Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Thieme en Ouwehand over de Amazonebranden en de westerse verantwoordelijkheid bij de branden
Vragen van de leden Thieme en Ouwehand (beiden PvdD) aan de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Amazonebranden en de westerse verantwoordelijkheid bij de branden (ingezonden 6 september 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister-President (ontvangen 17 oktober 2019).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de Amazonebranden bestaan uit een groot aantal relatief kleine
brandhaarden en dat veel branden ontstaan zijn langs of in de nabijheid van wegen,
wat volgens experts van onder andere NASA1 en de Wageningen Universiteit erop wijst dat veel branden door mensen zijn aangestoken?
Laat u zich informeren over het onderzoek naar de veroorzakers van de branden en zo
ja, door wie?
Antwoord 1
Het Kabinet heeft geen zelfstandige informatie over de oorzaken van de branden in
de Amazone en baseert zijn oordeel over die branden dan ook op de uiteenlopende berichten
daarover en gesprekken met verschillende instanties, waaronder de NASA en het World
Resources Institute. Natuurlijke branden zijn zeldzaam in een regenwoud als de Amazone,
dus het is aannemelijk dat de meeste bosbranden zijn aangestoken.
Vraag 2
Erkent u dat het het handelsverdrag tussen de EU en Mercosur de perverse prikkel in
zich draagt voor Braziliaanse veevoer- en veeteeltbedrijven om versneld uit te breiden
en daarmee debet is aan de Amazonebranden?
Antwoord 2
In het EU-Mercosur-Associatieverdrag zijn zowel handelsliberaliserende maatregelen
als maatregelen ter bevordering van duurzaamheid en duurzame handel opgenomen. Lidstaten
van de EU en Mercosur moeten zich aan hun verplichtingen ingevolge het Klimaatakkoord
van Parijs en andere klimaatdoelstellingen houden. Dit wordt in het Associatieverdrag
nogmaals bevestigd. Voorts bevat het verdrag bepalingen over het bevorderen van duurzaam
bosbeheer, het nemen van maatregelen tegen illegale houtkap en het bevorderen van
handel in producten die op duurzame wijze zijn verkregen.
Naar verwachting wordt het EU-Mercosur-Associatieverdrag op zijn vroegst eind volgend
jaar aan de Raad voor besluitvorming voorgelegd, als de teksten juridisch zijn opgeschoond
en zijn vertaald in alle EU-talen. Momenteel wordt namens de Europese Commissie ook
een Sustainability Impact Assessment (SIA) uitgevoerd. De uitkomsten daarvan zullen
naar verwachting eind dit jaar worden gepubliceerd. Op basis van de SIA en alle daarvoor
noodzakelijke, juridische opgeschoonde teksten zal het Kabinet zijn standpunt bepalen
over het EU-Mercosur-Associatieverdrag.
Vraag 3
Heeft u gelezen dat veevoer- en veeteeltbedrijven alvast anticiperen op deze nieuwe
investeringsmogelijkheden door grond «gereed te maken» voor landbouw, onder meer door
het organiseren van een «Day of Fire»?2 3 Wat vindt u van deze ontwikkelingen?
Antwoord 3
In zoverre als de bosbranden in de Amazone bewust en illegaal zijn aangestoken, roept
het kabinet de betrokken Braziliaanse overheidsinstanties op actiever op te treden.
De Braziliaanse overheid is immers primair verantwoordelijk voor (wetgeving t.a.v.)
het landgebruik in Brazilië, en voor de voorzorgsmaatregelen tegen en bestrijding
van bosbranden in Brazilië.
Vraag 4, 7 en 8
Waar ligt voor u de grens als het gaat om (beoogde) handelspartners die zich schuldig
maken aan het ruim baan geven aan veevoer- en veeteeltbedrijven die de Amazone afbranden?
Bent u bereid om harde maatregelen te treffen zoals een boycot op producten uit Brazilië,
zoals veevoer, vlees en suiker? Zo ja, per wanneer zullen deze maatregelen ingaan?
Zo nee, waarom niet?
Bent u ook bereid in de EU voor dergelijke maatregelen te pleiten?
Antwoord 4, 7 en 8
Nederland zal zich bilateraal en in EU-verband hard maken om Brazilië te wijzen op
zijn internationale milieuverplichtingen, en op het belang van handhaving van eigen
regelgeving om het Amazonewoud te beschermen en van de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen. De aanloop naar de besluitvorming over het EU-Mercosur-Associatieverdrag
biedt een extra platform om druk uit te oefenen op Brazilië om zijn internationale
verplichtingen na te komen. Zie verder ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Bent u, zoals verwoord in uw brief van mei 20184, nog steeds van mening dat het acceptabel is dat Nederlandse bedrijven meehelpen
aan het aanleggen van de infrastructuur voor de zogenaamde «sojaroute» dwars door
de Amazone?5
Antwoord 5
De Nederlandse overheid ondersteunt geen bedrijfsactiviteiten voor het daadwerkelijk
ontwikkelen van de Corredor Centro-Norte, indien daarmee de zogenaamde «sojaroute»
wordt bedoeld, zoals eerder aangegeven in mijn brief van 8 mei 2018 (Kamerstuk 26 485, nr. 290) en in antwoord op Kamervragen (Kamervragen-Bouali nr. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 165 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2506). Het is mij bovendien niet bekend dat Nederlandse bedrijven betrokken zijn bij de
aanleg van de Corredor Centro-Norte. Nederlandse kennisbedrijven hebben in 2013 via
een «Partners for International Business»-programma een verkennende voorstudie uitgevoerd,
waarbij met name ook is gekeken naar het duurzamer gebruik van bestaande infrastructuur.
Kennisuitwisseling stond daarbij centraal. Zoals ik u eerder heb geïnformeerd in mijn
Kamerbrief (Kamerstuk 26 485, nr. 290), organiseerde de ambassade in Brasilia medio 2016 een bijeenkomst, specifiek over
de duurzaamheidsaspecten van de «Corredor», met vertegenwoordigers van de Wereldbank
en de Braziliaanse federale agentschappen voor respectievelijk water- en wegvervoer.
Vraag 6
Bent u bereid om bedrijven, zoals Boskalis, Arcadis, Damen Shipyards, Alewijnse en
Van Oord, die de ontbossing in landen elders en specifiek de Amazone faciliteren,
ook door het aanleggen van infrastructuur zoals wegen, spoorwegen en havens, uit te
sluiten van aanbestedingen van de Nederlandse overheid? Zo ja, wanneer kunt u een
plan van aanpak naar de Kamer sturen? Zo nee, bent u wel bereid om deze bedrijven
op deze activiteiten aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het gesprek aangaan met bedrijven past in het IMVO-beleid, waarbij de overheid op
diverse manieren werkt aan bewustwording op het gebied van IMVO en de mogelijke risico’s
op negatieve gevolgen voor mens en milieu die ondernemen met zich mee kan brengen
en bedrijven aanspoort tot het toepassen van gepaste zorgvuldigheid in lijn met de
OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Deze aansporing heb ik ook afgelopen
juli gezamenlijk met drie andere kabinetsleden gedaan door het uitsturen van een brief
aan alle grote bedrijven in Nederland met de aankondiging van de monitoring op de
90%-doelstelling. Met deze doelstelling is de verwachting uitgesproken dat in 2023
90% van de grote bedrijven de OESO-richtlijnen onderschrijven. De brief en bijgevoegd
informatiepakket lichtten toe wat we van bedrijven verwachten in het kader van gepaste
zorgvuldigheid. In najaar 2019 zal een eerste volledige tussenmeting uitgevoerd worden.
Op basis van de resultaten wordt besloten hoe bedrijven en/of sectoren die nog niet
aan de verwachtingen voldoen/achterblijven, gestimuleerd kunnen worden.
Het uitsluiten van partijen van overheidsaanbestedingen is niet zonder meer juridisch
mogelijk. Het inkoopbeleid van de overheid is volop in ontwikkeling, ook hier kijken
we hoe we door middel van inkoop bedrijven kunnen stimuleren de OESO-richtlijnen na
te leven. Op dit gebied zijn al concrete stappen gezet voor bepaalde risicovolle productcategorieën,
zie hiervoor de Kamerbrief over de voortgang maatschappelijk verantwoord inkopen die
op 4 juli 2019 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Wij zullen verkennen hoe we het naleven
van de OESO-richtlijnen verder kunnen meenemen bij aanbestedingen die relevant zijn
voor dergelijke bedrijven.
Vraag 9
Kunt u aangeven welke stok u in gedachten had toen u het in de talkshow Jinek over
de wortel en de stok had die het Mercosur-verdrag zou moeten zijn? Betekenen deze
ferme woorden dat u uw steun voor het Mercosur-handelsverdrag kunt intrekken, zoals
Frankrijk inmiddels ook gedaan heeft?6
Antwoord 9
De aanloop naar de besluitvorming over het EU-Mercosur-Associatieverdrag biedt de
mogelijkheid voor Nederland om, samen met EU-partners, druk uit te oefenen op Brazilië,
gericht op beter beleid en sterkere handhaving van milieuwetgeving. Daarnaast kunnen
wij Brazilië wijzen op zijn internationale milieuverplichtingen, waaronder die in
het kader van het Klimaatakkoord van Parijs en het VN Verdrag inzake Biologische Diversiteit
(CBD). Dit associatieverdrag biedt een extra platform dat er anders niet zou zijn
om druk op Brazilië uit te oefenen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.