Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wörsdörfer over het bericht ‘Familiedrama in Winschoten: 'Ze belde 113, maar dat nummer bestaat helemaal niet'
Vragen van het lid Wörsdörfer (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Familiedrama in Winschoten: «Ze belde 113, maar dat nummer bestaat helemaal niet» (ingezonden 25 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
18 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Familiedrama in Winschoten: «Ze belde 113, maar dat
nummer bestaat helemaal niet»?1
Antwoord 1
Ik ben door het bericht geraakt. Het is een verschrikkelijk drama dat in Winschoten
plaatsgevonden heeft. Ik wens de nabestaanden heel veel sterkte met hun verlies.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de zelfmoordpreventielijn ook bereikbaar moet zijn via het nummer
113? Zo ja, kunt u per direct het nummer 113 toegankelijk maken voor en koppelen aan
de Zelfmoordpreventielijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Zoals in de Kamerbrief van heden is opgenomen heeft de Staatssecretaris van EZK aangegeven
bereid te zijn het nummer 1-1-3 beschikbaar te stellen voor hulp in het kader van
suïcidepreventie. Daarmee kunnen ook andere partijen dit nummer (gedeeld) gebruiken,
mits zij voldoen aan de invulling van de kwaliteitseisen. Daarnaast is afgesproken
dat het nummer 0800–0113 voor de Stichting beschikbaar is en blijft indien op enig
moment besloten wordt het nummer 1-1-3 vanuit Europa voor andere doeleinden te harmoniseren.
Samen met de Minister van JenV zullen wij onderzoeken wat de mogelijkheden, de risico’s
en passende voorwaarden zijn bij het beschikbaar maken van dit nummer. Ik kan nog
niet precies inschatten op welke termijn het nummer eventueel beschikbaar zou kunnen
komen en of er onverhoopt onoverkomelijke obstakels zijn.
De bestemmingen van telefoonnummers zijn vastgelegd in het Nummerplan telefoon- en
ISDN-diensten, een besluit van algemene strekking onder de Telecommunicatiewet dat
valt onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van EZK. De ACM is verantwoordelijk
voor de uitgifte van deze nummers. In het huidige nummerplan is het nummer 113 gereserveerd
voor een mogelijke toekomstige Europees geharmoniseerde bestemming. Zonder aanpassing
van het nummerplan kan het nummer 113 niet door de ACM worden toegekend.
De belangrijkste afweging voor een eventueel gebruik van het nummer 1-1-3 voor suïcidepreventie
is de mogelijke complicatie voor de 1-1-2-dienstverlening, door een risico van onbedoeld
kiezen («misdialling») van dit nummer. Op smartphones zit veelal een directe (beeldscherm)
knop voor noodoproepen die dit risico beperkt, maar dit geldt niet voor vaste telefoons.
Omdat elke seconde telt, moet de hulpvrager zoveel mogelijk in het eerste contact
worden geholpen. Het openstellen van 1-1-3 mag geen extra vertragende factor zijn
voor bellers in nood die per ongeluk 1-1-3 bellen in plaats van 1-1-2. Op dit moment
kan ik nog niet inschatten wat dat vraagt aan techniek en menskracht. Dit risico speelt
niet bij alternatieven zoals het nummer 0800–0113 of een nummer uit de 1–4reeks zoals
het nummer 1-4-5.
Bij een eventuele aanpassing van het nummerplan om het nummer 1-1-3 beschikbaar te
maken zullen ook andere maatschappelijke belangen en die van derden die hiervoor 1–1
nummers zouden willen gebruiken, maar (nog) buiten beeld zijn, moeten worden afgewogen.
In verband met de vereiste marktconsultatie en uitvoeringtoets door de ACM zijn hier
tenminste drie maanden mee gemoeid.
Gelet op de genoemde aspecten met betrekking tot het nummerplan en Europese harmonisatie
zal het nodig zijn om voorwaarden te stellen aan een beschikbaarstelling van het nummer
1-1-3 ten behoeve van suïcidepreventie. Onder meer wordt dan het nummer bestemd voor
«suïcidepreventie» en kunnen ook andere partijen dit nummer (mits zij voldoen aan
de invulling van de kwaliteitseisen) (gedeeld) gebruiken. Hiermee zou bij eventuele
staking van de stichting een andere organisatie dit kunnen overnemen. Voorts zal dit
gebruik van 1-1-3 moeten worden uit gefaseerd indien dit nummer alsnog Europees wordt
geharmoniseerd voor een andere bestemming.
Met een (tijdelijke) doorschakeling of doorverwijzing door een auditieve melding kan
op korte termijn het risico op onbeantwoorde 1-1-3-oproepen worden vermeden2. Er is weliswaar geen wettelijk instrument om dit af te dwingen maar de grotere telecomaanbieders
hebben zich bereid verklaard hieraan mee te werken. Ik verwijs u voor mijn verdere
reactie op het nummer 1-1-3 naar mijn brief van heden aan uw Kamer over dit onderwerp.
Vraag 3
Wat is volgens u de reden dat mensen nu een langer nummer, te weten, 0900–0113, moeten
bellen?
Antwoord 3
Ik begrijp dat destijds aan 113 Online een 020-nummer was toegekend. Ongeveer zes
jaar geleden is dit omgezet naar een landelijk 0900-nummer.
Vraag 4
Waarom worden bellers die bellen naar 113 niet doorverbonden met 0900–0113?
Antwoord 4
Ik verwijs u voor de beantwoording naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Kunt u het bellen van de zelfmoordpreventielijn gratis toegankelijk maken zodat ook
kinderen en jongeren zonder beltegoed de zelfmoordpreventielijn kunnen bereiken? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar mijn brief van heden aan uw Kamer
over dit onderwerp.
Vraag 6
In hoeverre heeft u signalen ontvangen dat de zelfmoordpreventielijn niet bereikt
wordt door verwarring over het te bellen telefoonnummer?
Antwoord 6
Ik heb eind 2018 van 113Zelfmoordpreventie vernomen dat zij het huidige 0900 nummer
graag in 1-1-3 nummer aangepast zouden willen zien. Dit vanwege betere vindbaarheid
en de betere aansluiting op de zero suïcide missie van 113 Zelfmoordpreventie. Jaarlijks
bellen 22.000 mensen 113Zelfmoordpreventie voor steun en hulp in verband met hun suïcidaliteit,
ruim 48.000 mensen weten 113zelfmoorpdreventie online te vinden (2018).
Vraag 7
Kunt u deze schriftelijke vragen beantwoorden voor het algemeen overleg suïcidepreventie
van 17 oktober 2019?
Antwoord 7
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Hijink (SP),
ingezonden 25 september 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr.
426), Kuik (CDA), ingezonden 25 september 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 427) en Kuiken (PvdA), ingezonden 25 september 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 428)
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.