Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van lid het Karabulut over geheimhouding burgerslachtoffers in Irak in 2015
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over de besluitvorming over geheimhouding burgerslachtoffers in Irak in 2015 (ingezonden 8 november 2019).
Mededeling van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie), mede namens de Minister-President,
de Ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 11 november 2019).
Vraag 1
Op welke wijze heeft het Ministerie van Defensie de operatie in Hawija in juni 2015
gevolgd en op welk moment zijn diverse waarnemingen of feiten over deze operatie gemeld
aan respectievelijk de Minister van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken,
de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister-President?
Vraag 2
Kunt u aangeven op welke besluitvormingsmomenten in juni 2015 een bespreking is gevoerd
over het bombardement in de Iraakse stad Hawija en over de berichten dat daarbij burgers
om het leven zijn gekomen en gewond zijn geraakt? Zo ja, op welke datum is die bespreking
of op welke data zijn die besprekingen gevoerd?
Vraag 3
Klopt het dat de Ministers, die wisten van de burgerslachtoffers die tijdens de operaties
in Irak zijn gevallen, samen een vaste onderraad van het kabinet vormen?
Vraag 4
Klopt het dat het hier gaat om de Raad voor Defensie en Internationale Aangelegenheden,
of is het de raad die in 2012 de Raad voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
heette? Zo nee, welke raad is het dan wel geweest?
Vraag 5
Als het niet een onderraad van het kabinet betreft, ging het om een ad-hocverband?
Vraag 6
Is het mogelijk dat de zaak uitsluitend is besproken in de Stuurgroep Missies en Operaties?
Kunt u dit, indien dat zo is, toelichten? Zo ja, welke functionarissen hebben hierover
gesproken en zijn die besprekingen met u gedeeld?1
Vraag 7
Klopt het ook dat de Minister-President, die in de media meldt zich de kwestie niet
te kunnen herinneren, betrokken was bij de beslissing om de aanval op Hawija geheim
te houden?2
Vraag 8
Is het juist dat de toenmalige Ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking niet van de feiten op de hoogte waren? Zo nee, op welke
wijze waren ze ingelicht?3
Vraag 9
In welk besluitvormingsgremium is besloten over uw plan, over het recente plan van
de Minister d.d. 4 november 2019, om transparanter te zijn over voorvallen met burgerslachtoffers?
Vraag 10
Bent u bereid relevante passages uit de notulen van die bijeenkomst(en) aan de Kamer
te sturen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Is het juist te veronderstellen dat de onderraad Raad Inlichtingen en Veiligheid het
voorval in Hawija heeft besproken? Zo ja, wanneer? Wie waren daarbij aanwezig? Zo
nee, in welk organisatieverband is de bespreking gevoerd?
Vraag 12
Is op de besluitvormende vergadering besloten de feiten over burgerslachtoffers geheim
te houden? Op welke wijze is het besluit geformuleerd?
Mededeling
Uw Kamer heeft verzocht te reageren op schriftelijke vragen van het lid Diks (GroenLinks)
over de aanwezigheid van informatie op ministeries over de burgerdoden bij het Nederlandse
bombardement op Hawija (ingezonden 7 november 2019 met kenmerk 2019Z21418). Het lid Diks heeft verzocht om deze vragen te beantwoorden voor de aanvang van
het plenaire debat over de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor
het jaar 2020 op woensdag 13 november. Ook heeft uw Kamer verzocht te reageren op
schriftelijke vragen van gelijke strekking van lid Karabulut (SP) over geheimhouding
burgerslachtoffers in Irak in 2015 (ingezonden 8 november 2019 met kenmerk 2019Z21613).
Omdat wij zo volledig mogelijk willen zijn in de beantwoording van de vragen, moet
ik u mede namens de Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Justitie
en Veiligheid melden dat ik niet in staat ben om de brief met antwoorden reeds voorafgaand
aan het debat over de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het
jaar 2020 aan uw Kamer te doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.