Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het artikel 'Minister Wiebes over compensatie NAM: "Voelt heel verkeerd, maar moet wel"'
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Minister Wiebes over compensatie NAM: «Voelt heel verkeerd, maar moet wel»» (ingezonden 20 september 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 14 oktober
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Minister Wiebes over compensatie NAM: «Voelt heel verkeerd,
maar moet wel»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waar is het bedrag van 90 miljoen euro op gebaseerd dat nu wordt uitgekeerd aan Shell
en Exxon? Klopt het dat dit bedrag niet definitief is? Zo ja, wat is het totale bedrag
dat u wilt uitkeren aan deze twee bedrijven?
Antwoord 2
Voor de veiligheid van de Groningers heb ik de verantwoordelijkheid om de gaswinning
uit het Groningenveld zo snel als mogelijk af te bouwen. Ik heb uw Kamer op 10 september
jl. geïnformeerd over aanvullende afspraken met Shell en ExxonMobil over een gewijzigde
inzet van gasopslag Norg. Daarmee kan de gaswinning, met behoud van de leveringszekerheid,
het huidige gasjaar 2019/20 al beperkt blijven tot minder dan 12 miljard Nm3 en is er uitzicht op nul vanaf medio 2022. Daarmee geef ik invulling aan de motie
Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 626).
Het gebruik van Norg voor de minimalisering van de Groningenproductie leidt wel tot
extra kosten, onder meer door de inkoop van hoogcalorisch gas en de gewijzigde inzet
van gasopslag Norg als buffer voor het geproduceerde pseudo-Groningengas.
Tegelijkertijd is er met deze versnelde daling van de gaswinning sprake van een structurele
en materiële afwijking van het basispad van 29 maart 2018. Hierdoor vallen de opbrengsten
van het Groningenveld voor alle partijen beduidend lager uit. Op basis van het Akkoord
op Hoofdlijnen heb ik een inspanningsverplichting om dan in overleg te treden met
de betrokken partijen om de balans van de afspraken opnieuw te bezien.
Een voorlopig bedrag van netto 90 miljoen euro verzekert de inzet van gasopslag Norg
voor het gasjaar 2019/2020 en biedt tegelijkertijd alle partijen nog de ruimte om
de komende tijd te benutten om in samenwerking met de Minister van Financiën en externe
adviseurs de consequenties van de inzet van Norg en ook de overige effecten van het
eerder beëindigen van de gaswinning in kaart te brengen. Het bedrag van 90 miljoen
euro netto is dus niet definitief.
Zonder financiële afspraken met Shell en Exxon op zeer korte termijn achtte ik het
te onzeker dat ik de winning voor komend gasjaar onder de 12 miljard Nm3 vast kon stellen en tegelijkertijd te zorgen voor de leveringszekerheid. Daarom sta
ik voor deze afspraak.
Vraag 3
Op welke juridische gronden maakt u dit bedrag over?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 heb ik in het interim- akkoord aanvullende
afspraken gemaakt om de gaswinning versneld te beperken.
Vraag 4
In het artikel stelt u niet aan betalingen te kunnen ontkomen en dat deze noodzakelijk
zijn wegens bestaande contracten; bent u bereid uw analyse naar de Kamer te sturen
zodat de Kamer uw juridische redenering kan controleren?
Antwoord 4
Zonder financiële afspraken met Shell en Exxon op zeer korte termijn achtte ik het
onmogelijk om de winning voor komend gasjaar onder de 12 bcm vast te stellen en tegelijkertijd
te zorgen voor de leveringszekerheid. Vanzelfsprekend heb ik voorafgaand en tijdens
de gesprekken over het interim--akkoord (intern en extern) juridisch advies ingewonnen.
Ik ben graag bereid om uw Kamer nader te informeren in een vertrouwelijke briefing.
Ik hecht aan deze vertrouwelijkheid omdat openbaarmaking de onderhandelingspositie
van de Staat richting de totstandkoming van de definitieve afspraken (een addendum
bij het Akkoord op Hoofdlijnen) kan schaden.
Daarnaast zal ik de Kamer ook regelmatig en tijdig informeren over de voortgang van
de gesprekken over de afbouw van de gaswinning met Shell en Exxon, zoals mij verzocht
is in de motie Mulder c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 686).
Vraag 5
Is het niet zeer gebruikelijk om contracten aan te passen indien omstandigheden veranderen,
zeker wanneer deze omstandigheden veranderd zijn als direct gevolg van het contract,
zoals het geval is bij de aardbevingsproblematiek in Groningen?
Antwoord 5
Hierbij ga ik ervan uit dat u doelt op het Akkoord op Hoofdlijnen dat op 25 juni 2018
is gesloten (Kamerstuk 33 529, nr. 493). De inspanningsverplichting uit het Akkoord op Hoofdlijnen voorziet in de mogelijkheid
om bij gewijzigde omstandigheden opnieuw om tafel te gaan en afspraken indien nodig
te herzien. Het kabinet houdt zich aan die gemaakte afspraken als betrouwbare contractpartij.
Vraag 6
Zou behoud van het huidige contract niet volkomen onethisch zijn, in strijd met de
goede zeden en in strijd met hetgeen maatschappelijk betamelijk is?
Antwoord 6
Het Akkoord op Hoofdlijnen bevat belangrijke elementen voor een goede en zorgvuldige
afbouw van de gaswinning in Groningen. Zo regelt het Akkoord op Hoofdlijnen verstrekkende
garanties voor de kosten van schadeherstel en versterking, waarborgen voor de financiële
robuustheid van de NAM en afspraken om de NAM zo snel mogelijk op afstand van inhoudelijke
keuzes rond schadevergoeding en versterking te plaatsen. Daarbij is toen eveneens
geregeld dat Shell en ExxonMobil afzien van hun claim op het niet gewonnen gas in
de grond. Alle partijen spannen zich zo gezamenlijk in om de versnelde afbouw van
de gaswinning mogelijk te maken.
Vraag 7
In hoeverre speelt overmacht een rol, temeer omdat de gaswinning is verminderd omdat
de veiligheid van Groningers onvoldoende geborgd is? Welke rol spelen de vernietigingen
door de Raad van State van uw gaswinningsvergunningen?
Antwoord 7
De vraag of hier sprake is van overmacht is in dit verband niet relevant. Voor de
veiligheid is het nodig dat de winning zo snel mogelijk naar 12 miljard Nm³ gaat.
Dit kan ik niet eigenstandig doen omdat het naar beneden brengen van de winning alleen
mogelijk is door de inzet van Norg voor de opslag van pseudo-Groningengas. Om een
versnelde verlaging van de gaswinning mogelijk te maken moest ik daarom aanvullende
afspraken maken. Zonder deze afspraken kon ik de leveringszekerheid niet waarborgen.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak bevestigd dat met beide van deze twee belangen
(snelle afbouw en leveringszekerheid) rekening moet worden gehouden. Dit is wat ik
in het interim--akkoord gedaan heb.
Vraag 8
Hoe kan het zijn dat private bedrijven rechten ontlenen en gecompenseerd moeten worden
als de veiligheid van Groningers daardoor in gevaar wordt gebracht en schade wordt
toegebracht?
Antwoord 8
Met de aanvullende afspraken die in het interim- akkoord zijn vastgelegd wordt de
versnelde afbouw van de gaswinning mogelijk. Zie in dit verband ook mijn antwoord
op de vragen 2 en 7.
Vraag 9
Heeft u een beroep gedaan op het geweten en het morele besef van Exxon en Shell om
zonder dure en tijdrovende procedures en zonder afkoopsom samen te werken aan verminderde
gaswinning en duurzame oplossingen voor de problematiek in Groningen? Zeker nadat
zij met het eerder gesloten Akkoord op Hoofdlijnen (de deal) al de hoofdprijs binnensleepten
met de nieuwe winst- en kostenverdeling?
Antwoord 9
Het is mijn verantwoordelijkheid om de gaswinning zo snel als mogelijk te minimaliseren.
Zoals ik bij mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven heb ik daarom ik aanvullende
afspraken gemaakt in het interim--akkoord. Ik doe binnen de mogelijkheden en verantwoordelijkheden
die ik heb een voortdurend beroep op alle partijen om de gaswinning zo snel mogelijk
omlaag te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.