Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de handel in apen naar Europese proefdiercentra door een Nederlands bedrijf
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de handel in apen naar Europese proefdiercentra door een Nederlands bedrijf (ingezonden 3 juli 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 8 oktober
2019).
Vraag 1, 2 en 3
Klopt het dat een Nederlands bedrijf, te weten R.C. Hartelust B.V (in het vervolg:
Hartelust) te Tilburg, apen verkoopt aan een proefdierlaboratorium in Parma, waar
vangstokken worden gebruikt om de dieren te fixeren en waarbij de apen willens en
weten drinkwater wordt onthouden, waardoor ze hun eigen urine drinken en aan de spijlen
van hun kooien likken? Wat is uw reactie op de beelden die via Animalrights.com te
zien zijn?
Wat vindt u ervan dat een Nederlands bedrijf apen levert aan een proefdierlaboratorium
waar zo met de dieren om wordt gegaan?
Vindt u het gewenst dat een Nederlands bedrijf optreedt als doorvoerhaven voor apen
die afkomstig zijn uit China en deze apen verkoopt aan proefdiercentra in Europa?
Antwoord 1, 2 en 3
Ik vind het belangrijk dat er zorgvuldig en respectvol wordt omgegaan met proefdieren
en ik kan goed begrijpen dat de undercover-beelden als schokkend worden ervaren. Ik
ga er dan ook vanuit dat de Italiaanse autoriteiten dit verder zullen oppakken. De
Europese Richtlijn 2010/63/EU voor de bescherming van proefdieren stelt namelijk strenge
voorwaarden aan de huisvesting, verzorging en het gebruik van niet-humane primaten
in dierproeven. Deze richtlijn is in alle lidstaten geïmplementeerd, in Nederland
in de Wet op de dierproeven.
Er is in Nederland een bedrijf gevestigd dat een vergunning heeft om gefokte niet-humane
primaten vanuit niet-EU landen te importeren en, na afloop van een quarantainetijd,
te verhandelen naar erkende dierproefcentra in Europa. Dit bedrijf voldoet daarbij
aan de wettelijke gestelde eisen, waar de NVWA streng op toeziet. Ik heb geen informatie
voor welke soort dierproeven deze apen buiten Nederland worden ingezet.
Vraag 4, 5 en 6
Kunt u inzicht geven in het aantal apen dat jaarlijks door Hartelust wordt gekocht
en verhandeld? Kunt u daarbij onderscheid maken naar apensoort?
Kunt u aangeven uit welke landen en instellingen Hartelust apen mag kopen en transporteren?
Kunt u aangeven uit welke landen en instellingen de afgelopen jaren ook daadwerkelijk
apen zijn geïmporteerd of ingekocht?
Aan welke landen en instellingen zijn de afgelopen jaren apen geleverd door Hartelust?
Antwoord 4, 5 en 6
Exact deze vragen zijn reeds in 2010 beantwoord door de Minister van VWS (Aanhangsel
Handelingen II 2009–2010, nr. 2852).Hoewel ik het belangrijk vindt om bij dierproeven zo transparant mogelijk te zijn
kan ik, in lijn met de eerdere beantwoording, deze Informatie vanwege de bescherming
van bedrijfs- en fabricagegegevens niet verstrekken.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe de dieren getransporteerd worden van en naar Nederland en welke
dierenwelzijnseisen aan het transport gesteld worden? Hoe wordt hierop toegezien?
Worden de gezondheid en het welzijn van de apen tijdens het transport naar en van
Nederland gemonitord? Zo ja, op welke wijze? Zijn er apen gestorven tijdens de transporten?
Zo ja, hoeveel en wat was de precieze doodsoorzaak?
Antwoord 7
Alle instellingen die niet-humane primaten importeren moeten een erkenning hebben
onder Richtlijn 92/65/EG (Bezemrichtlijn). Indien het gaat om proefdieren is daarnaast
een vergunning vereist onder de Wet op de dierproeven (Wod) artikel 2. Conform deze
vergunning dient het bedrijf te voldoen aan de vereisten voor huisvesting en dierenwelzijn
van de Wod. De NVWA voert jaarlijks meerdere controles uit op de naleving hiervan.
Transport door de lucht van primaten is binnen CITES slechts toegestaan als dit volgens
de IATA-richtlijnen plaatsvindt (International Airport Transportation Association)
voor het transport van levende dieren. Gezondheidscertificaten maken altijd onderdeel
uit van een zending. De regels voor diertransporten binnen Europa zijn vastgesteld
in de Verordening (EG) Nr. 1/2005 (Transportverordening). De NVWA houdt steekproefsgewijs
toezicht op de naleving van deze voorschriften, er wordt echter geen registratie bijgehouden
over gestorvene dieren. Daarnaast controleren ook de ontvangende lidstaten bij de
certificering of het transport voldoet aan de eisen.
Vraag 8
Is het u bekend dat de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW)
schrijft dat het «van groot belang [is] dat de herkomst van alle nhp (niet-humane
primaten) die in Nederland gebruikt worden voor dierexperimenten bekend is, zodat
wildvang en onnodig internationaal transport uitgesloten zijn»?
Antwoord 8
Ja. Het is in Europa verboden om niet humane-primaten uit het wild te gebruiken in
dierproeven. Om dit te waarborgen beschikken alle apen die naar Europa geïmporteerd
worden over een CITES certificaat dat de herkomst uit een fokinstelling bevestigt.
Deze dieren ondergaan wel een internationale transport en een quarantainetijd. Alle
Nederlandse onderzoeksinstellingen waar onderzoek met niet-humane primaten plaatsvindt,
hebben daarom in 2014 toegezegd om voortaan bij voorkeur dieren te betrekken die in
Nederland zijn gefokt (Kamerstuk 32 336, nr. 44). De herkomst van de niet-humane primaten in dierproeven in Nederland wordt ieder
jaar gepubliceerd in de jaarregistratie «Zo doende» van de NVWA.
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat Hartelust een doorvoerhaven is voor apen die uit het wild zijn
gevangen? Hoe controleert u of Hartelust voldoet aan de Cites-regelgeving inzake wildvang?
Maakt het BPRC gebruik van apen afkomstig van Hartelust? Zo ja, wat is de herkomst
van deze apen? Kunt u uitsluiten dat ze uit het wild gevangen zijn?
Antwoord 9
Zoals ik in het antwoord op vraag 8 heb aangegeven is het in Europa verboden om niet-humane
primaten uit wildvang te gebruiken in dierproeven. De dieren moeten afkomstig zijn
van een fokinstelling. Bij de invoer van niet-humane primaten is de CITES-overeenkomst
van toepassing. Het CITES-certificaat geldt als bewijs voor legale herkomst uit een
fokinstelling, afgegeven door de bevoegde autoriteiten in het land van herkomst. Invoer
kan slechts plaatsvinden als in Nederland de onafhankelijke Wetenschappelijke CITES
Autoriteit een positief advies heeft uitgebracht. De invoer wordt niet toegestaan
indien er gerede twijfel bestaat over de fokstatus van de dieren.
Het BPRC beschikt sinds enkele jaren over zelfstandige fokkolonies voor de verschillende
soorten niet-humane primaten en is daarmee onafhankelijk van import van dieren. Voor
die tijd heeft het BPRC ook apen betrokken uit niet-EU landen. Deze dieren waren voorzien
van de benodigde CITES-documenten die wildvang uitsluiten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de Nederlandse ambitie om het aantal dierproeven op apen te
verminderen wordt ondergraven als Nederland een doorvoerhaven is van apen naar buitenlandse
proefdiercentra? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nee, de commerciële activiteit van een bedrijf in Nederland heeft geen enkele invloed
op de kabinetsambitie om in Nederland het aantal dierproeven op apen te verminderen.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 11
Omwille van een betere leesbaarheid heb ik ervoor gekozen om de vragen 1, 2, 3 en
4, 5, 6 gezamenlijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.