Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Beckerman over het bericht ‘Een derde kinderen leeft in ongezond huis’
Vragen van de leden Nijboer (PvdA) en Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Een derde kinderen leeft in ongezond huis» (ingezonden 18 oktober 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 november 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Een derde kinderen leeft in «ongezond» huis»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat Nederland, als een van de rijkste landen in Europa, zo slecht
scoort dat bijna een miljoen kinderen opgroeit in een ongezond huis?
Antwoord 2
Ik vind het zeer belangrijk dat kinderen opgroeien in een gezonde omgeving en de cijfers
van het bureau RAND vind ik daarom verontrustend. Zeker als deze ook samenhangen met
de sociaaleconomische status van de betreffende huishoudens, zoals het bureau aangeeft.
Vraag 3
Vindt u dat verhuurders moeten zorgen voor schone, veilige en gezonde woningen? Welke
mogelijkheden hebben huurders om dit af te dwingen?
Antwoord 3
Zowel verhuurder als huurder hebben een verantwoordelijkheid in het creëren van een
schone, veilige en gezonde woning. Zo is de huurder verantwoordelijk voor een gezond
gebruik van de woning, bijvoorbeeld door voldoende te ventileren, de woning schoon
te houden, niet binnen te roken enzovoorts.
Als het gaat om het onderhoud, dan is de verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud
aan de woning dat verder gaat dan de kleine herstellingen («klein en dagelijks onderhoud»),
zoals onder andere het buitenschilderwerk, dakbedekking en het onderhoud van de tot
de woning behorende installaties. De huurder is verantwoordelijk voor de zogenoemde
kleine herstellingen («klein en dagelijks onderhoud»), zoals onder andere het schoonhouden
van ventilatieroosters en -ventielen, ontluchten van de c.v.-installatie, aanbrengen
van tochtstrips en gangbaar houden van het hang- en sluitwerk. Meestal verricht de
verhuurder deze kleine herstellingen voor de huurder op grond van een serviceabonnement.
Een verhuurder is op grond van het huurrecht verplicht ervoor te zorgen dat de huurder
beschikt over een woning zonder bouwkundige (onderhouds)gebreken. Als er sprake is
van gebreken kan de huurder in eerste instantie de verhuurder aanspreken om deze te
verhelpen. Als de verhuurder in gebreke blijft kan de huurder de Huurcommissie inschakelen
voor een tijdelijke huurverlaging. Onder meer bij ernstige vocht- en schimmelklachten,
onvoldoende verwarmingsmogelijkheid, onvoldoende daglichttoetreding en onvoldoende
geluidsisolatie van woning scheidende binnenmuren, binnenwanden, vloeren of plafonds.
De huurprijs wordt dan (zeer fors) verlaagd teneinde de verhuurder te bewegen de gebreken
te herstellen. De huur mag pas weer worden verhoogd na herstel.
Ook kan de huurder de rechter vragen om de verhuurder rechtstreeks te verplichten
gebreken te herstellen. Of om de huurder te machtigen om de gebreken zelf te (laten)
herstellen en de kosten hiervan te verhalen op de verhuurder. Ook bij geluidsoverlast
van buren die bij dezelfde verhuurder huren heeft de verhuurder een taak in het aanspreken
van die personen en zo nodig het nemen van sancties.
Een huurder kan zich ook wenden tot de gemeente indien de woning niet aan de eisen
uit het Bouwbesluit voldoet of als er sprake is van door de woningconstructie veroorzaakte
overlast. De gemeente heeft dan diverse mogelijkheden om die situatie te beëindigen
waaronder het instrument van aanschrijving.
Vraag 4
Overweegt u regelgeving te wijzigen zodat mensen gezond kunnen wonen, waaronder regelgeving
voor afzuiging, ventilatie en de buitenruimte?
Antwoord 4
Het Bouwbesluit bevat al eisen ten behoeve van de gezondheid, zoals eisen voor de
benodigde ventilatiecapaciteit bij woningen, zowel voor bestaande bouw, verbouw, als
voor nieuwbouw. Deze eisen worden regelmatig aangepast aan de meest recente inzichten
en technieken. Zo worden op dit moment de NEN-normen voor daglicht en ventilatie herzien.
Verder moeten volgens het Bouwbesluit nieuwe woningen altijd een buitenruimte hebben.
Ik besef dat mensen steeds meer tijd binnen doorbrengen. Een gezonde woning kan een
rol spelen bij de preventie van ziekten zoals astma en zorgen voor een groter welbevinden
en beter functioneren op werk of school.
Ik heb al eerder aangegeven dat ik de bezorgdheid van de Kamer deel over de overlast
en gezondheidsproblemen die bewoners door vocht en schimmel kunnen ervaren. Recent
heb ik de Kamer bericht over de voortgang van de Aanpak schimmelproblematiek (32 847, nr. 574). Ik wil een versnelling in de aanpak en richt mij daarbij op de lokale aanpak in
die G4 en G40 gemeenten waar vocht en schimmel volgens huurders het vaakst voorkomt.
Door veroudering of slecht onderhoud kunnen gebreken aan woningen ontstaan. Om problemen
met de gezondheid als gevolg daarvan te voorkomen moeten verhuurders als gezegd hun
woningen goed onderhouden en gebreken eraan herstellen. Maar ook eigenaar-bewoners
moeten zich bewust zijn van het belang van een gezonde woning zodat zij hun woning
goed onderhouden.
Zoals ik al eerder heb aangegeven zie ik de verduurzamingsopgave als een kans om tegelijk
met de verduurzamingswerkzaamheden bestaande bouwkundige problemen te verhelpen, waardoor
een woning niet alleen duurzamer maar ook gezonder en comfortabeler wordt.
Tot slot hangt de vraag of een woning gezond is zowel samen met de bouwkundige staat
van de woning als met het gebruik ervan. Onder meer verhuurders, Vereniging Eigen
Huis, Milieu Centraal en GGD’s verzorgen voorlichting over het gezond gebruik van
woningen en benoemen aandachtspunten waar bewoners bij hun woning op moeten letten.
Vanwege het belang van kennis over gezond wonen zal ik nagaan welke mogelijkheden
er zijn om, aanvullend op deze bestaande informatie, meer voorlichting te geven over
gezond wonen.
Vraag 5
Kunt u ingaan op de uitspraak dat het voor financieel gewin schrappen van de buitenruimte
«bijna misdadig» is? Hoe vaak komt het voor dat de buitenruimte bij nieuwbouwhuizen
wordt geschrapt?
Antwoord 5
Bij nieuwbouw is op grond van het Bouwbesluit de aanleg van een buitenruimte verplicht.
Ook in de opvolger van het Bouwbesluit onder de Omgevingswet, het Besluit bouwwerken
leefomgeving, blijft deze verplichting op uitdrukkelijk verzoek van uw Kamer en maatschappelijke
partijen gehandhaafd.
Vraag 6
Hoe verklaart u dat huurders twee keer zo vaak kampen met schimmelproblemen als bezitters
van oude koopwoningen, namelijk 40 procent in plaats van 20 procent?
Antwoord 6
Uit het rapport over de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2018 («Ruimte voor
Wonen») blijkt dat huurders vaker last hebben van vocht en schimmel in hun woning
dan eigenaar-bewoners. Dat in oude huurwoningen schimmelproblemen twee keer zo vaak
zouden voorkomen als in oude koopwoningen staat echter niet in het rapport. Wel is
aangegeven dat bij oudere woningen vocht en schimmel wat vaker voor komen in appartementen
dan in eengezinswoningen. Bij nieuwere woningen is dit beeld overigens andersom: bewoners
van eengezinswoningen met een bouwjaar vanaf 1990 hebben wat vaker vocht en schimmel
in de woning dan bewoners van appartementen uit deze bouwperiode.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.