Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Futselaar en Leijten over het afkondigde onderzoek naar hoogleraar Kochenov van de Rijksuniversiteit Groningen
Vragen van de leden Futselaar en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het afgekondigde onderzoek naar hoogleraar Kochenov, ook wel paspoortprofessor genoemd (ingezonden 1 oktober 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
30 oktober 2019).
Vraag 1
Vindt u het terecht dat er onderzoek wordt gedaan naar de Groningse hoogleraar Kochenov
vanwege de paspoorthandel in de Europese Unie (EU)?1
Antwoord 1
Ik ondersteun het initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: RUG) om onderzoek
te doen naar de advieswerkzaamheden van de betrokken hoogleraar. Van belang is wel
dat dit onderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd. De RUG heeft mij laten weten dit
onderzoek inderdaad onafhankelijk te laten uitvoeren. Meer in het algemeen merk ik
op dat advieswerkzaamheden, en de context waarin deze werden verricht, moeten passen
bij de rol van wetenschapper. In artikel 1.6. van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek is bepaald dat wetenschappers academische vrijheid genieten.
Die academische vrijheid is een hoog goed dat gekoesterd moet worden. Inherent verbonden
hieraan is dat (de schijn van) belangenverstrengeling voorkomen moet worden; van wetenschappers
mag verwacht worden dat zij varen op een sterk moreel kompas.
Vraag 2
Hoe verklaart u dat de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) niet eerder onderzoek heeft
gedaan naar belangenverstrengeling? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het instellen van een onderzoek naar iemands doen en laten vraagt een goede afweging
van individuele belangen en het algemeen belang. Welke afwegingen de RUG hierin heeft
gemaakt en wanneer zal moeten blijken uit het onafhankelijke onderzoek.
Vraag 3
Wie gaat het onderzoek naar de hoogleraar doen?
Antwoord 3
Volgens de RUG zal het onderzoek worden uitgevoerd onder leiding van een onafhankelijke,
externe voorzitter ondersteund door een extern onderzoeksbureau.
Vraag 4
Wat is de precieze onderzoeksopzet van de RuG? Bent u bereid dit op te vragen?
Antwoord 4
Het onderzoek van de RUG zal, afhankelijk van de periode waarop het onderzoek betrekking
heeft, inzicht moeten bieden in de vraag of voldaan is aan de Nederlandse Gedragscode
Wetenschapsbeoefening (2014) of de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit
2018. Ook zal het onderzoek een antwoord moeten geven op de vraag of de nevenwerkzaamheden
van de betrokken hoogleraar in overeenstemming zijn met de Sectorale regeling nevenwerkzaamheden
van de universiteiten, met name met betrekking tot de in artikel 11 genoemde criteria.2 In artikel 11 is onder meer bepaald dat geen toestemming voor werkzaamheden wordt
verleend voor nevenwerkzaamheden die de wetenschappelijke, organisatorische of zakelijke
belangen van de universiteit schaden dan wel waarbij (de schijn van) belangenverstrengeling
aanwezig is.
De RUG neemt zelf de verantwoordelijkheid om dit onderzoek uit te laten voeren en
de opzet hiervan te bepalen. Ik zal het verzoek wat de precieze onderzoeksopzet van
de RUG is, nadrukkelijk overbrengen aan de RUG. Ik heb de Inspectie van het onderwijs
gevraagd om vervolgens de bevindingen van het onderzoek ten aanzien van de nevenwerkzaamheden
en eventuele belangenverstrengeling te beoordelen en mij daarover te adviseren.
Vraag 5
Wanneer verwacht u dat het onderzoek naar belangenverstrengeling is afgerond?
Antwoord 5
Er zal door de RUG naar worden gestreefd om het onderzoek zo spoedig mogelijk met
inachtneming van de zorgvuldigheid die een dergelijk onderzoek noodzakelijkerwijs
met zich meebrengt af te ronden.
Vraag 6
Vindt u het wenselijk dat wetenschappers die in dienst zijn van een onderwijsinstelling
regeringen van de EU of daarbuiten van betaald advies voorzien? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 6
Ja, ik vind advisering in het algemeen wenselijk. Kennisoverdracht, in het kader van
onderwijs en onderzoek, is één van de kerntaken van de universiteit. Het is een goede
zaak wanneer regeringen een beroep doen op de expertise van wetenschappers. Het spreekt
voor zich dat wetenschappers zich hierbij bewust moeten zijn van mogelijke risico’s,
zoals dat van belangenverstrengeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.