Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Emiel van Dijk over extra druk op de woningmarkt door nieuwe vluchtelingenstroom
Vragen van de leden Kops en Emiel vanDijk (beiden PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over extra druk op de woningmarkt door nieuwe vluchtelingenstroom (ingezonden 18 oktober 2019).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 6 november
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Extra druk op woningmarkt door nieuwe vluchtelingenstroom»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de uitspraak van dhr. Onno Hoes (nieuwe voorzitter van de NVM)
dat «we in Nederland te weinig bouwen, laat staan voor alle vluchtelingen die hier
straks (in Nederland) hun verdiende plek krijgen»?
Antwoord 2
Het aanjagen van de woningbouwproductie en het beter benutten van de bestaande voorraad
is inderdaad nodig. Daar zetten vele partijen zich volop voor in, waaronder gemeenten
en ik zelf.
De doelstelling in de Woonagenda om jaarlijks 75 duizend nieuwe woningen te bouwen
is overigens gebaseerd op een woningbehoefteprognose waarin het migratiesaldo is meegenomen.
Vraag 3, 4
Bent u van mening dat Nederlanders, die vaak jarenlang op een woning moeten wachten,
de enigen zijn die een nieuwe woning verdienen, en niet statushouders die hier niet
eens thuis horen?
Bent u bereid ervoor te zorgen dat er geen enkele woning meer aan statushouders wordt
weggegeven en dat deze allemaal ten goede komen aan Nederlanders in woningnood? Zo
nee, hoe gaat u er dan voor zorgen dat Nederlanders niet weer de dupe worden van een
nieuwe asielstroom, onder andere doordat woningen worden toegewezen aan statushouders?
Antwoord 3, 4
In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt op basis van nationaliteit. Iedereen in
Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Dat uitgangspunt is in onze
Grondwet verankerd. De gemeente is verantwoordelijk voor het huisvesten van vergunninghouders
conform de halfjaarlijkse taakstelling. Veelal wordt in samenwerking met corporaties
gezocht naar een passende woning voor vergunninghouders, waarvan is bepaald dat zij
verblijfsrecht in Nederland hebben, en andere doelgroepen. Gemeenten kunnen er echter
ook voor kiezen om statushouders op een andere wijze te huisvesten.
Nadat de verplichte urgentiestatus van statushouders per 1 juli 2017 uit de Huisvestingswet
is gehaald kunnen gemeenten zelf bepalen welke categorieën woningzoekenden ze als
urgentiecategorie in de huisvestingsverordening wensen op te nemen. Deze keuze is
daarmee lokaal bepaald. Dat statushouders op dit moment nog steeds door de meeste
gemeenten in een urgentieregeling als voorrangscategorie worden beschouwd, is het
gevolg van de afwegingen die gemeenten hebben gemaakt gegeven enerzijds de huidige
lokale situatie op de woningmarkt en anderzijds de taakstelling die gemeenten hebben
om statushouders te huisvesten. Tijdige huisvesting is niet alleen in het belang van
statushouders, maar ook in het belang van de Nederlandse samenleving. Dan kunnen zij
tenslotte sneller participeren in en bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Bovendien
zorgt een snelle doorstroom naar huisvesting ervoor dat de maatschappelijke impact
en financiële kosten die gepaard gaan met de opvang van asielzoekers beperkt worden
gehouden.
Nog belangrijker dan de toewijzing van woningen is de beschikbaarheid van voldoende
woningen. Door heel veel partijen wordt daarom hard gewerkt om het aanbod te vergroten.
Daarbij is het van belang meer flexibiliteit op de woningmarkt en in de aansluiting
tussen de asielopvang te creëren. Het kabinet heeft daarom EUR 3 miljoen beschikbaar
gesteld voor een tiental pilots waarbij zal
worden geëxperimenteerd met flexibele opvang- en/of huisvestingsoplossingen. Te denken
valt aan het tijdelijk en gemixt huisvesten van verschillende doelgroepen alsook het
aanbieden van opvangoplossingen in de buurt van de gemeente van uitplaatsing. De verwachting
is dat de eerste pilots in de loop van 2020 starten.
Vraag 5
Wat doet u eraan om Nederland zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor asielzoekers
die zich hier willen vestigen?
Antwoord 5
Het kabinetsstreven is gericht op een menswaardig en effectief migratiebeleid. Dit
houdt in dat Nederland bescherming biedt aan vluchtelingen die daar recht op hebben
en dat afgewezen asielzoekers Nederland zo snel mogelijk moeten verlaten. Teneinde
dit streven te realiseren, kiest het kabinet voor een brede, integrale benadering
van het migratievraagstuk. Ik verwijs u hierbij naar de «voortgang integrale migratieagenda»
die mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en mij door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 oktober 2019 naar
de Tweede Kamer is gezonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.