Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 300 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2020
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 15 oktober 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 26 september 2019 voorgelegd aan de Minister-President, Minister
van Algemene Zaken. Bij brief van 14 oktober 2019 zijn ze door de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Kan in een helder overzicht heel precies per ministerie worden aangegeven met welke
bedragen (en voor welke taken) zij een bijdrage leveren aan de bekostiging van het
Koninklijk Huis?
Antwoord op vraag 1
In 2009 heeft de Commissie Zalm aanbevelingen gedaan om te komen tot een transparant
stelstel van te ramen en te verantwoorden uitgaven die samenhangen met de uitoefening
van het koningschap. Dit heeft, vanaf 2010, geleid tot een nieuwe opzet van de begroting
van de Koning.
Na vijf jaar is er een externe evaluatie geweest, die heeft geleid tot een aanvulling
van de begroting van de Koning met een extracomptabele bijlage bij de begroting. Hierin
worden de uitgaven gepresenteerd die binnen de rijksbegroting op begrotingen van andere
ministeries worden geraamd en die in verband kunnen worden gebracht met het koningschap.
Dit vormt het geheel van de uitgaven die direct te relateren zijn aan het koningschap.
Binnen deze extracomptabele uitgaven zijn er uitgaven die vanuit het oogpunt van beveiliging
en privacy niet worden gespecificeerd. De beveiligingsuitgaven die via de begroting
van J&V en Defensie lopen worden wel genoemd in de extracomptabele bijlage, maar niet
nader gespecificeerd en voorzien van een bedrag. Hoewel de vliegkosten onder de begroting
van de Koning vallen heeft er in een voorkomend geval een incidentele verrekening
plaatsgevonden ten laste van de begroting I&W ten behoeve van de doelmatige inzet
van het regeringsvliegtuig.
Daarnaast kunnen sommige uitgaven op begrotingen van ministeries worden opgenomen
die niet in de begroting van de Koning worden weergegeven, aangezien deze niet direct
uit het koningschap voortvloeien. Het kan gaan om een subsidie waar men als persoon
aanspraak op kan maken op grond van een regeling waar ook andere particulieren aanspraak
op kunnen maken. Een voorbeeld hiervan is de subsidie voor het Kroondomein die via
de begroting van LNV loopt en de Koning ontvangt als vruchtgebruiker van het landgoed.
Andere landeigenaren kunnen op een soortgelijke subsidie aanspraak maken.
Het kan ook gaan om een doeluitgave van een ministerie voor een bepaalde activiteit,
ter ondersteuning van de beleidsdoelen van een ministerie, waarbij een lid van het
koninklijk huis wordt ingeschakeld. Een voorbeeld hiervan zijn de nevenwerkzaamheden
van Koningin Maxima als speciale pleitbezorger van de VN secretaris-generaal voor
inclusieve financiering voor ontwikkeling (UNSGSA). Binnen de begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) worden haar werkzaamheden als speciale
gezant ondersteund door het vergoeden van kosten ten behoeve van haar reizen, omdat
haar werk aansluit bij de Nederlandse beleidsdoelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking,
in het bijzonder de verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s).
Vraag 2
Hoe staat het met het onderzoek naar de kosten van meubels in Koninklijke paleizen?
Antwoord op vraag 2
De brief aan de Tweede Kamer die de Minister-President op 10 september heeft aangekondigd
wordt gelijktijdig met deze antwoorden naar de Tweede Kamer gestuurd.
Vraag 3
Kan per Koninklijk paleis worden aangegeven wat het energielabel is en welke bronnen
voor duurzame energie aanwezig zijn?
Antwoord op vraag 3
De drie ter beschikking gestelde paleizen zijn alle rijksmonumenten, waarvoor een
energielabel niet van toepassing is. Het is echter wel de intentie van de Staatssecretaris
van het Ministerie van BZK om deze paleizen (verder) te verduurzamen.
Zo neemt bijvoorbeeld Paleis Noordeinde deel aan het programma EnergieRijk Den Haag,
loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden voor verduurzaming bij Koninklijk Paleis
Amsterdam en bevindt een onderzoek naar de plaatsing van zonnepanelen bij Paleis Huis
ten Bosch zich in een afrondende fase.
Vraag 4
Op welke dagen, in het afgelopen jaar, is Kroondomein Het Loo (gedeeltelijk) voor
het publiek afgesloten geweest? En op welke dagen zal het Kroondomein in het komende
jaar (gedeeltelijk) voor het publiek afgesloten zijn?
Antwoord op vraag 4
Een gedeelte van Kroondomein Het Loo, met name de randgebieden, is het hele jaar geopend
van zonsopgang tot zonsondergang. Een groot deel van Kroondomein Het Loo, het kerngebied,
is geopend van 25 december tot 15 september (en dus voor het publiek afgesloten van
15 september tot 25 december). Dit gold in 2018 en geldt eveneens in 2019 en 2020.
Vraag 5
Hoe vaak maakte het koningshuis de afgelopen jaren gebruik van private charters, wat
waren hiervoor de redenen en wat waren de bijbehorende kosten?
Vraag 6
Hoe vaak maakte het koningshuis de afgelopen jaren gebruik van lijnvluchten, wat waren
hiervoor de redenen en wat waren de bijbehorende kosten?
Antwoord op vraag 5 en 6
In het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht
is de volgorde aangegeven die in principe wordt aangehouden bij het bepalen van het
luchtvaartuig waar gebruik van kan worden gemaakt, namelijk: 1. Het regeringsvliegtuig;
2. Luchtvaartuigen van het Ministerie van Defensie en 3. Civiele luchtvaartuigen.
Het budget voor de inhuur van civiele vliegtuigen bestaat uit zowel inhuur, als de
kosten voor lijnvluchten.
Leden van het Koninklijk Huis maken zowel gebruik van private charters als van lijnvluchten.
Dit alles is afhankelijk van de aard van de reis, de bestemming, de doelmatigheid
en het al dan niet beschikbaar zijn van het regeringsvliegtuig.
De uitgaven voor en de inzet van luchtvaartuigen maken onderdeel uit van artikel 2
van de begroting. Zoals uit de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad
van State (2016) blijkt, geldt voor dit artikel de grondwettelijke vrijheid van de
Koning om zijn Huis in te richten, met inachtneming van het openbaar belang. Vanwege
artikel 41 van de Grondwet wordt geen extra inzicht gegeven in deze uitgaven.
Vraag 7
Wat zijn de kosten van de gehuurde private charters per uur?
Antwoord op vraag 7
Een vaste uurprijs is niet te geven. Dit hangt af van de omstandigheden. Zie verder
antwoord 5/6.
Vraag 8
Hoeveel CO2 is er in het afgelopen jaar uitgestoten met vliegreizen door het Koninklijk Huis?
Antwoord op vraag 8
Zie antwoord 5/6. Aanvullend hierop kan worden opgemerkt dat voor het regeringsvliegtuig
een CO2-reductieplan geldt.
Vraag 9
Is er in de afgelopen jaren door het koningshuis gekozen voor een vliegreis op afstanden
van minder dan 500 kilometer?
Antwoord op vraag 9
Ja, om reden van doelmatigheid, de bestemming en de aard van de reis. Het betreft
onder meer het uitgaande Staatsbezoek aan Ierland, bezoek aan Engeland en de werkbezoeken
aan Duitsland.
Vraag 10
Is er in het afgelopen jaar door het koningshuis meer met de trein gereisd dan in
de jaren ervoor? Zo ja, hoeveel meer? Zo nee, hoeveel minder?
Antwoord op vraag 10
Om reden van doelmatigheid, de bestemming en de veiligheid wordt een overwogen beslissing
genomen over de inzet van een trein of (regerings)vliegtuig. Zie antwoord 9/5/6.
Vraag 11
Waarom is er voor gekozen wel deze mate van detail te hanteren voor de onderbouwing
van het vliegen door het Koningshuis en niet voor andere kostenposten?
Antwoord op vraag 11
De mate van detailinformatie bij de vliegkosten is mede ingegeven door het Besluit
gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht (Stcrt. 2019, nr. 22214). Daarnaast is op basis van deze vliegregeling bepaald dat de kosten ten behoeve
van de leden van het Koninklijk Huis voor het gebruik van het regeringsvliegtuig ten
laste komen van de begroting van de Koning. Voor de overige gebruikers binnen de regering
is een bedrag gereserveerd voor het gebruik van het regeringsvliegtuig binnen de begroting
van Infrastructuur en Waterstaat. Dit was de reden dat bij de opzet van de begroting
van de Koning in 2010 naar aanleiding van de Commissie Zalm de vliegkosten afzonderlijk
werden gepresenteerd.
In de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State over de betekenis
van artikel 41 van de Grondwet (Kamerstuk 34 550 I, nr. 2) stelt de Afdeling vast dat in artikel 2 van de begroting van de Koning in zijn huidige
uitwerking door het onderscheiden van bepaalde posten, artikel 41 niet consequent
wordt toegepast en dat het onwenselijk is dat een verdere uitsplitsing plaatsvindt.
In de reactie hierop is aangegeven dat het niet wenselijk is de historische gegroeide
uitwerking van artikel 2 aan te passen door een beperking of verruiming.
Vraag 12
Kunt u de nominale bijstelling grondwettelijke uitkeringen Koning, echtgenote van
de Koning en Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap, toelichten?
Antwoord op vraag 12
De nominale bijstelling van de grondwettelijke uitkeringen aan de Koning, aan de echtgenote
van de Koning en aan de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap is vastgelegd
in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 1, lid 1).
De uitkeringen bestaan uit een A-component, die het inkomensbestanddeel vormt en een
B-component, die betrekking heeft op personele en materiële uitgaven.
De nominale bijstelling van de A-component is gekoppeld aan de bezoldiging van de
vicepresident van de Raad van State en voor de bijstelling in 2020 ten opzichte van
2019 is deze gebaseerd op de contractloonstijging van de sector Rijk (afgerond 2,6%),
als raming voor de verwachte inkomensontwikkeling.
De nominale bijstelling van de helft van de B-component is gekoppeld aan de bezoldiging
van het burgerlijk rijkspersoneel en voor de bijstelling in 2020 ten opzichte van
2019 is deze gebaseerd op de contractloonstijging van de sector Rijk (afgerond 2,6%).
Voor de andere helft van de B-component is de consumentenprijsindex van toepassing
(afgerond 1,5%).
Vraag 13
Waarom is voor inhuur civiele helikopters en inhuur civiele vliegtuigen 0 uur geraamd?
Antwoord op vraag 13
Bij inhuur van civiele helikopters en vliegtuigen wordt er niet gerekend met een vaste
prijs per vlieguur, aangezien de prijzen per vlieguur te zeer verschillen. Daarom
is er in de begroting een totaalbedrag vastgesteld voor inhuur (inclusief kosten voor
lijnvluchten). Dit bedrag voor inhuur vertaalt zich niet direct naar aantal vlieguren.
Met «0» wordt niet bedoeld dat er geen inhuur plaatsvindt, maar dat het bedrag niet
vooraf aan de hand van het aantal verwachte vlieguren te berekenen is.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier