Motie : Motie van het lid Snels over een parlementaire ondervraging over het ontstaan van de institutionele vooringenomenheid
31 066 Belastingdienst
Nr. 555
MOTIE VAN HET LID SNELS
Voorgesteld 4 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er bij de aanpak van fraude met betrekking tot de kinderopvangtoeslag
in ieder geval bij de CAF 11-zaak volgens de commissie-Donner sprake was van institutionele
vooringenomenheid;
overwegende dat daarbij grote fouten zijn gemaakt door de Belastingdienst;
overwegende dat de aanpak vaak door de jurisprudentie werd geaccordeerd, maar dat
ook de politieke context een pijler is onder de institutionele vooringenomenheid;
overwegende dat in het rapport van Donner deze politieke context wel wordt aangestipt,
maar niet verder is onderzocht;
spreekt uit om na ommekomst van de rapporten van de ADR, de Autoriteit Persoonsgegevens
en Donner te onderzoeken middels een parlementaire ondervraging hoe die institutionele
vooringenomenheid kon ontstaan, waarbij met name de rol van de Kamer en het kabinet
in de afgelopen jaren tegen het licht kan worden gehouden;
en gaat over tot de orde van de dag.
Snels
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.A.W. Snels, Tweede Kamerlid