Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de documentaire De schuldmachine
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de documentaire De schuldmachine (ingezonden 23 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 11 oktober 2019).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over de documentaire De schuldmachine?1
Antwoord vraag 1
De documentaire De Schuldenmachine laat zien dat de maatregelen die we als kabinet
nemen met de Brede Schuldenaanpak hard nodig zijn.
Vraag 2
Deelt u de mening dat veel mensen met schulden in een vicieuze cirkel belanden vanwege
torenhoge schulden, boetes, rentes en rentes op boetes? Hoe gaat u deze cirkel doorbreken?
Antwoord vraag 2
Ik deel uw mening dat mensen in een vicieuze cirkel terecht kunnen komen, wanneer
sprake is van een problematische schuldensituatie. Voor het doorbreken van de vicieuze
cirkel is een combinatie van acties nodig. De drie actielijnen uit de Brede Schuldenaanpak
zijn daar op gericht. Op het moment dat schuldhulpverlening is ingezet om tot een
oplossing van de schulden te komen moet ook worden voorkomen dat bestaande schulden
verder oplopen. In Actielijn 3 van de Brede Schuldenaanpak is aandacht voor de «stapeling»
waar mensen met problematische schulden mee te maken krijgen. In de voortgangsbrief
Brede Schuldenaanpak ga ik in op de acties van het kabinet om de negatieve gevolgen
van stapeling te voorkomen.2 De Minister voor Rechtsbescherming zet in op het tijdelijk stopzetten van de invordering
van verkeersboetes bij mensen die deze door schulden niet kunnen betalen: de noodstopprocedure.
Ook wordt de huidige cumulatieregeling, neergelegd in artikel 6:96, zevende lid, van
het Burgerlijk Wetboek aangepast om de ongewenste cumulatie van incassokosten aan
te pakken. Dit wetsvoorstel wordt nog dit najaar in consultatie gebracht.
Vraag 3
Hoe oordeelt u over de situatie van Elyvonne, die een schuldvordering kreeg op haar
achttiende, omdat haar schoolboeken niet betaald zijn toen ze twaalf was?
Deelt u de mening dat dit absurd is? Is het überhaupt legaal wat de schuldeiser hier
doet?
Antwoord vraag 3
Ik kan geen uitspraken doen over specifieke gevallen. In algemene zin kan ik zeggen
dat ouders verantwoordelijk zijn voor de kosten van opvoeding en verzorging van minderjarige
kinderen (artikel 1:404 BW). Ook als een minderjarig kind zelf boeken bestelt, dan
nog blijft de ouder (wettelijk vertegenwoordiger) daarvoor aansprakelijk.
Vraag 4
Wat kunt u doen om de situatie van Ricky te verbeteren, een jongen die al zeven jaar
probeert om zijn leven op de rit te krijgen, maar daarin niet slaagt omdat hij geen
inkomen en woonadres heeft?
Antwoord vraag 4
Helaas zien we nog te veel jongeren met dit soort problematiek kampen. Met het Actieprogramma
Dak- en Thuisloze Jongeren wil het kabinet samen met gemeenten hun situatie verbeteren.3 De gemeente zorgt immers voor een (post)adres, inkomen en andere hulpverlening. De
pilotgemeenten van het actieprogramma passen de uitgangspunten van het programma direct
in de praktijk toe. Het doel is dat voor het eind van 2021 alle (potentiële) dak-
en thuisloze jongeren de hulp en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het doorverkopen van schulden perverse effecten heeft, aangezien
de opkoper (meestal een incassobureau) zich vervolgens ontpopt als meedogenloze schuldeiser?
Wat onderneemt u tegen deze praktijken?
Antwoord vraag 5
Het kabinet heeft conform toezegging in de brief van de Minister voor Rechtsbescherming
van 8 februari 2019 nader onderzoek gedaan naar het fenomeen verkoop van vorderingen
en in het bijzonder naar de problemen die worden ervaren bij inning van opgekochte
vorderingen.4 Dit raakt direct aan de problemen zoals die in de documentaire worden geadresseerd.
Aanleiding voor het onderzoek is de motie-De Lange c.s. In de motie wordt de regering
gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheid voor een schuldenaar om opgekochte
vorderingen door incassobureaus terug te kopen voor het bedrag waarvoor de vordering
is overgenomen van de oorspronkelijke schuldeiser. Bij brief van 27 juni 2019, bent
u over het onderzoek geïnformeerd.5 U ontvangt van het kabinet in oktober het rapport met een beleidsreactie.
Het kabinet wil de kwaliteit van incassodienstverlening – ook als het gaat om de inning
van verkochte vorderingen – vergroten. Een kwalitatief betere dienstverlening komt
schuldenaren en schuldeisers ten goede. De Minister voor Rechtsbescherming heeft een
wetsvoorstel in voorbereiding om de kwaliteit van de incassodienstverlening te verhogen
en excessen bij de incasso actief tegen te gaan. De maatregelen gaan ook gelden voor
de opkopers die incassodiensten verlenen. De Minister voor Rechtsbescherming streeft
ernaar het wetsvoorstel dit najaar in consultatie te doen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat «de liberalisering van deurwaarders niet goed heeft uitgepakt»?
Wat onderneemt u tegen deurwaarders die regels overtreden, zoals het dreigen met beslaglegging?
Antwoord vraag 6
Gerechtsdeurwaarders zijn gebonden aan strenge wet- en tuchtrechtgeving. Als er sprake
is van misstanden of overtredingen kan worden opgetreden en dat gebeurt ook.
Bij brief van 15 juli 2019 heeft Uw Kamer van de Minister voor Rechtsbescherming het
advies ontvangen van de Commissie herijking ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders
(Commissie Oskam) over het stelsel voor herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.
Een inhoudelijke reactie op het rapport «Tussen Ambt en Markt» zal de Minister voor
Rechtsbescherming u in de loop van dit najaar sturen.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat mensen die zes maanden geen zorgpremie hebben betaald, 130 procent
moeten gaan betalen? Denkt u dat deze verhoging het probleem gaat oplossen? Zo nee,
wat onderneemt u hiertegen?
Antwoord vraag 7
De wanbetalersregeling geldt voor alle mensen en de dreiging (met name de opslag van
20% op de gemiddelde nominale premie) die van de regeling uitgaat, voorkomt bij een
deel van de verzekerden een betalingsachterstand of het zet hen aan om actie te ondernemen.
Deze conclusie wordt ook genoemd in de laatste evaluatie van de wanbetalersregeling
afkomstig uit 2011.6 Voor een deel van de verzekerden met een betalingsachterstand werkt deze prikkel
niet. Vaak door bredere schuldenproblematiek.
De laatste jaren zijn maatregelen getroffen om de uitstroom te bevorderen, zoals het
direct uitstromen uit de wanbetalersregeling na het aangaan van een betalingsregeling,
een uitstroomregeling voor bijstandsgerechtigden en wanbetalers die onder bewind staan,
een actievere rol en meer coulance vanuit zorgverzekeraars en het afschaffen van de
eindafrekening bij het CAK met eventuele openstaande bestuursrechtelijke premie. Het
aantal wanbetalers is gedaald van 325.000 eind 2014 naar 215.000 nu. Op dit moment
wordt de wanbetalersregeling opnieuw geëvalueerd. Uw Kamer ontvangt het evaluatierapport
aan het einde van dit jaar van de Minister voor Medische Zorg en Sport.
Vraag 8
Hoe oordeelt u over de stichting ONSbank, die hulpverlening biedt aan jongeren met
schulden?7
Antwoord vraag 8
Ik wil graag zeggen dat ik de betrokkenheid en bevlogenheid van de mensen van ONSbank,
die in de documentaire te zien waren, bewonderenswaardig vind. (Vrijwilligers)organisaties
als ONSbank kunnen een mooie aanvulling zijn op de gemeentelijke hulpverlening. De
gemeente gaat immers over de integrale schuldhulpverlening aan haar inwoners.
De documentaire laat verder zien dat er voldoende aandacht moet zijn voor dienst-
en hulpverlening die rekening houdt met de omstandigheden van de jongere met schulden.
Hulpverlening moet naast de problematische schuldsituatie ook gericht zijn op (duurzame)
gedragsverandering. Wij dragen daar onder andere aan bij door de subsidies aan het
programma Schouders Eronder en aan het SchuldenlabNL.
Vraag 9
Is het juist dat «het merendeel van de mensen met schulden wel wil, maar niet kan
betalen»? Indien dit juist is, deelt u de mening dat de werkwijze van schuldeisers
(waaronder de overheid zelf) dan fundamenteel hervormd moet worden, aangezien teveel
mensen nodeloos in problemen komen?
Antwoord vraag 9
Ik zie dat er nog te veel mensen problematische schulden hebben, maar ook dat er grote
stappen worden gezet met de Brede Schuldenaanpak over de hele breedte van de schuldenproblematiek.
Elke schuld kent ten minste twee perspectieven: dat van de schuldenaar en dat van
de schuldeiser. Ik vind het belangrijk dat het uitgangspunt is dat mensen hun schuld
terugbetalen. Op het moment dat iemand niet meer kan betalen, kan er met een schuldregeling
of zo nodig met de wettelijke schuldsanering een oplossing worden gevonden.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft onderzoek laten doen naar het gebruik van
betaalprofielen in zowel de publieke als private sector. Dit onderzoek is op 7 oktober
aan uw Kamer aangeboden.8 De onderzoekers constateren dat het breder inzetten van betaalprofielen een belangrijke
stap is in zowel resultaatgericht als maatschappelijk verantwoord innen van uitstaande
vorderingen. Met behulp van een betaalprofiel kan beter geïdentificeerd worden op
welke wijze een schuldenaar bejegend kan worden, bijvoorbeeld door financiële problemen
te identificeren en daarmee te voorkomen dat zijn schulden door de inning onnodig
oplopen.
Vraag 10
Wilt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg over armoede-
en schuldenbeleid op 10 oktober aanstaande?
Antwoord op vraag 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.