Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het bericht ‘VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell betrokken’
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell betrokken» (ingezonden 5 september 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 3 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell
betrokken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Staat u nog steeds achter uw uitspraken in eerdere plenaire debatten, zoals het dertigledendebat
over het VN-rapport over vervolging van de legertop in Myanmar voor oorlogsmisdaden,
dat u voorstander bent van gerichte en tegen personen gerichte sancties en derhalve
geen bedrijven wenst te sanctioneren? Zo ja, hoe kunt u hieraan vasthouden gezien
de conclusies uit het VN-rapport dat winsten van bepaalde bedrijven die aantoonbaar
(direct of indirect) in handen zijn van de Myanmarese legertop ertoe dienen om mensenrechtenschendingen
te financieren? Zo nee, welke aanpassingen van het beleid gaat u treffen?
Antwoord 2
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft in het door u genoemde debat aangegeven dat
Nederland een voortrekkersrol speelt bij het bevorderen van accountability in Myanmar,
o.a. door te pleiten voor verwijzing naar het Internationaal Strafhof (ICC) door de
VN-veiligheidsraad en steun voor het Independent Investigative Mechanism for Myanmar
(IIMM). Het kabinet heeft tevens aangegeven dat Nederland geen voorstander is van
brede sancties die negatieve effecten hebben op de bevolking van Myanmar. Ook heeft
het kabinet aangegeven dat het in EU-kader actief bepleit om meer gerichte maatregelen
te treffen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen.
Het rapport van de Internationale Fact-Finding Missie (FFM) bevat ook aanbevelingen
daartoe, maar wijst in zijn aanbevelingen, net als het kabinet eerder deed, op de
noodzaak om de bevolking te ontzien.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de conclusie uit het VN-rapport, namelijk dat de winst die conglomeraten,
zoals Myanmar Economic Holdings Limited (MEHL) en Myanmar Economic Corporation (MEC),
alsmede vele daaraan gelieerde bedrijven, de autonomie van de Tatmadaw (de strijdkrachten
van Myanmar) versterken en de grove mensenrechtenschendingen van de Tatmadaw financieel
ondersteunen?2
Antwoord 3
Het was bekend dat het Myanmarese leger (Tatmadaw) grote belangen heeft in de economie
van Myanmar. Deze verwevenheid komt voort uit vijftig jaar militaire dictatuur. Met
de democratische verkiezingen in 2015 is een transitie in gang gezet die moet leiden
tot een volledige democratie waarin het leger onder civiele controle komt. Zoals bekend
geeft de door de militaire machthebbers ingestelde Grondwet de militairen een sterke
machtspositie waardoor het niet mogelijk is voor de civiele regering om haar wil op
te leggen aan de militairen. Het beleid van de EU, en dus ook Nederland, is gericht
op het ondersteunen en versnellen van deze transitie.
Vraag 4
Kunt u met zekerheid uitsluiten dat de Nederlandse overheid (direct dan wel indirect)
heeft samengewerkt dan wel (direct dan wel indirect) samenwerkt met de in het rapport
aangehaalde bedrijven die geassocieerd zijn met de Tatmadaw? Zo nee, welke samenwerking
is er aangegaan en heeft dit bijgedragen aan mensenrechtenschendingen? Zo ja, waaruit
blijkt dit?
Antwoord 4
De Nederlandse overheid werkt niet samen met bedrijven met aantoonbare directe relaties
met de Tatmadaw. Door de grote verwevenheid van belangen in de Myanmarese economie
kan niet volledig worden uitgesloten dat er sprake is van indirecte relaties, bijvoorbeeld
bij de aankoop van producten of diensten. De Nederlandse overheid is derhalve alert
op de risico’s in Myanmar en treft bij de eigen inkoop en inhuurpraktijken voorzorgsmaatregelen
om te voorkomen dat overheidsgeld op de verkeerde plek terecht komt.
Vraag 5
Welke aanpassingen in het buitenlandbeleid inzake Myanmar treft u op basis van de
uitkomsten van het rapport?
Antwoord 5
Het Nederlandse beleid inzake Myanmar, zoals diverse malen besproken met uw Kamer,
is gebaseerd op een sterke nadruk op het bevorderen van accountability voor ernstige
mensenrechtenschendingen die in Rakhine State en elders in het land zijn gepleegd,
alsook op het ondersteunen van de democratische transitie, mensenrechten en duurzame
economische ontwikkeling. Het FFM-rapport bevestigt het belang van beide onderdelen
van het beleid. Het kabinet ziet daarom geen reden om deze uitgangspunten te wijzigen.
Nederland pleit er in EU-kader voor verdere gerichte maatregelen te treffen tegen
de meest ernstige mensenrechtenschenders in Myanmar.
Vraag 6
Wat gaat u met de conclusie in het rapport doen dat overheden gerichte financiële
sancties tegen alle bedrijven van de Tatmadaw, in het bijzonder de MEHL en MEC, zouden
moeten nemen? Gaat Nederland deze sancties treffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nederland onderschrijft de aanbevelingen van de FFM dat er gerichte financiële sancties
moeten komen tegen bedrijven van de Tatmadaw, dan wel bedrijven die directe banden
hebben met de Tatmadaw, tezamen met een wapenembargo. Er is reeds een EU-wapenembargo
voor Myanmar van kracht. De FFM benadrukt in haar rapport de noodzaak om negatieve
effecten op de bevolking te voorkomen. Het kabinet is bereid om in EU-kader te onderzoeken
of het mogelijk is om gerichte maatregelen te nemen tegen bedrijven genoemd in annex
II van het FFM-rapport.
Vraag 7
Bent u bereid om in EU- en VN-verband te pleiten voor het treffen van gerichte financiële
sancties tegen alle bedrijven van de Tatmadaw (o.a. door middel van het plaatsen van
deze bedrijven op de sanctielijst van de EU), in het bijzonder MEHL en MEC? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Welke Nederlandse bedrijven zijn er volgens u onder de buitenlandse bedrijven die
een of andere vorm van samenwerking met (direct of indirect) aan de Tatmadaw gelieerde
bedrijven hebben? Bent u bereid om al deze bedrijven aan te spreken op het feit dat
het onwenselijk is dat zij op deze wijze mensenrechtenschendingen steunen?
Antwoord 8
Het kabinet houdt geen overzicht bij van activiteiten of samenwerkingsvormen van Nederlandse
bedrijven met in Myanmar gevestigde ondernemingen. Bedrijven zijn niet verplicht om
bij de Nederlandse overheid te melden in welk land en met welke partijen zij zakendoen.
Het kabinet deelt het advies uit het FFM-rapport dat buitenlandse bedrijven waakzaam
dienen te zijn en gedegen onderzoek verrichten («due dilligence») naar Myanmarese
bedrijven waarmee zij zaken doen. Er wordt van Nederlandse bedrijven verwacht dat
zij zowel de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen)
alsmede de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UN Guiding Principles)
onderschrijven en naleven bij het uitvoeren van hun internationale activiteiten.
Mochten er signalen worden ontvangen over mogelijke betrokkenheid van Nederlandse
bedrijven bij mensenrechtenschendingen, dan wordt dit met het bedrijf in kwestie besproken.
Onze ambassade in Yangon is hier zeer alert op en informeert Nederlandse bedrijven
die zaken willen doen in Myanmar over deze richtlijnen.
Vraag 9
Bent u bereid om een brede voorlichtingscampagne op te zetten waarin duidelijk wordt
gemaakt dat economische bindingen met de in het rapport aangehaalde bedrijven en economische
structuren die geassocieerd zijn met de Tatmadaw kunnen bijdragen aan mensenrechtenschendingen
en op zijn minst de Tatmadaw zo financieel in het zadel houden? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Antwoord 9
In contacten met ondernemers wordt het Nederlands IMVO-beleid benadrukt, waar mensenrechten
nadrukkelijk onderdeel van uitmaken. Mede aan de hand van het FFM-rapport zal het
Ministerie van Buitenlandse Zaken Myanmarese en Nederlandse bedrijven blijven wijzen
op het belang van voorzorgsmaatregelen om directe en indirecte betrokkenheid bij of
bijdragen aan mensenrechtenschendingen in Myanmar te voorkomen. Ook op de website
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden bedrijven hierop geattendeerd.
Vraag 10
Bent u bereid om alle landen die wapens leveren aan de Tatmadaw met spoed mede te
delen dat zij hiermee mensenrechtenschendingen in stand houden en het uiterst raadzaam
is deze wapenleveranties stop te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit
doen?
Antwoord 10
Nederland is voorstander van strenge toepassing van het EU-wapenembargo tegen Myanmar.
Daarnaast is Nederland voorstander van een VN-wapenembargo tegen Myanmar en heeft
daarvoor actief gepleit in VN-kader. Helaas is er onvoldoende steun in de VN-Veiligheidsraad
voor een VN-wapenembargo, dat alle VN-leden zou verplichten maatregelen te nemen om
een einde te maken aan de toevoer van wapens aan Myanmar. Uiteraard is het kabinet
bereid in relevante bijeenkomsten bij de VN alle lidstaten te blijven oproepen geen
wapens te leveren aan Myanmar.
Vraag 11
Bent u bereid om, in plaats van met ze te flirten over het Nederlandse belastingstelsel,
Shell berispend toe te spreken over hun overeenkomst met Max Energy Myanmar? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 11
Het kabinet herkent zich niet in de door u gekozen formulering dat het met Shell zou
«flirten». Zoals gesteld in de beantwoording (13 september jl.) van de Minister voor
Buitenland Handel en Ontwikkelingssamenwerking op Kamervragen van het lid Van den
Hul (PvdA) over sancties tegen bedrijven die gelieerd zijn aan het militaire regime
in Myanmar, is het ministerie in contact met Shell over deze kwestie en de overeenkomst
die Shell in 2017 sloot met Max Energy Myanmar.
Vraag 12
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en uitvoerig beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
2)
https://www.ohchr.org/Documents/HRBodies/HRCouncil/FFM-Myanmar/Economic…
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.