA-verkeer ook op deze langere termijn kunnen
worden geaccommodeerd. Dit onderzoek kan daarbij ook gebruik maken van de ervaringen
die tijdens de inregelperiode zijn opgedaan.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn leidend voor mogelijke afspraken over eventuele
uitplaatsing van klein verkeer. Pas wanneer deze uitkomsten beschikbaar zijn, kan
worden bepaald of, en zo ja welke, afspraken met de GA nodig zijn. Dan wordt ook duidelijk
of er ruimte elders voor GA nodig is en op welke termijn. Ook de vraag of andere provincies
hierbij dienen te worden betrokken, en wat deze hierin kunnen betekenen komt pas dan
in beeld.
Aan de Alderstafel Lelystad is afgesproken dat het werkspoor met betrekking tot (mogelijke)
uitplaatsing van GA-verkeer onder leiding van de provincie Flevoland plaatsvindt.
Dit betekent echter niet dat de provincie Flevoland hier alleen voor staat. Ook andere
partijen, zo ook mijn ministerie, hebben hier een rol in. Daarbij speelt ook mee dat
de luchthaven Lelystad een luchthaven van nationale betekenis is. Zoals ik in mijn
brief van 28 oktober jl. heb aangegeven wordt de GA-sector ook geconsulteerd in het
kader van de luchtvaartnota. In deze luchtvaartnota zal aandacht worden gegeven aan
het beleid van het rijk ten opzichte van de kleine luchtvaart.
Binnen het werkspoor heeft de provincie Flevoland onderzoek laten doen naar alternatieve
locaties voor zweefvliegen en voor de gebruikers van de (toenmalige) grasbaan van
de luchthaven (Microlight Aircraft, MLA). In dit kader heeft onder regie van provincie
Flevoland overleg plaatsgehad met deze gebruikersgroep en de KNVvL.
De provincie Flevoland heeft mij desgevraagd laten weten dat dit proces van zoeken
naar een alternatieve locatie voor de gebruikers van de grasbaan van Lelystad Airport
in 2016 is afgerond. En dat, voor wat betreft de activiteiten op het zweefvliegterrein
bij Biddinghuizen, de provincie Flevoland de lokale zweefvliegclub Flevo ondersteunt
in het vinden van een alternatieve locatie. In dat kader is zweefvliegclub Flevo in
gesprek met CLSK over de gebruiksmogelijkheden van een alternatieve locatie buiten
Flevoland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.