Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Leijten over het bericht dat de oud-bestuurders van PrivaZorg ruim 14 miljoen zorggeld uit de zorginstelling hebben gesluisd
Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat de oud-bestuurders van PrivaZorg ruim 14 miljoen zorggeld uit de zorginstelling hebben gesluisd (ingezonden 12 augustus 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 18 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 3782.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het onderzoek van Follow the Money en Trouw waaruit blijkt
dat oud-bestuurders van PrivaZorg ruim 14 miljoen euro zorggeld uit de zorginstelling
hebben gehaald?1
Antwoord 1
Bij Privazorg is een complexe structuur aan bv’s en stichtingen gecreëerd. Interne
en externe toezichthouders hadden geen zicht meer op de geldstromen binnen de organisatie.
Door het gebrek aan intern toezicht, mogelijke belangenverstrengeling en een intransparante
organisatie is het maar zeer de vraag of zakelijke belangen van individuen te verenigen
zijn met het belang van de zorgorganisatie als geheel en met de maatschappelijk belangen
van de zorg. Het is dan ook goed dat de IGJ en de rechter dit jaar vooralsnog hebben
voorkomen dat er nog eens 12 miljoen euro aan een dochtermaatschappij is onttrokken.
De IGJ heeft dit voorjaar een uitgebreid rapport uitgebracht over haar onderzoek dat
in 2018 en 2019 heeft plaatsgevonden en betrekking had op Privazorg in de periode
2013–20192. De IGJ concludeert daarin dat het niet heeft kunnen vaststellen of met de herstructurering
in 2013 middelen oneigenlijk aan de zorg zijn onttrokken. Privazorg levert namelijk
ook kraamzorg en thuiszorg, waarop geen winstuitkeringsverbod rust. Daarmee is echter
niet gezegd dat dit soort gedrag wenselijk is. Excessen zoals in deze casus leiden
niet tot een doelmatige besteding van zorggeld en zijn daarmee onwenselijk. Ik werk
dan ook aan wetgeving met maatregelen om het interne en externe toezicht op integere
en professionele bedrijfsvoering te versterken en om voorwaarden te stellen aan dividenduitkering
in de extramurale zorg. Voor het einde van het jaar wordt uw Kamer geïnformeerd over
de verdere invulling van deze wetgeving.
Vraag 2 en 3
Kloppen de beweringen van de onderzoekers naar uw mening? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Als u dit niet zeker weet, bent u dan bereid de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) en/of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dit tot op de bodem te laten uitzoeken?
Antwoord 2 en 3
De onderzoekers hebben een zeer grondige analyse gemaakt van hetgeen zich binnen Privazorg
door de jaren heen heeft afgespeeld. Over de wenselijkheid van het gedrag binnen Privazorg
heb ik mij in het antwoord op vraag 1 uitgelaten. Over de stelling dat de overheid
wist van de financiële misstanden en niets deed, merk ik het volgende op.
De IGJ ziet toe op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en heeft een uitgebreid
rapport gepubliceerd over haar onderzoek dat in 2018 en 2019 heeft plaatsgevonden
en betrekking had op Privazorg in de periode 2013–2019. In 2013 heeft de IGJ onderzoek
gedaan naar aanleiding van signalen met betrekking tot de kwaliteit van zorg. Dit
heeft ertoe geleid dat in 2015, vanwege zorgen over de kwaliteit van zorg, verscherpt
toezicht is ingesteld bij drie steunpunten van Privazorg. In 2015 ontving de IGJ ook
signalen over de wijze waarop Privazorg is georganiseerd. Destijds had de IGJ in haar
toezicht nog minder aandacht voor governance en bedrijfsvoering van zorgaanbieders.
In 2018–2019 heeft de IGJ samen met de NZa naar aanleiding van een melding onderzoek
gedaan naar Privazorg. In dit onderzoek stond de naleving van de Wet kwaliteit, klachten
en geschillen (wkkgz), de Governancecode Zorg en de Wet toelating zorginstellingen
(Wtzi) centraal en lag de focus op de governance en bedrijfsvoering. De IGJ heeft
het eerder ingestelde verscherpt toezicht, dat was ingesteld vanwege bestuurlijke
onrust bij Privazorg, aangevuld met de bevindingen uit dit onderzoek.
De IGJ en de NZa hebben eerder aangegeven dat ze nog onvoldoende bevoegdheden hebben
om onderzoek te doen naar integere en professionele bedrijfsvoering, belangenverstrengeling,
wegsluizen van zorggelden en het optuigen van complexe ondoelmatige bedrijfsstructuren.3 In mijn brief van 9 juli 20194 aan Uw Kamer heb ik u geïnformeerd over mijn werkzaamheden met betrekking tot het
opstellen van wettelijke normen op het gebied van de transparante, integere en professionele
bedrijfsvoering. Daarnaast spannen de toezichthouders zich maximaal in om problematiek
op het gebied van de integere en professionele bedrijfsvoering bespreekbaar te maken,
en ongewenste situaties te onderzoeken en adresseren. Daartoe hebben zij in 2018 een
gezamenlijk programma Toezicht op integere bedrijfsvoering opgericht en werken zij
intensief samen in verschillende dossiers.
Vraag 4
Hoe kan het geld dat ten onrechte uit de zorg is weggesluisd worden teruggehaald?
Antwoord 4
De IGJ en de NZa hebben, binnen de huidige wettelijke kaders, geen onrechtmatigheden
of fraude kunnen vaststellen. Ook het CIBG, dat toezicht houdt op de Wet Normering
Topinkomens (WNT), heeft na onderzoek niet kunnen vaststellen dat bezoldigingen binnen
de Wtzi-toegelaten instellingen in strijd waren met de WNT. Het terugvorderen van
geld is dan ook niet aan de orde.
Vraag 5
Vindt u dat de IGJ zich actiever had moeten opstellen omtrent PrivaZorg, die met haar
bijzondere structuur van besloten vennootschappen (bv’s) en personeel dat grotendeels
als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) werkzaam was, en gezien de IGJ al vanaf
2013 signalen ontving dat de zorg kwalitatief niet op orde was en er sprake was van
een niet goed inzichtelijke organisatiestructuur, dubbelfuncties, (de schijn van)
belangenverstrengeling van privébelangen en zakelijke belangen en het niet voldoen
aan de eisen van de governancecode? Hadden niet alle alarmbellen af moeten gaan?5
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2 en 3.
Vraag 6
Wat vindt u van het volgende oordeel van de cliëntenraad: «De cliëntenraad stelt zich
op het standpunt dat «de structuur van de bestuurslagen niet inzichtelijk is, de bestuurders
van de zorgvennootschappen te gemakkelijk kunnen worden overruled door bestuurders
van de zich daarboven bevindende stichting Gustos Laetus die niet primair de belangen
van de zorgvennootschappen en de door de zorgvennootschappen geboden zorg tot doel
hebben althans lijken te hebben, de scope van de CR over een aantal zorgvennootschappen
veel te beperkt is en verder geen helder beeld bestaat over de geldstromen van zorgvennootschappen,
andere vennootschappen en de zich daarboven bevindende stichting Gustos Laetus. Dit
geldt temeer, nu het sinds eind 2017 statutair mogelijk is dividenduitkeringen te
doen vanuit zorgvennootschappen naar genoemde stichting»?
Antwoord 6
De conclusies van de IGJ onderschrijven het oordeel van de cliëntenraad. Zie ook het
antwoord op vraag 1.
Vraag 7
Wat gaat de IGJ nu doen met hetgeen nu bekend is geworden?
Antwoord 7
De IGJ heeft in april 2019 Privazorg onder verscherpt toezicht geplaatst. Privazorg
heeft opdracht gekregen om de statuten in lijn te brengen met de Governancecode Zorg.
Dit betekent dat inspraak en tegenspraak moet worden georganiseerd. Dit heeft onder
andere betrekking op inspraak vanuit de cliëntenraad.
Vraag 8
Wordt het onderzoek naar de financiële handel en wandel van PrivaZorg nog uitgebreid
nu de IGJ zelf constateert dat zij niet heeft niet kunnen vaststellen of met de herstructurering
in 2013 al dan niet middelen oneigenlijk aan de zorg zijn onttrokken en volgens de
governancecode 2010 is gehandeld, waarbij de IGJ aangeeft dat de besluitvormingsprocedure
rondom de herstructurering 2013 niet door de inspectie nader onderzocht is?
Antwoord 8
Ingevolge artikel 1.2 en 3.1 van het uitvoeringsbesluit WTZi is een winstoogmerk voor
thuiszorginstellingen toegestaan. Uitkering van dividend is toegestaan. Een dividenduitkering
mag de continuïteit en kwaliteit van zorg niet in gevaar brengen.
De IGJ heeft een extern bureau laten kijken naar de bedrijfsvoering van Privazorg.
De IGJ heeft naar aanleiding hiervan het advies gekregen dat nader onderzoek naar
alle waarschijnlijkheid geen bewijzen op gaat leveren voor strafbare feiten.
Vraag 9
Gaat er na 1 september 2019 nog een dividenduitkering plaatsvinden aangezien de voorzieningenrechter
slechts een verbod op dividenduitkering heeft uitgesproken tot 1 september 2019?
Antwoord 9
De Ondernemingskamer heeft een verbod op dividenduitkering opgelegd tot 1 september
2019. Op voordracht van de Ondernemingskamer zijn drie nieuwe bestuurders aangesteld.
De IGJ heeft in het verscherpt toezicht geëist dat de statuten en reglementen moeten
voldoen aan de Governancecode Zorg. Onderdeel hiervan is dat voorafgaand aan dividenduitkering
zorgvuldige besluitvorming dient plaats te vinden. De leden van het voormalige bestuur
zijn niet meer betrokken bij Privazorg.
Vraag 10
Wordt het Openbaar Ministerie nog ingeschakeld om te kijken of er niet frauduleus
is gehandeld?
Antwoord 10
De IGJ heeft het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) geïnformeerd over haar bevindingen.
De opsporingsdiensten iSZW en FIOD zijn partij bij het IKZ en kunnen onder gezag van
het OM bezien of aanknopingspunten aanwezig zijn voor een strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 11, 12 en 13
Hoe beoordeelt u het handelen van de Belastingdienst die al in 2007 constateerde dat
zorggeld als achterstallig loon, management fees en pensioenbetalingen naar de eigenaren/bestuurders
stroomde, maar daarop geen verdere actie heeft ondernomen en dit ook niet heeft gemeld
bij de toenmalig Inspectie voor de Gezondheidszorg?
Had de Belastingdienst zich niet actiever moeten opstellen bij deze constateringen
waar toch tenminste het vermoeden uit ontstaat dat zorggelden onterecht worden aangewend
voor privégunsten?
Wat doet de Belastingdienst nu met dergelijke signalen?
Antwoord 11, 12 en 13
Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht ingevolge artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen
kan niet worden ingegaan op individuele gevallen.
In zijn algemeenheid geldt dat de Belastingdienst is belast met de uitvoering van
fiscale wet- en regelgeving. Vanuit deze taak wordt toezicht gehouden op de naleving
van fiscale regels. Voor de Belastingdienst is van belang dat deze gelden op een juiste
wijze in de fiscale heffing worden betrokken en dat verschuldigde belasting wordt
betaald.
In 2007 was het enkel mogelijk om een fiscaal delict met inachtneming van de Aanmeldings-,
Transactie- en Vervolgingsrichtlijnen voor fiscale delicten en douanedelicten (hierna:
ATV-richtlijnen6) aan te melden voor het zogenoemde tripartiete overleg7. Hiertoe is in de regel geen aanleiding bij betalingen die als salarissen en beloningen
zijn aangegeven, aangezien het niet aan de Belastingdienst is om te oordelen over
de hoogte van de beloningen aan bestuurders van zorgorganisaties.
Als partner binnen het IKZ wisselt de Belastingdienst bij de uitvoering van zijn fiscale
taken en binnen de kaders van wet- en regelgeving signalen uit die het toezicht op
het zorgdomein raken en waarbij tevens een vermoeden van onrechtmatigheid bestaat.
De IGJ maakt ook onderdeel uit van dit samenwerkingsverband. Het IKZ bestaat sinds
1 november 2016. Het uitwisselen van gegevens via het IKZ stuit nu nog op enkele knelpunten.
Er zijn niet altijd wettelijke grondslagen aanwezig om onderling gegevens te mogen
verstrekken, waardoor (informatie-)achterstand op frauderende partijen in stand blijft.
Met het wetsvoorstel Wbsrz (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg) wordt
gegevensuitwisseling via het IKZ verder verbeterd door het IKZ een eigen wettelijke
taak en grondslag te geven. Het streven is dit wetvoorstel begin 2020 aan de Tweede
Kamer te verzenden.
Vraag 14
Wat vindt u van het gegeven dat een gerenommeerd consultancybureau meewerkt aan dergelijke
constructies?
Antwoord 14
Accountants en accountantsorganisaties hebben een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Die verantwoordelijkheid wordt weerspiegeld in strenge eisen die voortvloeien uit
de wet en uit regels van de beroepsgroep. Het oordeel of in dit geval daadwerkelijk
in strijd is gehandeld met de wet of met regels van de beroepsgroep, is niet aan ondergetekende.
De directeur van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft in
een openbare reactie aangegeven dat accountants het publiek belang dienen en de samenleving
mag verwachten dat ze wegblijven van hetgeen daarmee in strijd is. Het is dus ongewenst
als accountants – ook in hun adviesrol – medewerking verlenen aan dubieuze constructies.
Daarnaast behoort het tot de taak van een controlerend accountant om zich te vergewissen
van de integriteit van hun cliënt en gesignaleerde misstanden aan de orde te stellen,
aldus de NBA. De NBA wil dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de rol van de betreffende
accountant bij de financiële misstanden rondom zorgorganisatie Privazorg.
Vraag 15 en 16
Bij hoeveel andere zorginstellingen denken consultants mee over een bedrijfsstructuur
waarmee zoveel mogelijk geld uit de zorg kan worden getrokken?
Als u daar geen zicht op heeft, wilt u dan daar onderzoek naar doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 15 en 16
Het is mijns inziens niet mogelijk, ook niet met nader onderzoek, met zekerheid te
zeggen bij hoeveel andere zorginstellingen consultants meedenken over een bedrijfsstructuur
waarmee zoveel mogelijk geld uit de zorg kan worden getrokken. Zelfs wanneer dit niet
veel voorkomt, acht ik het van belang dat dit onwenselijke gedrag aan banden wordt
gelegd. Daarom werk ik aan maatregelen om integere en professionele bedrijfsvoering
te bevorderen, om de WNT uit te breiden en om randvoorwaarden aan dividenduitkering
in de extramurale zorg te stellen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kerstens (PvdA),
ingezonden 12 augustus 2019 (vraagnummer 2019Z15634).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.