Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Sjoerdsma en Diertens over de situatie op Curaçao
Vragen van de leden Groothuizen, Sjoerdsma en Diertens (allen D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de situatie op Curaçao (ingezonden 4 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de ministers van Defensie, van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming
en de staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 17 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 76.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de nieuwe Procedure voor bescherming op grond van artikel 3 EVRM
van Curaçao? Is de Procedure afdoende bekend bij relevante overheidsbeambten en bij
de mensen die potentieel aanspraak kunnen maken op deze procedure? Zo nee, welke stappen
zouden moeten worden gezet om deze situatie te verbeteren? Bent u bereid daarbij te
helpen?
Antwoord 1
In mijn brief van 27 september jl.1 aan de leden van de Eerste Kamer heb ik laten weten dat het Ministerie van Justitie
en Veiligheid dit voorjaar op verzoek van Curaçao de aanvraagprocedure om bescherming
op basis van artikel 3 EVRM heeft doorgenomen. De Curaçaose autoriteiten zijn vervolgens
voorzien van advies. De aanvraagprocedure is daarop deze zomer aangepast en door de
Raad van Ministers van Curaçao aangenomen en online gepubliceerd. De aanvraagprocedure
voldoet daarmee aan de internationale vereisten waar Curaçao aan is gehouden. De Curaçaose
autoriteiten hebben laten weten dat de nieuwe procedure ook is verstuurd naar alle
gemachtigden en advocaten die zich met betreffende zaken bezighouden. Het document
wordt nog vertaald, aangezien het document momenteel alleen in het Nederlands beschikbaar
is. Als onderdeel van de ondersteuning die Nederland binnen de vreemdelingenketen
levert, zijn ook middelen gereserveerd voor meer bekendmaking en vertaling van dit
beleid.
Vraag 2
Hoeveel verzoeken tot bescherming op basis van deze procedure zijn er tot op heden
ingediend? Hoeveel verzoeken zijn reeds afgehandeld, met welk resultaat?
Antwoord 2
Zoals gemeld in mijn brief van 27 september jl.2 aan de leden van de Eerste Kamer, hebben de autoriteiten van Curaçao medegedeeld
dat momenteel 16 aanvragen om bescherming op basis van artikel 3 EVRM in behandeling
zijn. Rond de 30 aanvragen zijn na het indienen weer ingetrokken. De Curaçaose autoriteiten
laten weten dat verschillende migranten een beroep doen op artikel 3 EVRM, na in bewaring
te zijn gesteld, met de hoop hierdoor vrijgelaten te worden. Wanneer dit niet meteen
het geval is, geven ze de voorkeur om naar Venezuela terug te gaan en trekken hun
verzoek in.
Vraag 3
Welke steun geeft Nederland met betrekking tot de implementatie van deze beschermingsprocedure?
Geeft Nederland hulp en ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van trainingen, bij
de uitvoering van deze procedure? Zo nee, is het kabinet voornemens dat te gaan doen?
Antwoord 3
Bij brief van 6 september jl.3 heeft uw Kamer een nader overzicht gekregen van de ondersteuning die door Nederland
wordt geleverd in relatie tot de uitdagingen die Aruba en Curaçao ondervinden als
gevolg van de situatie in Venezuela. Nederland levert technische bijstand ten behoeve
van de implementatie van de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM door
het geven van opleidingen en trainingen voor lokaal personeel door de Immigratie en
Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Koninklijke
Marechaussee (KMar). Daarnaast wordt waar mogelijk ook ondersteuning geleverd voor
het wegwerken van eventuele achterstanden.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de capaciteiten van de overheid op Curaçao, de advocatuur en de rechtspraak
om op een goede manier invulling te geven aan de procedure? Hoe beoordeelt u de reële
mogelijkheid voor effectieve rechtsbescherming op grond van deze procedure in het
licht van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens?
Antwoord 4
In de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM is aangegeven dat migranten
tegen deze beslissing – binnen de termijnen en de wijze zoals vastgesteld in de Landsverordening
Administratieve Rechtspraak (Lar) – bezwaar kunnen maken dan wel beroep kunnen instellen.
De rechtsmiddelen worden in de beschikking vermeld. Het is primair aan het land Curaçao
om erop toe te zien dat op goede wijze invulling wordt gegeven aan de procedure en
zorg te dragen voor het bestaan van effectieve rechtsmiddelen en de daarbij benodigde
capaciteit.
Vraag 5 en 6
Hoe beoordeelt u de omstandigheden in de zogenaamde vreemdelingenbarakken waar mensen
23 uur per dag vastzitten in een groepsverblijf? Voldoen deze omstandigheden aan de
(internationale) regels en normen voor wat betreft (vreemdelingen)detentie? Zo nee,
hoe kijkt u dan aan tegen de waarborgfunctie van het Koninkrijk?
Hoe beoordeelt u de voortgang met betrekking tot de reconstructie van de vreemdelingenbarakken?
Deelt u de mening dat het noodzakelijk is meer tempo te maken? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welke stappen gaat u nemen om hierbij te helpen?
Antwoord 5 en 6
Bij brief van 6 september jl. heb ik uw Kamer nader geïnformeerd over de ondersteuning
die door Nederland wordt geleverd in het kader van de verbetermaatregelen voor de
vreemdelingenbewaring op Curaçao. Naar aanleiding van een verzoek om ondersteuning
heb ik samen met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid eind 2018 een financiële
bijdrage geleverd van 132.000 euro voor de verbouwing en verbetering van het mannenblok
in de vreemdelingenbewaring van het Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK).
Curaçao heeft aangegeven dat deze verbetermaatregelen op korte termijn worden afgerond.
Curaçao heeft Nederland daarnaast verzocht om aanvullende ondersteuning te leveren
op het terrein van vreemdelingenbewaring. In dit kader heeft Nederland 2 miljoen euro
beschikbaar gesteld voor de realisatie van de uitbreiding van de vreemdelingenbewaring
bij het SDKK. De focus bij de verbouwing en uitbreiding wordt gelegd op het verbeteren
van de materiele randvoorwaarden voor het regime van vreemdelingenbewaring in lijn
met de internationale verplichtingen. De Dienst Justitiële Inrichtingen en het Rijksvastgoedbedrijf
bieden expertise en verrichten adviserende werkzaamheden, voorafgaand aan en tijdens
de fase van implementatie.
Vraag 7
Is het waar dat vertegenwoordigers van het Venezolaanse consulaat toegang hebben tot
de vreemdelingenbarakken? Is het waar dat een lid van de Venezolaanse veiligheidsdienst
toegang heeft tot de vreemdelingenbarakken? Klopt het dat betreffende persoon eerst
geen diplomatieke status had en deze alsnog heeft verkregen? Waarom heeft Nederland
daarin bewilligd? Hoe beoordeelt u de berichten dat deze vertegenwoordigers druk uitoefenen
op Venezolaanse migranten om « vrijwillig» terug te keren? Hoe beoordeelt u dergelijke
druk tegen de achtergrond van het verbod op non-refoulement? Indien u van oordeel
bent dat deze druk mogelijk op gespannen voet staat met het recht, hoe beziet u dat
in het licht van de waarborgfunctie van het Koninkrijk? Hoe beoordeelt u het gegeven
dat migranten zonder verblijfsrecht die vastzitten in de vreemdelingenbarakken in
eerste instantie zelf hun ticket moeten betalen? Ziet u het risico dat mensen hierdoor
onredelijk lang vast blijven zitten? Zo nee, waarom niet? Welke rol ziet u voor organisaties
als de International Organization for Migration (IOM) om hierbij te helpen? Bent u
bereid hierover met Curaçao in gesprek te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Op grond van het Weens verdrag inzake consulaire betrekkingen hebben enkel consulaire
ambtenaren het recht om te communiceren met een onderdaan van hun land en, indien
de onderdaan daarom vraagt, deze te bezoeken wanneer die wordt vastgehouden. Dit valt
binnen de reguliere functies van een consulaat. Er zijn geen aanwijzingen dat de Venezolaanse
veiligheidsdiensten de barakken bezocht hebben. Een lid van de consulaire staf heeft
bezoeken gebracht aan de barakken. Deze persoon was weliswaar geen consulair ambtenaar
van het Venezolaanse consulaat, maar wel aangemeld als lid van de consulaire missie.
De autoriteiten op Curaçao hebben deze persoon verzocht de vreemdelingenbarakken niet
meer te betreden.
De berichten dat vertegenwoordigers van Venezuela druk uitoefenen op Venezolaanse
migranten om terug te keren zijn bekend. Er zijn echter geen bewijzen dat er druk
is uitgeoefend op Venezolanen. De Curaçaose autoriteiten hebben laten weten dat de
geboden mogelijkheid tot terugkeer had te maken met een door Venezuela aangeboden
gratis vlucht «Vuelta a la patria», waarvan Venezolanen op vrijwillige basis gebruik
konden maken. Er zijn ook Venezolanen die geen gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid.
De Curaçaose autoriteiten laten weten dat de Venezolanen die een beroep hadden gedaan
op de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM niet zijn benaderd.
Daar waar het gaat om de procedure tot terugkeer melden de Curaçaose autoriteiten
dat mede door de grenssluiting door Venezuela, men thans langer vast zit dan gebruikelijk.
Ook melden zij dat de migranten zonder verblijfsrecht die hun eigen ticket kunnen
betalen dit zelf kopen. In het kader van het Nederlandse terugkeerbeleid is het ook
een uitgangspunt dat migranten zelf verantwoordelijk zijn voor de kosten van hun terugkeer.
De betaling van de tickets door de autoriteiten van Curaçao als een migrant onvoldoende
middelen heeft, heeft als gevolg dat de financiële middelen die het land heeft voor
de terugkeer minder worden. Dit kan weer mogelijke gevolgen hebben voor de daadwerkelijke
terugkeer van migranten. Curaçao is reeds in gesprek met IOM om te bezien wat IOM
zou kunnen betekenen voor Curaçao.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de situatie van illegaal op Curaçao verblijvende Venezolanen? Deelt
u de mening dat deze mensen kwetsbaar zijn voor uitbuiting en voldoende medische zorg
niet altijd voorhanden is? Wat kunt u doen om hierbij verlichting te bieden? Kan het
COA een rol spelen in advisering over de opvang van mensen die aanspraak maken dan
wel recht hebben op bescherming? Zo ja, bent u bereid hiertoe stappen te nemen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het illegaal verblijven in een derde land brengt risico’s met zich mee, dit geldt
niet alleen voor personen van Venezolaanse nationaliteit. Dit betreft niet alleen
gezondheidsrisico’s, maar ook veiligheidsrisico’s. Daarnaast bestaat het risico dat
kwetsbare groepen illegalen in een uitbuitingssituatie terecht kunnen komen. In de
brief van 6 september jl.4 is uw Kamer geïnformeerd dat Nederland op verzoek van Curaçao zal ondersteunen bij
de inrichting van de opvang van kwetsbare groepen migranten. In dit verband zal het
COA Curaçao adviseren ten behoeve van de inrichting van de opvang.
Vraag 9
Bent u bekend met signalen dat een deel van de Venezolaanse migranten op Curaçao is
besmet met HIV? Klopt het dat medicijnverstrekking aan deze mensen (in de praktijk)
wordt geweigerd? Zijn er voor de mensen voldoende medicijnen beschikbaar? Wat zijn
de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid in het hele Koninkrijk? Indien u niet
op de hoogte bent van deze berichten, bent u dan bereid deze te (laten) onderzoeken?
Antwoord 9
Na overleg tussen de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
en de Minister van Volksgezondheid van Curaçao, mevrouw Camelia-Römer, kan ik u als
volgt berichten. We zijn bekend met de signalen dat een deel van de Venezolaanse migranten
op Curaçao besmet is met HIV. HIV komt wereldwijd bij een deel van de bevolking voor.
Naar ik begrijp zijn er circa 5 HIV positieve Venezolaanse ongedocumenteerden bekend
in het Sehos. Daarnaast geeft Minister Römer aan dat het Sehos onlangs een intern
protocol heeft gecommuniceerd waarin expliciet is opgenomen dat alle HIV-patiënten,
dus ook ongedocumenteerden, volgens de algemene regels worden behandeld. Behandeling
van HIV voorkomt doorontwikkeling tot AIDS en vermindert transmissierisico voor anderen,
wat een volksgezondheidsrisico voorkomt. Naast het Sehos biedt de stichting Salú pa
Tur voor gereduceerd tarief zorg aan ongedocumenteerden. Bij deze stichting zijn zo’n
8 HIV positieve ongedocumenteerde Venezolanen bekend. De Staatssecretaris van VWS
heeft laten weten het net als zijn collega op Curaçao belangrijk te vinden dat alle
personen met HIV passende zorg krijgen, dus ook ongedocumenteerde Venezolanen. Daarom
beziet de Staatssecretaris van VWS samen met zijn collega op welke wijze in (technische)
ondersteuning kan worden voorzien voor de Stichting Salú pa Tur.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de algemene veiligheidssituatie op Curaçao?
Antwoord 10
Rechtshandhaving betreft een autonome aangelegenheid van de landen binnen het Koninkrijk.
De beoordeling van de veiligheidssituatie is derhalve aan de landen zelf, in dit geval
Curaçao. Curaçao (en Aruba) heeft aangegeven uitdagingen te ondervinden als gevolg
van de situatie in Venezuela, ook op het terrein van veiligheid en rechtshandhaving.
Het kabinet heeft daarom in samenspraak met Curaçao (en Aruba) als onderdeel van de
te leveren ondersteuning in het kader van Venezuela ook gekeken hoe op deze terreinen
aanvullende ondersteuning geboden kan worden. Daarnaast zet het kabinet al langere
tijd in op samenwerking met de landen waar het aankomt op de aanpak van grensoverschrijdende
en ondermijnende criminaliteit in de regio. Criminaliteit heeft – meer dan voorheen
– een grensoverschrijdend karakter. Daardoor zijn de opsporingsdiensten genoodzaakt
tot meer regionale en internationale samenwerking ten aanzien van onder andere de
inzet van capaciteit en specialismen. Dit staat centraal in de nieuwe visie op (versterkte)
recherchesamenwerking, waarover uw Kamer door de Minister van JenV en mij is geïnformeerd.5 In regionaal verband wordt daarnaast samengewerkt om de zee- en luchtgrenzen in het
Caribische deel van het Koninkrijk te versterken via het baseline-initiatief waarover uw Kamer bij brief6 van 30 september jl. nader is geïnformeerd in het kader van de periodieke rapportage
rechtshandhaving naar aanleiding van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO).
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de impact van de veiligheidssituatie op Curaçao op Nederland, onder
meer tegen de achtergrond van de talrijke verbindingen tussen Curaçao en Nederland?
Antwoord 11
Het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft onder andere te kampen met grensoverschrijdende
criminaliteit, waaronder de doorvoer van contrabande. Dit beschouw ik als zeer zorgelijk.
Ook burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft recentelijk nog aangegeven dit als
zorgelijk te beschouwen, gezien de talrijke verbindingen tussen Curaçao en Nederland.
Zoals de Minister van JenV en ik uw Kamer in de brief van 30 september jl. informeerden,
wordt er in opdracht van het JVO in een Koninkrijksbreed samenwerkingsverband, middels
het zogeheten implementatieteam baselines, gewerkt aan het versterken van de zee-
en luchtgrenzen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19,
35 300IV, nr.9). Het implementatieteam baselines is een voorbeeld van hoe er regionaal op het niveau
van de uitvoerende diensten wordt samengewerkt om kennis te delen en gezamenlijk stappen
te zetten. Tot slot merk ik op dat de veiligheidsproblemen op Curaçao als gevolg van
de situatie in Venezuela vooral drukken op het land zelf. Om die reden investeert
het kabinet op een tal van fronten in de aanpak van deze criminaliteit in de regio,
bijvoorbeeld door de inzet van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), de flexpool KMar
en de Kustwacht voor het Caribisch gebied.
Vraag 12
Welke controlemaatregelen worden genomen op het personen- en goederenverkeer tussen
Curaçao en Nederland? Hoe zit dat tussen Nederland en de andere eilanden?
Antwoord 12
De Douane is verantwoordelijk voor het toezicht op het goederenverkeer dat de EU-buitengrens
overschrijdt. Omdat het douanegebied van de Unie alleen het grondgebied van het Koninkrijk
der Nederlanden in Europa omvat (artikel 4 van de Verordening (EU) Nr. 952/2013 van
het Europees parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het
douanewetboek van de Unie) valt het goederenverkeer vanuit Curaçao bij aankomst in
Nederland en bij vertrek vanuit Nederland naar Curaçao onder douanetoezicht van de
Nederlandse Douane. Hetzelfde geldt voor het goederenverkeer met de andere eilanden.
Het douanetoezicht vindt plaats op de goederen in het maritieme en het luchtverkeer,
zowel ten aanzien van de goederen in het personenverkeer als het handelsverkeer. Dit
douanetoezicht vindt informatiegericht en risico-gestuurd plaats. De Douane zet verschillende
soorten handhavingsinterventies in, zoals fysieke controle, en maakt gebruik van hulpmiddelen
zoals speurhonden en scans. Op commerciële vluchten afkomstig uit Curaçao, Aruba,
Bonaire en Sint Maarten voert de Douane – vanwege een sterk verhoogd risico op drugssmokkel
– het door de Minister van JenV ingestelde zogenaamde «100%-controleregime» uit. De
Koninklijke Marechaussee is verantwoordelijk voor het personenverkeer.
Bij het personenverkeer geldt dat personen die via Nederland het Schengengebied in-
of uitreizen zijn onderworpen aan grenscontroles op grond van de Schengengrenscode
(SGC). De eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden (zowel
Curaçao, Aruba, Sint Maarten, als de BES eilanden) vallen niet onder het Schengenacquis.
Personen die van of naar de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk der
Nederlanden reizen naar of vanuit een van de Schengenlanden (waaronder Nederland),
passeren daarmee een Schengenbuitengrens en zijn onderworpen aan grenscontroles op
grond van de Schengengrenscode. Voor personen die onder het Unierecht inzake vrij
verkeer vallen (EU, EER, Zwitserland) en derdelanders behelst dit een systematische
controle die bestaat uit de verificatie van de identiteit en de nationaliteit en van
de echtheid en de geldigheid van het reisdocument en het raadplegen van de relevante
databanken (Schengeninformatiesysteem (SISII), Interpol Stolen and Lost Travel Documents
(SLTD) en het Opsporingsregister (OPS). Voor derdelanders geldt daarnaast ook de grondige
controle die onder andere bestaat uit toetsing op het doel, duur en middelen van bestaan
van het beoogde verblijf en, waar van toepassing, de controle van het visum.
Vraag 13
Welke integrale veiligheidsvisie hanteert u bij het vorm geven van uw beleid met betrekking
tot Curaçao?
Antwoord 13
De vormgeving van het beleid ten aanzien van Curaçao is gericht op samenwerking met
het autonome land Curaçao. Op basis van samenwerkingsregelingen en Rijkswetten ondersteunt
Nederland de rechtshandhavingsketen. Bij die samenwerking en ondersteuning zijn de
aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting van artikel 1 van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties
(verder: beleidsdoorlichting) leidend.7 Zo is inzet gericht op lokaal eigenaarschap, wordt er maatwerk per (ei)land geleverd
en krijgt problematiek die om een lange adem vraagt een aanpak die daarbij past. Deze
uitgangspunten vormen ook een rode draad bij bijvoorbeeld de ondersteuning die in
het kader van Venezuela wordt verleend. Daarnaast geeft het grensoverschrijdende en
ondermijnende karakter van criminaliteit in de regio aanleiding om te investeren in
goede informatie-uitwisseling en gezamenlijke inzet op transnationale georganiseerde
criminaliteit.
Vraag 14
Hoe beoordeelt u de controle op de grenzen van Curaçao door de politie en de kustwacht?
Deelt u het oordeel van ervaringsdeskundigen dat de grenzen rondom de Caribische koninkrijksdelen
zo lek als een mandje zijn als het gaat om wapen- en drugssmokkel? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 14
Zoals uw Kamer weet valt de politie van Curaçao onder de autonome verantwoordelijkheid
van het land Curaçao waar ik niet in kan treden. Ten aanzien van de Kustwacht voor
het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (hierna: Kustwacht) kan ik
u het volgende melden. De Kustwacht monitort met een walradarsysteem en andere middelen
en sensoren 24/7 het maritieme omgevingsbeeld rondom de eilanden. Ook zijn er bootteams
beschikbaar op de steunpunten Curaçao en Aruba. Dit laat onverlet dat de Caribische
Koninkrijksdelen meer dan 900 kilometer kuststrook kennen, die door middel van technische
hulpmiddelen beveiligd moet worden. Dat is nooit 100 procent waterdicht; er blijft
altijd sprake van een zekere mate van blinde vlekken. Eerder dit jaar is aan de Kamer
gemeld dat Defensie extra ondersteuning aan de Kustwacht heeft geleverd om deze blinde
vlekken te dichten. Dit gebeurt onder meer door de inzet van de Curaçaose en Arubaanse
militie ter aanvulling van de Kustwachters in de bootteams.8 Aanvullend hierop zijn door het kabinet bij Voorjaarsnota 2019 middelen vrijgemaakt
voor de versterking van de maritieme grenzen. Zoals gemeld bij brief van 6 september
jl. zal de Kustwacht onder meer overgaan tot de aanschaf van mobiele walradars, camera’s
en drones ter ondersteuning van Aruba, Bonaire en Curaçao.9 Voor de langere termijn is de Kustwacht bezig met het vervangen van de waldetectiecapaciteit
op de Benedenwindse Eilanden, de doorontwikkeling van informatie-gestuurd politieoptreden
en het vervangingstraject van de luchtverkenningscapaciteit. Over het Jaarplan 2019
van de Kustwacht is de Kamer op 21 januari jl. door de Minister van Defensie uitgebreid
geïnformeerd.10 Daarnaast vervult het Ministerie van Defensie een belangrijke rol in het tegengaan
van wapen- en drugssmokkel. Het stationsschip in het Caribisch Gebied wordt daarbij
ingezet voor zowel Defensie- als Kustwachttaken, in overleg met het Ministerie van
Defensie en afhankelijk van de ontwikkelingen zoals grensoverschrijdende criminaliteit.
Met het stationsschip worden ook anti-smokkel operaties uitgevoerd. De Verenigde Staten
en Frankrijk zijn hierbij de belangrijkste internationale partners. Daarnaast vervult
de Commandant Zeemacht in het Caribisch gebied zijn taak als Commander Task Group
4.4, een ondercommandant van de Amerikaanse Joint Interagency Task Force South voor
drugsbestrijding in de regio.
Vraag 15
Hoe beoordeelt u het gegeven dat in de praktijk geen 24 uurs-controle door de kustwacht
bestaat? Welke risico’s brengt dat met zich mee? Wat gaat u doen om deze risico’s
te mitigeren?
Antwoord 15
Zoals in vraag 14 aangegeven, monitort de Kustwacht 24/7 het maritieme omgevingsbeeld
rondom de eilanden. In de uitvoering van Kustwachttaken moet onderscheid gemaakt worden
tussen Search and Rescue (SAR) taken en overige taken van de Kustwacht. De Kustwacht
is 24/7 beschikbaar voor de coördinatie van SAR-taken. Wanneer er mensen in nood of
direct levensgevaar verkeren is de Kustwacht op basis van internationale regelgeving
verplicht om zelf in actie te komen of de coördinatie van een reddingsactie te verzorgen.
In enkele gevallen komt de Kustwacht niet zelf in actie, maar kan dit efficiënter
en/of effectiever aan een ander worden overgelaten, bijvoorbeeld aan een schip wat
in de buurt vaart. Voor wat betreft de overige taken van de Kustwacht, zie het antwoord
op vraag 14.
Vraag 16
Hoeveel drugstransporten van en naar Curaçao zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019 onderschept?
Om hoeveel kilogram gaat het telkens, en om welke drugs?
Antwoord 16
Op basis van de mij beschikbare cijfers van de Kustwacht, kan ik u het volgende melden.
De Kustwacht heeft in 2017 van en naar Curaçao vier drugstransporten onderschept met
bijna 90 kilo verdovende middelen aan boord, bestaande uit hasj (grootste deel), marihuana,
cocaïne en hennep. In 2018 heeft de Kustwacht van en naar Curaçao vijf drugstransporten
onderschept met ruim 960 kg drugs aan boord, bestaande uit cocaïne (overgrote deel)
en marihuana. Dit jaar (peildatum 9 september jl.) heeft de Kustwacht van en naar
Curaçao in totaal tien drugstransporten onderschept met in totaal bijna 1.900 kilo
verdovende middelen en 1070 XTC pillen aan boord. Naast de XTC pillen bestond de lading
uit cocaïne (overgrote deel), marihuana, hennep en MDMA.
Vraag 17
Hoeveel gesmokkelde wapens van en naar Curaçao zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019
onderschept? Om welke typen wapens gaat het?
Antwoord 17
Op basis van de mij beschikbare cijfers van de Kustwacht, kan ik u het volgende melden.
In 2017 heeft de Kustwacht van en naar Curaçao in totaal zestien wapens onderschept
(14 handvuurwapens en 2 handgranaten). In 2018 zijn er door de Kustwacht van en naar
Curaçao in totaal dertien wapens onderschept (12 handvuurwapens en 1 zogenaamde karabijn
converter). Dit jaar (peildatum 9 september jl.) zijn van en naar Curaçao in totaal
zeven wapens onderschept, waarbij het in alle 7 gevallen handvuurwapens betrof.
Vraag 18
Hoeveel gesmokkelde drugs en wapens zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019 onderschept
tussen Curaçao en Nederland? Hoe zit dit met betrekking tot de andere eilanden? Welke
kosten zijn gemoeid met controles op personen en goederen vanuit Curaçao en de andere
eilanden? Deelt u de mening dat het effectiever is contrabande aan de «zuidgrens»
van het koninkrijk tegen te houden, dan in Nederland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
In de jaren 2017, 2018 en 2019 zijn in Nederland door de Douane en de KMar bij de
controle van de goederenstroom via lucht- en zeevracht, alsmede luchtpassagiers uit
Curaçao respectievelijk 166, 288 en 144 gevallen van drugs onderschept met een totaalgewicht
van 1.265,3 kg. Uit Aruba zijn respectievelijk 24, 45 en 17 gevallen van drugs onderschept
(27,5 kg, 51,6 kg en 14,8 kg), uit Bonaire zijn respectievelijk 9, 7 en 2 gevallen
onderschept (8,8 kg, 66,5 kg en 1,6 kg) en uit Sint Maarten zijn respectievelijk 3,
11 en 1 gevallen onderschept (1 kg, 8,6 kg en 0,3 kg). Daarnaast meldt de Douane 8
wapens in 2017, 4 wapens in 2018 en 4 wapens in 2019 te hebben onderschept vanuit
de eilanden. Uit de totale kosten van controle, opsporing, vervolging en detentie
valt niet toe te delen welk deel Curaçao of andere eilanden betreft. Het kabinet herkent
de problematiek van smokkel en deelt de mening dat het effectiever is om contrabande
aan de «zuidgrens» van het Koninkrijk tegen te houden dan in Nederland. Om deze reden
wordt er in het Caribisch gebied geïnvesteerd in versterkte samenwerking aan de zuidgrens,
bijvoorbeeld in het Recherchesamenwerkingsteam (RST), de Kustwacht voor het Caribisch
gebied, politie-liaisons in bron- en doorvoerlanden en de samenwerking met (politie)diensten
in de regio.
Vraag 19
Hoe beoordeelt u berichten over de aanwezigheid van participanten/sympathisanten van
de Colombiaanse beweging ELN op Curaçao? Wat is het potentiele effect van hun aanwezigheid
op Curaçao en/of Nederland?
Antwoord 19
Voor zover mij bekend heeft de guerrillabeweging ELN geen aanwezigheid op Curaçao.
Vraag 20
Kunt u inmiddels duidelijkheid geven over het bedrag van 23 miljoen euro dat u in
de voorjaarsnota heef gereserveerd voor bijstand aan Curaçao en Aruba? Waar komt dit
geld precies vandaan? Waarvoor gaat u het inzetten?
Antwoord 20
In de brief van 6 september jl. is uw Kamer geïnformeerd over de besteding van de
23,8 miljoen euro die het kabinet bij Voorjaarsnota heeft vrijgemaakt voor enerzijds
de respons op de bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao en anderzijds maatregelen
in het kader van crisisbeheersing in de regio.11 In nauwe afstemming met Aruba en Curaçao is een samenhangend pakket aan ondersteuningsmaatregelen
uitgewerkt dat in het komende jaar in gezamenlijkheid uitgevoerd zal worden. In het
ondersteuningspakket is onder meer aandacht voor de versterking van de maritieme grenzen
en het optimaliseren van de vreemdelingenketen, maar ook voor diverse sociaal-maatschappelijke
projecten op het gebied van onderwijs, opvang van kwetsbare groepen, gezondheidszorg
en bejegening van migranten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.