Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 353 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische verhuur van woonruimte)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de gemeente ter bevordering
van de uniformiteit en de handhaafbaarheid nieuwe instrumenten te geven voor het toezicht
op en de handhaving van de ongewenste neveneffecten van de toeristische verhuur van
woonruimte;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d wordt «Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst» vervangen door «Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».
2. Onder verlettering van de onderdelen h tot en met j tot i tot en met k, wordt een
onderdeel ingevoegd luidende:
h. toeristische verhuur:
in een woonruimte tegen betaling bieden van verblijf aan personen die niet als ingezetene
zijn ingeschreven met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen;
B
Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:
2. De gemeenteraad kan van zijn bevoegdheden op grond van:
a. de artikelen 12 en 13, alsmede, voor zover daartoe noodzakelijk, van die op grond
van artikel 7, of
b. de artikelen 23a tot en met 23c, voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van
de leefbaarheid van de woonomgeving, ook gebruik maken indien daartoe geen noodzaak
is vanuit het oogpunt van het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten
van schaarste aan woonruimte.
C
Het opschrift van paragraaf 1 van hoofdstuk 4 komt te luiden:
§ 1. Woonruimtevoorraadbeheer
D
In de aanhef van artikel 21 wordt «aangewezen categorie gebouwen» vervangen door «aangewezen
categorie woonruimte» en wordt «wijk» vervangen door «gebied».
E
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, stellen
burgemeester en wethouders de elektronische weg open voor de aanvraag van een vergunning
als bedoeld in artikel 21 of 22.
F
Na artikel 23 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 1a. Toeristische verhuur van woonruimte
Artikel 23a
1. Het is verboden om een woonruimte, behorend tot een met het oog op het behoud of
de samenstelling van de woonruimtevoorraad of het behoud van de leefbaarheid van de
woonomgeving door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening aangewezen categorie
woonruimte en gelegen in een in die verordening aangewezen gebied, voor een in die
verordening omschreven vorm van toeristische verhuur aan te bieden zonder het registratienummer
van die woonruimte te vermelden bij iedere aanbieding van die woonruimte voor toeristische
verhuur.
2. Een registratienummer als bedoeld in het eerste lid, wordt aangevraagd door de degene
die een woonruimte aanbiedt voor toeristische verhuur.
Artikel 23b
1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, kan hij in die huisvestingsverordening
tevens bepalen dat het verboden is een op basis van dat artikel aangewezen categorie
van woonruimte die gelegen is in een in die verordening aangewezen gebied voor een
in de verordening omschreven vorm van toeristische verhuur meer dan een in die verordening
bepaald aantal nachten per jaar in gebruik te geven voor toeristische verhuur.
2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste lid, kan hij in de
huisvestingsverordening bepalen dat het verboden is de woonruimte in gebruik te geven
voor toeristische verhuur, zonder deze verhuring vooraf te melden bij burgemeester
en wethouders.
3. Een melding als bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan door degene die de woonruimte
in gebruik geeft voor toeristische verhuur.
Artikel 23c
1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, kan hij in die huisvestingsverordening
tevens bepalen dat het verboden is een op basis van dat artikel aangewezen categorie
van woonruimte die gelegen is in een in de verordening aangewezen gebied voor een
in de verordening omschreven vorm van toeristische verhuur in gebruik te geven indien
daarvoor geen vergunning is verleend door burgemeester en wethouders.
2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste lid, kan hij in de
huisvestingsverordening bepalen dat een vergunning als bedoeld in dat lid, slechts
wordt afgegeven voor een in die verordening aangegeven termijn.
3. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt aangevraagd door degene die de
woonruimte in gebruik geeft voor toeristische verhuur.
Artikel 23d
1. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan
het registratienummer, bedoeld in artikel 23a, uitsluitend via elektronische weg worden
aangevraagd.
2. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het systeem
ten behoeve van het afgeven van het registratienummer, bedoeld in artikel 23a, en
voor de verwerking van persoonsgegevens in dit systeem. Bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de inrichting van dit registratiesysteem.
3. De persoonsgegevens die verwerkt worden in het kader van de aanvraag van het registratienummer,
bedoeld in artikel 23a, kunnen ook verwerkt worden voor:
a. het toezicht op de naleving van de krachtens artikel 2 van de Woningwet gegeven voorschriften
vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van de woonruimte,
en
b. de heffing en invordering van de toeristenbelasting, bedoeld in artikel 224 van de
Gemeentewet.
Artikel 23e
1. In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan
de melding, bedoeld in artikel 23b, tweede lid, uitsluitend via elektronische weg
worden gedaan.
2. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het systeem
ten behoeve van de melding, bedoeld in artikel 23b, tweede lid, en voor de verwerking
van persoonsgegevens in dit systeem.
3. De persoonsgegevens die verwerkt worden in het kader van de melding, bedoeld in artikel
23b, tweede lid, kunnen ook verwerkt worden voor de heffing en invordering van de
toeristenbelasting, bedoeld in artikel 224 van de Gemeentewet.
Artikel 23f
In afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, stellen
burgemeester en wethouders de elektronische weg open voor de aanvraag van een vergunning
als bedoeld in artikel 23c, eerste lid.
G
In de artikelen 24, 25 eerste en derde lid, 26 eerste lid, aanhef en tweede lid, wordt
«bedoeld in artikel 21 of 22» vervangen door «bedoeld in artikel 21, artikel 22, eerste
lid, of artikel 23c, eerste lid».
H
Artikel 26, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de houder van die vergunning niet binnen een jaar nadat die vergunning onherroepelijk
is geworden is overgegaan tot:
1°. onttrekking als bedoeld in artikel 21, onderdeel a;
2°. samenvoeging als bedoeld in artikel 21, onderdeel b;
3°. omzetting als bedoeld in artikel 21, onderdeel c;
4°. verbouwing als bedoeld in artikel 21, onderdeel d;
5°. onderscheidenlijk tot inschrijving in de openbare registers van de akte van splitsing
in appartementsrechten, bedoeld in artikel 109 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek,
of tot het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten, of
6°. toeristische verhuring als bedoeld in artikel 23c, eerste lid;
I
Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang
ter handhaving van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor
zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan de krachtens
het eerste lid aangewezen ambtenaren.
J
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bedoeld in de artikelen 8, 21 of 22» vervangen door «bedoeld
in artikel 8, eerste en tweede lid, artikel 21, artikel 22, eerste lid, artikel 23a,
eerste lid, artikel 23b, eerste en tweede lid, of artikel 23c, eerste lid».
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en verlettering
van onderdeel b tot onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde
lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding van het verbod, bedoeld in de
artikelen 23a, eerste lid, of 23b, tweede lid;
c. In onderdeel c (nieuw) wordt «bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, 21 of 22» vervangen
door «bedoeld in de artikel 8, tweede lid, artikel 21, artikel 22, eerste lid, artikel
23b, eerste lid, of artikel 23c, eerste lid» en wordt de puntkomma aan het slot vervangen
door «, en».
d. Na onderdeel c (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. het bedrag dat is vastgesteld voor de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde
lid, van het Wetboek van Strafrecht, voor overtreding van een verbod als bedoeld in
artikel 8, tweede lid, artikel 21, artikel 23b, eerste lid, of artikel 23c, eerste
lid, indien binnen een tijdvak van vier jaar voorafgaand aan de constatering door
een ambtenaar als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die overtreding een bestuurlijke
boete is opgelegd voor overtreding van hetzelfde verbod.
K
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, geldt voor aanbieders
die hun woonruimte al voor de inwerkingtreding van het verbod aanboden voor toeristische
verhuur het verbod bedoeld in dat artikel niet eerder dan zes maanden na de inwerkingtreding
ervan.
2. Het tweede, derde en zesde lid vervallen onder vernummering van het vierde en vijfde
lid tot tweede en derde lid.
L
Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister zendt binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van de
wet van [datum] tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak
van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische
verhuur van woonruimte) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid
en de effecten van die wet in de praktijk.
ARTIKEL II
Indien artikel 4.3 van de Omgevingswet in werking treedt of is getreden komt artikel
23d, derde lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet 2014 te luiden:
a. het toezicht op de naleving van de krachtens artikel 4.3 van de Omgevingswet gegeven
voorschriften vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van de
woonruimte, en.
ARTIKEL III
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2019 ingediende voorstel tot wijziging
van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe
omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht (35 256) tot wet is of wordt verheven en artikel 1, onderdeel C van die wet eerder is getreden
of treedt dan artikel I, onderdeel H, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel H,
van deze wet.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2019 ingediende voorstel tot wijziging
van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe
omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht (35 256) tot wet is of wordt verheven en artikel 1, onderdeel C, van die wet later in werking
treedt dan artikel I, onderdeel H, van deze wet, vervalt het derde lid van artikel 33
van de Huisvestingswet 2014.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Milieu en Wonen,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.