Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Kerstens over het bericht dat zorginstelling Pluryn kinderen die specialistische hulp nodig hebben weigert
Vragen van de leden Kuiken en Kerstens (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zorginstelling Pluryn kinderen die specialistische hulp nodig hebben weigert (ingezonden 21 oktober 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 november
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Pluryn diep in het rood; zorginstelling sluit
deuren voor schrijnende, acute gevallen» d.d. 19 oktober in de Gelderlander?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Klopt het dat kinderen die accuut specialistische hulp nodig hebben, nu geweigerd
worden bij Pluryn? Acht u dat acceptabel? Zo ja, waarom?
Is het mogelijk dat de druk op andere zorginstellingen nu nog groter wordt, waardoor
wachtlijsten nog langer worden? Welke stappen neemt u om er voor te blijven zorgen
dat kinderen passende hulp krijgen? Op welke wijze wordt hierover met gemeenten en
kinderen/gezinnen die client zijn bij Pluryn gecommuniceerd?
Antwoord 2, 3
Pluryn heeft mij laten weten dat het niet klopt dat kinderen die acuut specialistische
hulp nodig hebben geweigerd worden. De berichtgeving hierover in de media hebben echter
wel tot onrust geleid. Pluryn had voorafgaand aan de mediaberichten al een brief gestuurd
aan de accounthoudende gemeenten waarin zij hebben aangegeven dat 2018 financieel
gezien een zwaar jaar was, er maatregelen zijn en worden genomen om dit tij te keren
en de zorgverlening gewoon doorgaat. Het is wel van belang dat de financiering van
deze hulp door de betreffende gemeente geregeld is. Pluryn heeft naar aanleiding van
de mediaberichten een brief opgesteld voor cliënten met eenzelfde boodschap. Deze
wordt volgens Pluryn verspreid door het middenmanagement naar cliënten en verwanten
die vragen hebben.
Vraag 4
Sinds wanneer is bij u bekend dat Pluryn in financieel zwaar weer zit? Welke afspraken
zijn er met de raad van bestuur gemaakt om tot oplossingen te komen?
Antwoord 4
Pluryn heeft in 2016 het noodlijdende Intermetzo overgenomen om de continuïteit voor
de kinderen in zorg te borgen. Aan Intermetzo zijn op basis van de beleidsregels «Bijzondere
Transitiekosten Jeugdwet» (hierna: beleidsregels) subsidies verstrekt in het kader
van frictiekosten en liquiditeitssteun. Eind 2018 heeft Pluryn een aanvraag ingediend
voor tijdelijke liquiditeitssteun op grond van de beleidsregels. Pluryn heeft in de
loop van 2019 aangegeven deze steun niet nodig te hebben.
Vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke houd ik de financiële ontwikkelingen
van Pluryn nauwlettend in de gaten, in samenspraak met de Raad van Bestuur van Pluryn
en de betrokken stakeholders, zoals gemeenten en zorgkantoren.
Vraag 5
Klopt het dat u een deel van de subsidie aan Pluryn gaat terugvorderen? Zo ja, wat
is hier de grondslag van?
Antwoord 5
Er is op dit moment geen sprake van terugvordering van de aan Pluryn/Intermetzo verstrekte
subsidies op basis van de beleidsregels.
Vraag 6, 7, 8
Wat is uw reactie op het gegeven dat Pluryn zich volgens het genoemde herstelplan
gaat richten op residentiële zorg en afbouwen op ambulante zorg? Vindt u ook dat dit
tegenstrijdig is met het Transformatieplannen Zorg voor de Jeugd waarin juist residentiële
zorg wordt afgeschaald naar ambulante zorg en dit niet in lijn is met de bedoeling
van de decentralisatie waar kinderen en jongeren in hun eigen omgeving passende zorg
moeten kunnen krijgen? Bent u het met mij eens dat het een slechte ontwikkeling is
dat jeugdzorginstellingen zichzelf gaan redden ten koste van de goede zorg? Zo ja,
welke stappen gaat u ondernemen om deze ontwikkeling te keren? Zo nee, waarom niet?
Wat is uw reactie op het herstelplan waarin gemeenten er vanuit gaan dat zij kostendekkende
tarieven kunnen gaan hanteren, indexering van die tarieven en volledige cao-compensatie?
Hoe realistisch acht u dit gezien het feit dat meer dan 70% van de gemeenten kampt
met tekorten en er veelal gewerkt wordt met aanbestedingsmodellen?
Wat is er bij u bekend over een eventueel sociaal plan en mogelijke frictiekosten?
Wie betaalt normaliter dergelijke frictiekosten bij een jeugdzorgorganisatie? Bent
u bereid Pluryn incidenteel en/of structureel te compenseren?
Antwoord 6, 7, 8
Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht en zijn verantwoordelijk voor de beschikbaarheid
van passende jeugdhulp. Dit vereist aan hun kant regie en samen optrekken. Bestuurders
van aanbieders dragen zorg voor continuïteit van de organisatie en het waarborgen
van de kwaliteit van zorg. Voor mij staat de zorgcontinuïteit voorop en ik volg de
financiële ontwikkelingen van jeugdhulpaanbieders vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke
nauwlettend.
In september en oktober heeft Pluryn haar meerjarenherstelplan gedeeld met stakeholders
en is over het herstelplan in gesprek met haar stakeholders. Midden november vindt
hierover een eerste stakeholdersbijeenkomst plaats en de door u genoemde onderwerpen
kunnen daar worden besproken. Pluryn zal samen met haar stakeholders, zoals gemeenten
en zorgkantoren, moeten komen tot een gedragen inzet voor de richting en benodigde
maatregelen tot herstel. Vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke ben ik hierbij
betrokken, altijd met het oog op de borging van de continuïteit van zorg.
Het Kabinet heeft bij voorjaarsnotabesluitvorming in € 1.020 miljoen extra uitgetrokken
voor de uitvoering van de Jeugdwet (€ 420 mln in 2019, € 300 mln in 2020 en € 300
mln in 2021). Rijk en gemeenten hebben geconcludeerd dat naast extra geld ook een
betere organisatie van de jeugdhulp nodig is om de beloften van de Jeugdwet in te
kunnen lossen. Ik heb uw Kamer met de brief van 7 november 2019 geformeerd over de
stappen die we gaan zetten om te komen tot een betere organisatie van jeugdhulp, jeugdbescherming
en jeugdreclassering.
Vraag 9
In hoeverre is de situatie bij Pluryn uniek c.q. hoeveel andere zorginstellingen kampen
met dezelfde problemen? Deelt u de mening dat het noodzakelijk is de werkdruk te verlagen
voor medewerkers in de jeugdzorg en het salaris te verhogen? Deelt u de mening dat
de toename van zzp-ers niet alleen duur is, maar ook een groot risico voor de kwaliteit
van de zorg? Zo ja, bent u bereid hier extra middelen voor vrij te maken? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 9
De Jeugdautoriteit heeft een analyse laten uitvoeren naar de financiële positie van
(boven)regionale specialistische jeugdhulpaanbieders op basis van de jaarrekeningen
2017 en 2018. De analyse is in opzet gelijk aan de inventarisatie die de TAJ heeft
benut voor haar haar vierde jaarrapportage (van maart 2018). De jeugdautoriteit heeft
de analyse beoordeeld en ik heb u daarover op 7 november geïnformeerd met de brief
«Naar een betere organisatie van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering».
Ik deel de zorgen over de arbeidsmarktsituatie, waaronder de werkdruk en het hoge
personeelsverloop in de jeugdsector. De achterliggende problematiek is divers en hardnekkig.
Dat vraagt om een actiegerichte aanpak voor de lange termijn. Het is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid om te zorgen dat we inzetten op behoud van personeel en verminderen
van de uitstroom. Hier ligt een taak voor alle partijen. In het verlengde hiervan
heeft Jeugdzorg Nederland, mede namens het Platform arbeidsmarkt Jeugdzorg, aan VWS
gevraagd om een «arbeidsmarkttafel jeugdhulp» te faciliteren. Het Ministerie van JenV
is hierbij ook betrokken. Partijen werken op dit moment aan een arbeidsmarktagenda.
De vakbonden FNV, CNV en FBZ en werkgeversorganisatie Jeugdzorg Nederland hebben op
30 september j.l. een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao gesloten. In het
akkoord zijn de partijen een loonstijging van 4 procent per 1 januari 2020 en eenmalige
uitkeringen in december 2019 en in juni 2020 overeengekomen. Ik vind het goed om te
zien dat werkgevers en werknemers een onderhandelaarsakkoord hebben bereikt voor een
nieuwe CAO.
Tenslotte wordt begin december de eerste fase van het onderzoek naar flexwerkers in
de zorg afgerond. In de voortgangsrapportage over het actieprogramma Werken in de
Zorg wordt u hierover nader geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.