Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het storten van vervuild baggerslib uit België in Nederlandse zandwinputten
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het storten van vervuild baggerslib uit België in Nederlandse zandwinputten (ingezonden 2 oktober 2019).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-Van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 19 november
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Zembla over «Gokken met bagger»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe waardeert u de constatering dat onder al dan niet toeziend oog van de overheid
door de labeling «nuttige toepassing» en de toegestane ruimte voor toepassing van
maximaal 20% bodemvreemd materiaal tot vorig jaar plastic, piepschuim, arseen, asbest
en accu’s via baggerslib in zandwinputten zijn terechtgekomen, met alle risico’s van
dien voor zwemmers, natuur en drinkwaterwinning?
Antwoord 2
Een nuttige toepassing van grond en baggerspecie alleen is niet voldoende, er gelden
namelijk voor de grond en baggerspecie milieueisen. Op grond daarvan mogen bijvoorbeeld
asbest en arseen slechts in lage concentraties in de grond en baggerspecie aanwezig
zijn. Hiervoor zijn in het Besluit bodemkwaliteit specifieke normen gesteld. Bodemvreemd
materiaal anders dan hout en steenachtig materiaal – zoals bijvoorbeeld plastics en
piepschuim – hoort niet in het milieu thuis. Deze materialen mogen slechts sporadisch
aanwezig zijn. Om dit te verduidelijken heb ik op 29 november 2018 – na een aantal
incidenten met plastics bij verondiepingsprojecten – de Regeling bodemkwaliteit gewijzigd.
Verder is een accu een afvalstof, deze mag niet worden gedumpt. Ik heb uw Kamer op
11 oktober jl. geïnformeerd over de diverse acties die ik in dit kader heb ingezet
(Kamerstuk 30 015, nr. 61).
Vraag 3 en 4
Hoe waardeert u de constatering dat de nieuwe eis dat alleen sporadisch bodemvreemd
materiaal mee mag komen met baggerslib onvoldoende duidelijkheid geeft en alsnog ruimte
laat voor het storten van de hiervoor genoemde materialen?
Bent u voornemens regelgeving en beleid op dit punt aan te scherpen?
Antwoord 3 en 4
De term sporadisch biedt nagenoeg geen ruimte voor de aanwezigheid van andere materialen
dan hout en steenachtig materiaal. Nagenoeg geen ruimte geldt dus voor bodemvreemd
materiaal, zoals plastics en piepschuim. Hiervoor moet grond en baggerspecie zorgvuldig
worden ontgraven of bewerkt, zodat er zo min mogelijk bodemvreemd materiaal in de
grond of baggerspecie terecht komt. Voor zover in de grond of baggerspecie bodemvreemd
materiaal aanwezig is, moet dat vóór het toepassen daaruit worden verwijderd. De term
sporadisch is gekozen omdat er na zorgvuldige ontgraving en zeven tijdens het bagger-
of grondwerk altijd kans is dat er nog minimale hoeveelheden bodemvreemd materiaal
aanwezig zijn. Bijmengen van bodemvreemd materiaal is niet toegestaan.
De regelgeving voor bodemvreemd materiaal is hiermee adequaat.
Vraag 5
Hoe waardeert u de constatering dat er in de praktijk nauwelijks gehandhaafd wordt,
dat handhaving vooral het controleren van de papieren betreft en niet het nemen van
monsters dan wel een inspectie van het scheepsruim, en dat als gecontroleerd wordt
er regelmatig sprake is van overtredingen?
Antwoord 5
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het toezicht op de diepe plassen in de Rijkswateren
en de waterschappen voor het toezicht op de diepe plassen in de niet-Rijkswateren.
Daarnaast houdt de ILT toezicht op het grensoverschrijdend afvaltransport, de bedrijven
die voor het bodemonderzoek zijn gecertificeerd en op diepe plassen wanneer Rijkswaterstaat
zelf initiatiefnemer is. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Rijkswaterstaat
hebben sinds 2018 de samenwerking versterkt, inspecties worden in de bodemketen gezamenlijk
uitgevoerd. In het kader van de samenwerking is nadrukkelijk aandacht voor de import
van grond en baggerspecie. Rijkswaterstaat en de ILT verrichten administratieve controles
en voeren steekproefsgewijs controles uit in het veld. Naast controle van de administratie
wordt ook steekproefsgewijs de kwaliteit van de grond met bodemonderzoek geverifieerd.
De controles vinden risico gestuurd plaats. De ILT heeft extra financiële middelen
van het kabinet gekregen, deze middelen worden onder meer ingezet om het toezicht
op de bodemketen te versterken.
Vraag 6
Bent u voornemens het handhavingsbeleid aan te scherpen?
Antwoord 6
De ILT en Rijkwaterstaat beschikken over het benodigde instrumentarium voor toezicht
en handhaving. Het toezicht op de import van grond ten behoeve van de verondieping
van diepe plassen als ook de samenwerking tussen de ILT en Rijkwaterstaat is geïntensiveerd.
Zo nodig wordt door Rijkswaterstaat of de ILT volgens het geldende beleid handhavend
opgetreden. Ik zie daarom geen aanleiding om het handhavingsbeleid aan te scherpen.
Vraag 7
Op welke wijze wordt de waterkwaliteit van zandwinputten gecontroleerd?
Antwoord 7
In een plan voor de verondieping van een diepe plas moet aandacht zijn besteed aan
de controle van de waterkwaliteit. Hiervoor zijn in de «Handreiking voor het herinrichten
van diepe plassen» aanwijzingen opgenomen. De aard van de controle van de waterkwaliteit
is afhankelijk van de ligging van een diepe plas en/of de kwaliteit van het watersysteem.
Controle van de waterkwaliteit kan plaatsvinden voor de chemische kwaliteit als ook
de ecologische toestand. Voor de uitvoeringsfase kunnen actiewaarden worden vastgesteld.
Als deze waarden worden overschreden kan de uitvoering worden stilgelegd en moeten
er door de initiatiefnemer maatregelen worden getroffen. Controle van de waterkwaliteit
kan plaatsvinden tijdens de uitvoeringsfase en na de realisatie van een verondieping.
Vraag 8
Hoe gaat u voorkomen dat opnieuw vervuild baggerslib uit België wordt geïmporteerd?
Gaat u in overleg met onder meer de Vlaamse regering en gaat u zorgen voor meer toezicht
bij het laden van schepen met baggerslib, ook in België?
Antwoord 8
De ILT is vanuit Europese Regelgeving (EVOA) verantwoordelijk voor het toezicht op
grensoverschrijdende afvalstromen. Wanneer baggerslib uit België voldoet aan de eisen
van het Besluit bodemkwaliteit, kan import van licht-verontreinigd baggerslib plaatsvinden,
ook mede in het licht van het vrij handelsverkeer van goederen en de Europese Verordening
betreffende de overbrenging van afvalstoffen. Om meer zicht te krijgen op de import
heeft er – zoals aangegeven in mijn brief2 van 5 september 2018 – een eerste overleg plaatsgevonden tussen de ILT en Rijkswaterstaat
met de Vlaamse overheidsdienst OVAM en de Vlaamse milieu-inspectie om te verkennen
of de samenwerking op het gebied van bodemtoezicht en handhaving kan worden geïntensiveerd.
Dit overleg krijgt een vervolg. Daarnaast zal ik verkennen of een harmonisatie van
de regelgeving op Europees niveau mogelijk is. Omdat harmonisatie van de regelgeving
op Europees niveau een lange weg is, zal ik parallel daaraan bilateraal met België
en Duitsland de mogelijkheden tot harmonisatie verkennen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.