Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Von Martels en Van den Berg over het niet exporteren van kernafval naar COVRA maar naar Rusland
Vragen van de leden Von Martels en Van den Berg (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het niet exporteren van kernafval naar COVRA maar naar Rusland (ingezonden 28 oktober 2019).
Antwoord van Minister van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen), mede namens de
ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Economische
Zaken en Klimaat (Ontvangen 26 november 2019).
Vraag 1
Klopt het dat de hal in Nieuwdorp speciaal voor kernafval van URENCO gebouwd is? Zo
ja, wie heeft de kosten betaald voor de bouw van deze hal?1
Antwoord 1
Ja, het klopt dat er bij COVRA in Nieuwdorp twee speciale gebouwen zijn gebouwd voor
de opslag van verarmd uranium van URENCO Nederland. URENCO Nederland heeft de bouw
van beide gebouwen gefinancierd.
Vraag 2
Klopt het dat URENCO onder grote druk ruim tien jaar geleden is gestopt met exporteren
van verarmd uranium? Zo ja, wat was de reden dat ze hier toentertijd mee stopten en
wat is de reden dat ze hier nu weer mee willen beginnen?
Antwoord 2
Zoals ook in februari 2016 aan de Tweede Kamer gemeld2, is URENCO Nederland in 2009 gestopt met de export van verarmd uranium naar Russische
verrijkingsfabrieken. URENCO Nederland heeft bevestigd op dit moment geen plannen
te hebben om deze export te hervatten. De specifieke commerciële en bedrijfseconomische
overwegingen die hieraan ten grondslag liggen zijn voor rekening van de onderneming
zelf.
Vraag 3
Hoeveel ton verarmd uranium produceert URENCO jaarlijks, hoeveel daarvan willen ze
naar Rusland exporteren en exporteert Urenco ook nog verarmd uranium naar andere landen?
Antwoord 3
De hoeveelheid verarmd uranium die URENCO Nederland produceert en hoeveel daarvan
wordt geëxporteerd is bedrijfsvertrouwelijke informatie en wordt daarom niet openbaar
gemaakt. Euratom en de Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) voeren controle
uit op de splijtstofboekhouding, en daarmee ook op de omvang van de aan- en afvoerstromen
van splijtstoffen.
URENCO Nederland heeft een vervoersvergunning voor het transport van verarmd UF6 naar bevoegde ontvangers in een aantal landen waaronder de Russische Federatie. Deze
vergunning borgt de transportveiligheid. Van de transportroute naar Rusland wordt
momenteel geen gebruik gemaakt. Naast een transportvergunning is voor elke export
buiten de EU een exportvergunning nodig, te verlenen door de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking Over individuele exportvergunningen, waaronder
die van URENCO Nederland, worden – gezien de bedrijfsgevoeligheid van deze informatie
– geen uitspraken gedaan.
Vraag 4
Welke definities/normen bestaan er voor verarmd uranium dat nog bruikbaar is als grondstof
en wanneer er sprake is van afval, waar zijn deze definities/normen vastgelegd, gelden
deze normen alleen voor Nederland en wie houdt hier toezicht op?
Antwoord 4
Volgens de Nederlandse wet- en regelgeving3 kan verarmd uranium als afvalstof worden aangemerkt, indien voor deze stof geen gebruik
of product- of materiaalhergebruik is voorzien. Dit is in lijn met de definitie van
radioactieve afvalstoffen van Euratom en het Internationaal Atoomenergie Agentschap
(IAEA).
De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) is belast met het
toezicht en handhaving op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming,
waaronder radioactief afval.
Vraag 5
Wat doet Rusland met het verarmd uranium dat van URENCO komt?
Antwoord 5
Zoals in de brief van 4 februari 2016 gemeld, heeft verarmd uranium zowel civiele
als militaire toepassingen. Bij een toekomstige export buiten de EU is een exportvergunning
nodig. Deze wordt alleen verstrekt nadat het land in kwestie
voorafgaand aan het verstrekken van de uitvoervergunning formele overheidsgaranties
heeft verstrekt omtrent civiele eindgebruik. Eén van die garanties is dat het verarmd
uranium onder safeguards van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) komt
te staan. Het (Nederlandse) materiaal staat dus onder toezicht van het IAEA en blijft
ook altijd onder toezicht van het IAEA staan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.