Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Laçin over het onderhoud aan de vuurtoren te Egmond aan Zee, waarbij mogelijk chroom 6 is vrijgekomen
Vragen van het lid Lacin (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het onderhoud aan de vuurtoren te Egmond aan Zee, waarbij mogelijk chroom 6 is vrijgekomen (ingezonden 1 oktober 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
30 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de problemen rond het onderhoud van de vuurtoren te Egmond aan Zee?1
Antwoord 1
Ja, ik ben op de hoogte van de problemen rondom de communicatie bij het onderhoud
van de vuurtoren te Egmond aan Zee.
Vraag 2
Wat zijn bij dit type projecten, in het algemeen, de voorschriften als het gaat om
de communicatie naar omwonenden en naastgelegen ondernemingen?
Antwoord 2
Wat de best passende werkwijze is voor communicatie met omwonenden wordt voor werkzaamheden
aan vuurtorens per situatie specifiek bepaald. Dit hangt onder andere af van de ligging
van de vuurtoren ten opzichte van de omwonenden en naastgelegen ondernemingen.
Vraag 3
Op welke wijze heeft de communicatie rond het onderhoud van de vuurtoren in Egmond
aan Zee voorafgaand aan het project plaatsgevonden?
Antwoord 3
Voorafgaand aan de werkzaamheden heeft afstemming plaatsgevonden met De BUCH. De BUCH
is een werkorganisatie voor de zelfstandige gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum
en Heiloo, die één gezamenlijke ambtelijke organisatie hebben. Tijdens de werkzaamheden
is zowel telefonisch, per e-mail als persoonlijk op de bouwplaats contact geweest
met De BUCH. Dit contact ging over de monumentale status van het object in relatie
tot de uit te voeren werkzaamheden. Daarnaast zijn asbestsanering, verwijderen van
chroom-6, vandalismebestrijding en de voortgang van de werkzaamheden besproken. Met
De BUCH is niet gesproken over communicatie naar de omgeving.
Vraag 4, 5, 6
Wie is verantwoordelijk voor betrekken van omwonenden en naastgelegen ondernemingen?
Wat is hierbij de rol van de gemeente?
Wat is hierbij de rol van Rijkswaterstaat?
Antwoord 4, 5, 6
De gemeente is in dit specifieke project verantwoordelijk voor de monumentale status
van het object. Rijkswaterstaat is eigenaar van het object en als opdrachtgever verantwoordelijk
voor de werkzaamheden aan de vuurtoren. In die hoedanigheid is Rijkswaterstaat ook
verantwoordelijk voor het betrekken van en communiceren met omwonenden en naastgelegen
ondernemingen.
Vraag 7
Op welke wijze zijn omwonenden en naastgelegen ondernemingen geïnformeerd, nadat bij
de werkzaamheden chroom 6 is aangetroffen en de werkzaamheden maandenlang stil lagen?
Antwoord 7
De omwonenden en naastgelegen ondernemingen zijn over de werkzaamheden niet geïnformeerd.
Er heeft alleen afstemming plaatsgevonden met de betrokken gemeenten (De BUCH). Overigens
is de volksgezondheid nooit in het geding geweest.
Vraag 8
Is er in de maanden dat het onderhoud aan de vuurtoren stil lag, gewerkt aan een nieuw
onderhoudsplan, waarin gevaarlijke stoffen als chroom 6 op een voor de volksgezondheid
verantwoorde manier zouden worden verwijderd? Zo ja, is dit onderhoudsplan ter inzage
beschikbaar? Op welke wijze is dit nieuwe plan besproken met de belanghebbende omwonenden?
Zo nee, waarom is er geen dergelijk plan gemaakt?
Antwoord 8
Ja, er is een nieuw onderhoudsplan gemaakt. Dit plan is op verzoek ter inzage beschikbaar.
Zie verder het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Klopt het dat, door een onvolledige afdichting rond de vuurtoren, er op enig moment
sprake was van stofwolken, mogelijk met chroom 6, die zich over de omgeving verspreiden?
Zo ja, was hierdoor sprake van een gevaar voor de volksgezondheid? Hoe zijn omwonenden
hierover geïnformeerd? Welke maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat er een gevaar
voor de volksgezondheid zou ontstaan?
Antwoord 9
Vanaf juni 2018 tot heden worden werkzaamheden verricht aan de vuurtoren. Het verwijderen
van chroom-6-houdende verf is gestart op 10 juli en was op 26 juli 2019 afgerond.
Deze werkzaamheden met chroom-6 zijn destijds in verschillende afgesloten ruimten
verricht, en daarbij zijn alle benodigde veiligheidsmaatregelen genomen en metingen
verricht. Na afloop van de werkzaamheden met chroom-6 zijn alle ruimtes zorgvuldig
gereinigd en is het chroom-6 houdend materiaal afgevoerd.
Daarna hebben straalwerkzaamheden plaatsgevonden aan onderdelen waar we van hebben
vastgesteld dat deze geen chroom-6 bevatten. Het gaasdoek dat ter afscherming om de
vuurtoren hangt, kan afhankelijk van de windkracht en richting straalstof doorlaten.
Dit heeft ook plaatsgevonden. Zoals hierboven aangegeven bevatte dit straalstof geen
chroom-6: er was dus geen gevaar voor de volksgezondheid.
Vraag 10
Bestaat er een protocol dat dient te worden toegepast als bij onderhoud (mogelijk)
sprake is van gevaarlijke stoffen zoals chroom 6? Zo ja, is dit protocol ter inzage
beschikbaar? Is dit protocol in dit geval toegepast? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja, er bestaat een zodanig protocol. Dit betreft het beheersregime chroom-6, dat is
opgesteld door Rijksvastgoedbedrijf, ProRail en Rijkswaterstaat. De Minister van Binnenlandse
Zaken heeft uw Kamer, mede namens mij, daar op 12 juli 2019 over geïnformeerd2. Dit beheersregime wordt toegepast door de gehele sector Rijk en is beschikbaar op
het Arboportaal3.
Tijdens de werkzaamheden aan de vuurtoren in Egmond is geen gebruik gemaakt van dit
regime, omdat het toen nog niet beschikbaar was. Wel is uiteraard conform vigerende
maatregelen volgens het Veiligheid- en Gezondheidsplan gewerkt. Een VenG-plan is een
verplichting uit het Arbobesluit (artikel 2.28) en beschrijft de maatregelen die we
nemen op gebied van Veiligheid en Gezondheid op de bouwlocatie. Op grond van het VenG-plan
van de werkzaamheden kan worden geconcludeerd dat de toegepaste veiligheidsmaatregelen
gelijkwaardig zijn aan het vastgestelde beheersregime.
Vraag 11
Welke instantie is verantwoordelijk voor de controle en handhaving als het gaat om
dit type projecten?
Antwoord 11
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de controle en handhaving op de eigen opdrachtnemer
bij dit type projecten. De Inspectie SZW is toezichthouder op de Arbowet.
Vraag 12
Bestaat er een meldingsplicht voor onderhoud aan objecten waarbij (mogelijk) gevaarlijke
stoffen vrij kunnen komen? Zo ja, bij welke instantie? Is dit in dit geval gebeurd?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Er bestaat een meldingsplicht voor (het werken met) bepaalde gevaarlijke stoffen,
zoals het werken aan asbest, bij de Inspectie SZW. Voor (het werken met) chroom-6
bestaat geen meldingsplicht.
Vraag 13
Begrijpt u de zorgen van omwonenden en ondernemers over de stofwolken en aanwezigheid
van chroom 6 in de Vuurtoren?
Antwoord 13
Ja, ik begrijp deze zorgen. De communicatie met de omgeving is onvoldoende geweest
en dit betreur ik. Ik vind het daarbij wel belangrijk om nogmaals te benadrukken dat
er op elk moment veilig is gewerkt. De veiligheid van omwonenden, ondernemers en ook
medewerkers is, zoals eerder aangegeven bij antwoord 7, nooit in het geding geweest.
Vraag 14
Kunt u Rijkswaterstaat en de gemeente aansporen om snel met omwonenden en ondernemers
in gesprek te gaan en uitleg te geven over de werkzaamheden en om de vragen van omwonenden
en ondernemers te beantwoorden?
Antwoord 14
Rijkswaterstaat staat zeer open voor een gesprek en gaat met hulp van de BUCH op korte
termijn in gesprek met de omwonenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.