Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over een teamchef van de politie Leiden die naar huis is gestuurd
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een teamchef van de politie Leiden die naar huis is gestuurd (ingezonden 27 september 2019).
Antwoord van MinisterGrapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 november 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 445.
Vraag 1
Kent u het bericht «Politiechef die racisme aankaartte, is naar huis gestuurd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de kritische houding van de genoemde teamchef ten aanzien van «racisme,
machtsmisbruik en pesten binnen de politieorganisatie» «te veel interne spanningen»
binnen haar eenheid opleverde? Zo nee, wat is dan niet waar?
Antwoord 2
De korpsleiding heeft mij gemeld dat de teamchef niet op non-actief is gezet. Voor
verder informatie verwijs ik u naar mijn brieven van 9 oktober en 15 oktober jl.
Vraag 3
Deelt u de mening dat in genoemde berichtgeving gelezen kan worden dat de politieorganisatie
niet goed overweg kan met kritiek vanuit eigen kring als het om discriminatie gaat?
Zo ja, waarom deelt u die mening? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De korpsleiding heeft aangegeven open te staan voor kritiek en heeft medewerkers juist
opgeroepen om zich te melden als in hun ogen sprake is van misstanden. Het verkrijgen
en behouden van een gewenste werkomgeving vraagt om inspanning en een kritische houding
van zowel de (korps)leiding als individuele politiemedewerkers in alle lagen van de
organisatie. Eerder is uw Kamer geïnformeerd over het huidige beleid om een veilige,
diverse en inclusieve werkomgeving te realiseren en te behouden.2
Vraag 4
Deelt u – in zijn algemeenheid – de mening dat het mogelijk moet zijn dat een politiefunctionaris
ook in het openbaar zijn of haar mening over discriminatie binnen de politie moet
kunnen uiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Politiemedewerkers moeten zich vrij voelen zich te uiten en kritisch te zijn binnen
de grenzen van de ambtseed, dan wel belofte. Bij voorkeur gebeurt dit binnen de eigen
organisatie, zodat waar mogelijk samen een oplossing gevonden kan worden. De politieorganisatie
heeft verschillende mogelijkheden beschikbaar voor het bespreekbaar maken van deze
signalen, zoals (maar niet uitsluitend) het vertrouwenswerk, de afdelingen Veiligheid,
Integriteit en Klachten en het Landelijk Meldpunt Misstanden. Ook besluit de politie
binnenkort over de regeling klachten grensoverschrijdende omgangsvormen voor formele
klachten over deze specifieke ervaringen. Deze klachten worden onderzocht door de
klachtencommissie grensoverschrijdende omgangsvormen. De klachtencommissie wordt per
klacht samengesteld en bestaat uit interne medewerkers en externe personen met passende
expertise. Daarnaast heeft de korpschef besloten een ombudsfunctionaris aan te stellen
waar collega’s die in de knel komen terecht kunnen om te voorkomen dat ze vastlopen
in de organisatie. Deze functionaris heeft directe toegang tot de korpsleiding en
is een aanvulling op de reeds bestaande voorzieningen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.