Schriftelijke vragen : Het bericht dat op 20 plekken in Noord-Brabant de gevaarlijke legionellabacterie loert
Vragen van de leden Geurts en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat op 20 plekken in Noord-Brabant de gevaarlijke legionellabacterie loert (ingezonden 29 november 2019).
Vraag 1
            
Heeft u het bericht gelezen dat op 20 plekken in Brabant de gevaarlijke legionellabacterie
               loert?1
Vraag 2
            
Sinds wanneer is het u bekend dat uit onderzoek is gebleken dat er 81 afvalwaterzuiveringsinstallaties
               zijn met een «verhoogd risico», hetgeen wil zeggen dat legionellaverspreiding hier
               «aannemelijk tot zeer aannemelijk» is? Wat heeft u sindsdien met die informatie gedaan?
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven welke instanties bij de genoemde 81 locaties verantwoordelijk zijn
               voor het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften en de handhaving daarvan?
            
Vraag 4
            
Kunt u tevens aangeven wat deze instanties sinds september 2018 aan handhaving op
               de betrokken locaties gedaan hebben?
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven in welke installaties de gevaarlijke bacterie inmiddels daadwerkelijk
               is aangetroffen en of aldaar onmiddellijk maatregelen zijn genomen?
            
Vraag 6
            
Deelt u de visie van de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN), dat privacywetgeving
               niet zou toestaan dat alle risicolocaties openbaar gemaakt worden? Zo ja, waar baseert
               de ODBN zich juridisch op? Zo nee, bent u bereid die locaties wel openbaar bekend
               te maken?
            
Vraag 7
            
Kunt u bevestigen dat er nauw wordt samengewerkt tussen de bevoegde gezagen, de omgevingsdiensten,
               het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Ministerie van Infrastructuur
               en Waterstaat en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Kunt u aangeven
               wie deze samenwerking coördineert en wat het resultaat van die samenwerking is?
            
Vraag 8
            
Kunt u aangeven of de betrokken bedrijven hun werknemers op de hoogte hebben gesteld
               van de risico’s die zij kunnen lopen?
            
Vraag 9
            
Heeft u de overtuiging dat de betrokken bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid serieus
               nemen om nadelige gevolgen voor de volksgezondheid zoveel mogelijk te voorkomen of
               beperken? Waarop baseert u uw antwoord?
            
Vraag 10
            
Herinnert u zich dat u eerder heeft aangegeven dat nieuwe problemen voor volksgezondheid
               en milieu als gevolg van het zuiveren van afvalwater vanzelfsprekend waar mogelijk
               voorkomen moeten worden? Hebben de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de bedoelde
               81 locaties zich voldoende vergewist van hun eigen verantwoordelijkheid?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Indiener
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Madeleine van Toorenburg, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.