Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over Fosfaatrechten zelfzuivelaars
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over fosfaatrechten zelfzuivelaars (ingezonden 4 juli 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 oktober
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de voortdurende onzekerheid voor zelfzuivelaars (een zelfzuivelaar
is een melkveehouder die meer dan 50% van de op het eigen bedrijf geproduceerde melk
zelf verwerkt tot een eindproduct en minder dan 50% van de geproduceerde melk aan
een koper levert) in het kader van de fosfaatregelgeving?
Antwoord 1
Er zijn meerdere gesprekken geweest tussen vertegenwoordigers van zelfzuivelaars en
het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Voor de groep zelfzuivelaars
wordt vooralsnog uitgegaan van een gemiddelde melkproductie van 7.500 kg per koe per
jaar, een ureumgehalte van 26 milligram per 100 kg melk en de bijbehorende excretieforfaits.
Deze zelfzuivelaarsregeling geldt sinds 2006 en is ook de basis geweest voor de toedeling
van fosfaatrechten aan deze melkveehouders.
Naar aanleiding van de consultatie van de actualisering van de excretieforfaits ben
ik voornemens om op termijn uit te gaan van de daadwerkelijk geproduceerde hoeveelheid
melk, zoals dit ook bij de rest van de melkveehouderij het geval is. Tot die tijd
blijft de bestaande zelfzuivelaarsregeling gelden. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief
van 8 oktober jl.
Vraag 2, 3
Hoeveel zelfzuivelaars staan er bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
geregistreerd?
Hoeveel zelfzuivelaars stonden er tot 2 juli 2015 bij de RVO geregistreerd?
Antwoord 2, 3
RVO.nl houdt geen apart register van zelfzuivelaars bij. In totaal hebben 63 melkveehouders
een fosfaatrechtenbeschikking gekregen aan de hand van de zelfzuivelaarsregeling.
RVO.nl heeft in het kader van het berekenen van de fosfaatrechten in 2016 alle melkveebedrijven
benaderd met het verzoek hun gegevens te controleren zoals die bij RVO.nl stonden
geregistreerd. Melkveehouders konden met een zienswijze aangeven dat ze meer melk
produceren dan er bij RVO.nl stond geregistreerd op basis van melkleveringen aan de
fabriek. Deze melkgegevens zijn begin 2018 gebruikt voor het berekenen van de fosfaatrechten
en om te bepalen of een melkveehouder valt onder de criteria zoals genoemd in mijn
antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Hoeveel zelfzuivelaars zijn er na 2 juli 2015 bijgekomen (graag een overzicht per
maand per jaar in aantal bedrijven en bedrijfsomvang)?
Antwoord 4
RVO.nl houdt geen register bij van zelfzuivelaars. Ik kan u derhalve op dit moment
geen actueel overzicht van zelfzuivelaars overleggen. Wel ben ik voornemens om de
vraagstelling in de Gecombineerde Data Inwinning uit te breiden om deze tak van de
melkveehouderij beter te kunnen monitoren.
Vraag 5
Klopt het dat een zelfzuivelaar die voor 2 juli 2015 geregistreerd stond als zelfzuivelaar
in eerste instantie een «beschikking fosfaatrechten» heeft ontvangen op de werkelijke
melkproductie per koe op 2 juli 2015 bij zowel hoogproductieve als laagproductieve
koeien? Klopt het dat deze zelfzuivelaars een nieuwe beschikking ontvangen hebben
waarbij uitgegaan wordt van een standaardproductie van 7.500 kg melk per koe?
Antwoord 5
Het klopt dat er een groep melkveehouders is waarvan pas in een later stadium duidelijk
werd dat zij op basis van hun situatie op 2 juli 2015 onder de zelfzuivelaarsregeling
vielen. Zij hebben allen in de loop van 2018 een herbeschikking ontvangen.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe wordt omgegaan met de situatie waarin een zelfzuivelaar met hoogproductieve
koeien die gekort is in de fosfaatrechten (op basis van de eerste beschikking op 2 juli
2015 bijvoorbeeld 43 kilogram fosfaat per koe en bij de forfaitaire norm teruggevallen
naar 39,1 kilogram fosfaat per koe), in enig jaar minder dan 50% van het op het eigen
bedrijf geproduceerde melk verwerkt tot een eindproduct? Is een overgangssituatie
van kracht voor deze groep melkveehouders die zijn gekort in hun rechten terwijl de
melkproductie niet is veranderd? Wat gebeurt er wanneer deze zelfzuivelaar verandert
van bedrijfsstrategie en alle melk gaat leveren aan een koper?
Antwoord 6
Zelfzuivelaars die fosfaatrechten hebben ontvangen op basis van de zelfzuivelaarsregeling
en vervolgens meer dan de helft van de door hun geproduceerde melk willen gaan verkopen
aan een koper en daarmee niet meer onder de zelfzuivelaarsregeling vallen, zullen
in dat geval worden afgerekend op hun daadwerkelijke productie. Indien die gemiddelde
productie hoger ligt dan 7.500 kg, zal dat betekenen dat deze ondernemer fosfaatrechten
moet bijkopen.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 1 wil ik op termijn alle zelfzuivelaars
afrekenen op hun daadwerkelijke productie en onderzoek ik de komende tijd hoe ik dat
het beste kan doen. Tot die tijd blijft de bestaande zelfzuivelaarsregeling gelden.
Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 8 oktober.
Vraag 7
Welke zelfzuivelaars ontvangen een herziene beschikking? Klopt het dat dit alleen
de zelfzuivelaars zijn die in eerste instantie een beschikking hebben ontvangen op
de melkproductie van 2 juli 2015 en meer dan 50% verwerken?
Antwoord 7
Melkveehouders die in 2015 zelfzuivelaar waren en voldeden aan de criteria zoals genoemd
in het antwoord op vraag 1 en die daarnaast in eerste instantie een beschikking hebben
ontvangen op basis van de werkelijke melkproductie, hebben een herziene beschikking
ontvangen.
Vraag 8, 9
Klopt het dat nog niet alle zelfzuivelaars een herziene beschikking hebben ontvangen?
Zo ja, hoeveel zelfzuivelaars wachten nog op een herziene beschikking?
Wat is de oorzaak dat de herziene beschikking zo lang op zich laat wachten? Wanneer
worden de laatste herziene beschikkingen afgegeven?
Antwoord 8, 9
Bij RVO.nl zijn geen zelfzuivelaars bekend die nog op een herziene beschikking wachten.
Wel lopen er bij sommige zelfzuivelaars nog juridische procedures.
Vraag 10
Klopt het dat voor startende zelfzuivelaars de forfaitaire norm wordt gehanteerd maar
dat deze zelfzuivelaars niet gekort worden op fosfaatrechten waarop zij op 2juli 2015
recht hadden? Kunt u toelichten waarom er onderscheid wordt gemaakt tussen de toedeling
van fosfaatrechten aan zelfzuivelaars van voor 2 juli 2015 en aan startende zelfzuivelaars?
Antwoord 10
Fosfaatrechten worden uitgegeven op basis van de situatie zoals deze was op 2 juli
2015. Ook voor melkveehouders die in 2015 nog geen zelfzuivelaar waren, maar dat naderhand
wel zijn geworden, geldt voor de toedeling van fosfaatrechten de situatie zoals die
op de peildatum van 2 juli 2015 was. Indien zij op die datum niet aan de criteria
van de zelfzuivelaarsregeling voldeden en wel melkvee hielden, hebben zij fosfaatrechten
toebedeeld gekregen op basis van de op die datum aanwezige hoeveelheid melkvee en
de gemiddelde melkproductie per koe.
Vraag 11
Herinnert u zich dat u tijdens het algemeen overleg Mestbeleid en Onregelmatigheden
Identificatie & Registratie (I&R) op 13 december 2018 heeft toegezegd het gebruik
van de zelfzuivelaarsregeling te monitoren? Kunt u aangeven wat de stand van zaken
is van deze monitoring?
Antwoord 11
Ik ben voornemens de vraagstelling bij de Gecombineerde Data Inwinning (GDI) uit te
breiden zodat deze tak van melkveehouders beter kan worden gemonitord. Ten tijde van
genoemde toezegging was aanpassing van de GDI 2019 niet meer mogelijk. De aangepaste
vraagstelling zal wel worden meegenomen bij de GDI van 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.