Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Gijs van Dijk over een spoortunnel naar Ameland
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over een spoortunnel naar Ameland (ingezonden 20 september 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 21 oktober
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Voor Rijkswaterstaat is een spoortunnel naar Ameland
een serieuze optie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat zijn de redenen voor Rijkswaterstaat om een spoortunnel naar Ameland te overwegen?
Hoe serieus is deze optie? In hoeverre krijgen bewoners van Ameland, Noardeast-Fryslân,
de Waddenvereniging en andere natuurorganisaties zeggenschap over de bereikbaarheid
van Ameland?
Antwoord 2
In de brieven van 19 december 20162en van 2 oktober 20173 heb ik, als aanvulling op de maatregelen die voor de korte termijn zijn en worden
genomen, aangekondigd een lange termijn visie op te stellen voor de bereikbaarheid
van Ameland na 2029. Dit in lijn met het advies uit het Open Plan Proces (OPP).
Het proces om tot een lange termijn visie te komen voor de periode na 2029 is gestart
met een inventarisatie waarbij allerhande ideeën, ongeacht de haalbaarheid, op tafel
konden worden gelegd. Bij dit proces zijn Rijkswaterstaat, provincie Fryslân, gemeente
Ameland en gemeente Noardeast-Fryslân betrokken. Daarnaast worden experts, bewoners
en vertegenwoordigers van onder andere Wagenborg Passagiersdiensten, de Coalitie Wadden
Natuurlijk, consumentenplatform Waddenveren, ondernemersplatform Ameland en dorpsbelangen
betrokken via deelname aan een adviesgroep of via bewonersavonden.
Door de betrokken partijen wordt momenteel gewerkt aan een eerste uitwerking van een
drietal denkrichtingen waarvan de in het artikel genoemde tunnelverbinding de meest
extreme is. Een andere denkrichting is het optimaliseren van de bestaande verbinding
en het splitsen van vervoerstromen door op het tij te gaan varen met grote schepen
voor auto’s en vrachtverkeer en daarnaast het frequenter inzetten van minder diepliggende
schepen voor alleen personenvervoer. In de laatste denkrichting wordt de vertreklocatie
van de veerboot verplaatst naar een locatie waar de vaargeul beter zou kunnen aansluiten
op de natuurlijke geulen in het waddensysteem
Eind 2019 wordt mij de eerste uitwerking van de genoemde denkrichtingen aangeboden.
Hierbij ontvang ik ook een standpunt van de betrokken regionale partijen. Pas dan
neem ik samen met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een besluit
over welke oplossingsrichtingen verder onderzocht worden op onder meer de haalbaarheid.
Hierover zal ik u begin 2020 informeren. Op basis van het vervolgonderzoek kan naar
verwachting in 2024 door het Rijk en de regio een besluit worden genomen over een
voorkeursscenario.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een spoortunnel door een beschermd natuurgebied, dat bovendien
op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat, zeer onwenselijk is? Deelt u de mening
van de Waddenvereniging dat de plannen «vergezocht en niet reëel» zijn?
Antwoord 3
Zoals ik bij het antwoord op vraag 2 aangeef bevindt het proces zich pas in de pre-verkenningsfase.
Eind 2019 zal ik mede op basis van het regionale standpunt samen met de Staatssecretaris
beslissen over welke oplossingsrichtingen verder onderzocht gaan worden. Wanneer het
proces in de fase komt dat concrete alternatieven getoetst gaan worden op o.a. haalbaarheid,
dan zal hierbij zowel de status van werelderfgoed als die van Natura2000 gebied uiteraard
een belangrijke rol spelen.
Vraag 4
Bent u bekend met de wens vanuit de Wadden om het aantal auto’s en vrachtauto’s op
de eilanden terug te dringen? Bent u daarom sowieso van plan om aan de slag te gaan
met een extra aparte en snellere verbinding, naast de veerverbinding voor auto’s en
vrachtauto’s, voor voetgangers en fietsers naar Ameland?
Antwoord 4
De mate waarin de eilanden auto’s en vrachtauto’s toestaan, is een verantwoordelijkheid
van de gemeenten. De verbindingen naar de eilanden passen zich daarop aan. Ik zie
op basis van de huidige vervoersstromen geen noodzaak om, naast de bestaande sneldienst,
een extra aparte en snelle verbinding voor voetgangers en fietsers te realiseren.
Vraag 5
Bent u bereid om, gezamenlijk met de Waddengemeenten, gemeenten op het vasteland en
de provincie Friesland, een onderzoek te starten naar een andere manier van bagageafhandeling
en openbaar vervoer naar de veerhavens? Zou het creëren van een transferium in Friesland,
waar geparkeerd en bagage gelabeld kan worden, een optie hiervoor kunnen zijn?
Antwoord 5
Gezien de fase waarin het proces zich bevindt is een dergelijk onderzoek nu niet aan
de orde. Wanneer t.z.t. voor een bepaalde oplossingsrichting voor de lange termijn
wordt gekozen, dan kan dat effect hebben op de bagageafhandeling en het openbaar vervoer
naar de veerhavens. In het vervolgonderzoek dient dan ook hiernaar verder onderzoek
te worden gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.