Motie : Motie van het lid Ouwehand over de vergunningvoorwaarden voor het bouwen van stallen en het houden van dieren aanscherpen
35 347 Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)
Nr. 57
MOTIE VAN HET LID OUWEHAND
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 4 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de vergunningverlening voor het (her)bouwen van stallen en het
houden van dieren in de veehouderij het bevoegd gezag op dit moment geen (aanvullende)
voorwaarden kan stellen met het oog op dierenwelzijn, zoals de voorwaarde dat de betreffende
veehouder niet eerder is veroordeeld voor het mishandelen of verwaarlozen van dieren;
constaterende dat mede daardoor iemand die in een andere Europese lidstaat bij herhaling
is veroordeeld voor dierenmishandeling en dierverwaarlozing en zelfs een beroepsverbod
opgelegd kreeg, in Nederland gewoon een vergunning kan krijgen voor het starten, uitbreiden
of herbouwen van een megavarkensbedrijf;
spreekt uit dat dit zeer ongewenst is;
spreekt uit dat, als er veehouders moeten stoppen, het als eerste de veehouders zouden
moeten zijn die veroordeeld zijn voor dierenmishandeling of dierverwaarlozing;
verzoekt de regering, de vergunningsvoorwaarden voor het (her)bouwen van stallen en
houden van dieren op korte termijn aan te scherpen, in elk geval zó dat iemand die
in Nederland en/of in een ander land is veroordeeld voor dierenmishandeling of dierverwaarlozing,
geen vergunning meer kan krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid