Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat het Amsterdam UMC doorgaat met de invoering van functiedifferentiatie onder verpleegkundigen (wetsvoorstel BIG-II), ondanks de oproep een pas op de plaats te maken
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat het Amsterdam UMC doorgaat met de invoering van functiedifferentiatie onder verpleegkundigen (wetsvoorstel BIG-II), ondanks de oproep een pas op de plaats te maken (ingezonden 27 september 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 7 oktober 2019).
Vraag 1 en 2
Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat het Amsterdam UMC vooralsnog doorgaat met
het proces om de functiedifferentiatie en de functie van regieverpleegkundige intern
door te voeren, terwijl u een oproep heeft gedaan om een pas op de plaats te maken?1
Hoe oordeelt u over de uitspraak van de directie van het Amsterdam UMC waarin wordt
aangegeven dat zij met andere UMC’s verder gaat met de ontwikkeling van functiedifferentiatie?
Vindt u dit wenselijk, gezien uw oproep een pas op de plaats te maken en aangezien
een verkenner in gesprek is met betrokken partijen?
Antwoord 1 en 2
De oproep om een pas op de plaats te maken was ingegeven vanuit de zorgen van de betrokken
partijen en hun achterban over de voorgenomen overgangsregeling en het wetsvoorstel
omtrent de regieverpleegkundige. Hoewel de betrokken partijen in eerste instantie
een wettelijke regeling verlangden, bleek hun achterban toch kritisch op voornoemde
punten. In dat kader heb ik prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan als verkenner aangesteld.
De heer Rinnooy Kan verkent met betrokken partijen in hoeverre er draagvlak is voor
een wetsvoorstel terzake en zo nee welke alternatieven op landelijk niveau er dan
zijn voor functiedifferentiatie van verpleegkundigen. Parallel aan deze verkenning
heb ik aangegeven dat ik het wetsvoorstel rondom de regieverpleegkundige in deze vorm
«niet zie vliegen». Na ontvangst van de resultaten van de verkenning een dezer dagen
zal ik uw Kamer informeren over de bevindingen van de heer Rinnooy Kan en over hoe
verder met het wetsvoorstel.
Het staat individuele werkgevers vrij om ontwikkelingen binnen hun functiegebouw te
verkennen en wijzigingen door te voeren binnen hun functiegebouw. Dit gebeurt al jaren
in verschillende vormen, onder andere via proeftuinen. De Raad van Bestuur van het
Amsterdam UMC heeft in zijn reactie op het artikel in de Zorgkrant aangegeven het
logisch te vinden, dat de verpleegkundige functies mee-ontwikkelen met de ontwikkelingen
in hun organisatie.2
Vraag 3
Kunt u aangeven wanneer u werkgevers heeft opgeroepen om voor te sorteren op het wetsvoorstel
BIG-II en kunt u aangeven wanneer u aan werkgevers heeft aangegeven een pas op de
plaats te maken? Wat waren precies uw instructies richting de werkgevers in deze beide
situaties?
Antwoord 3
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 1 en 2 heeft de pas op de plaats betrekking
op het wetsvoorstel en niet op initiatieven van of instructies aan individuele werkgevers.
Het creëren van functies is een aangelegenheid van werkgevers en moet dan ook los
worden gezien van het wetsvoorstel, waarmee slechts een onderscheid tussen mbo- en
hbo-verpleegkundigen in het BIG-register werd beoogd. Nogmaals, aan dat wetsvoorstel
lag een «langgekoesterde wens» van betrokken partijen ten grondslag.
Vraag 4
Zijn er meerdere werkgevers die ondanks uw oproep een pas op de plaats te maken, gewoon
doorgaan met de invoering met functiedifferentiatie en de functie van regieverpleegkundige?
Zo ja, welke werkgevers zijn dit? Zo neen, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer
hierover te informeren?
Antwoord 4
Ik heb geen zicht op de ontwikkelingen rondom de functiegebouwen bij alle werkgevers
in Nederland. Ik zal hier ook geen onderzoek naar doen, omdat het aanpassen van functiegebouwen
een aangelegenheid is van werkgevers. Ik ga ervan uit dat werkgevers hun werknemers
nauw betrekken bij aanpassingen in hun functiegebouw. Blijkens de reactie van de Raad
van Bestuur van het Amsterdam UMC zijn VAR’s (verpleegkundige Adviesraden) en de OR’en
ook betrokken. In de proeftuinen wordt, aldus de Brancheorganisaties Zorg, verder
veel aandacht besteed aan dialoog met de verpleegkundigen zelf over de nieuwe manier
van werken.
Vraag 5
Gaat u werkgevers aanspreken die geen pas op de plaats maken op dit moment? Wat gaat
u tegen hen zeggen? Wilt u de Kamer hierover spoedig informeren?
Antwoord 5
Nee, zoals aangegeven gaan werkgevers over de totstandkoming en de opbouw van de functiegebouwen.
Er bestaan al jaren op verschillende plekken initiatieven om naar behoefte van de
desbetreffende organisaties verbeteringen aan te brengen in de functies. Dat is ook
belangrijk om de inzet van alle werknemers te laten aansluiten op de benodigde werkzaamheden
en verbetering van de (toekomstige) zorgverlening aan de patiënt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.