Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake toekomstverkenning zorg in Flevoland (Kamerstuk 31016-245)
2019D38049 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Medische
Zorg over de brief van 12 juli 2019 over de toekomstverkenning van de zorg in Flevoland
(Kamerstuk 31 016, nr. 245).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Reactie van de Minister voor Medische Zorg
17
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het rapport
«Toekomstverkenning zorg in Flevoland» en de reactie van de Minister op dit rapport.
Genoemde leden lezen dat uit een van de conclusies van het rapport blijkt dat het
huidige zorglandschap in Flevoland alles in zich heeft om nu en in de toekomst voor
de inwoners van de provincie kwalitatief goede en toegankelijke zorg te kunnen blijven
leveren, waarbij alle betrokken partijen zich inzetten voor een goede samenwerking
in de zorgketen en een aantal aanvullende voorzieningen worden gerealiseerd. Genoemde
leden zien dit als een positief vertrekpunt. Zij hebben hierbij nog wel enkele vragen.
In zijn brief geeft de Minister aan dat partijen aangeven dat Flevoland als voorbeeld
kan dienen voor andere regio’s in Nederland, ook op het punt van (digitale) zorg dichtbij
huis of zelfs thuis, zo leden de leden van de VVD-fractie. Kan de Minister toelichten
welke kansen dit zijn en hoe deze kansen ook in andere regio’s gecreëerd kunnen worden?
Daarnaast lezen deze leden dat ook teleurstelling is uitgesproken door diverse vertegenwoordigers
van het openbaar bestuur over het feit dat een volwaardige Spoedeisende Hulp (SEH)
en acute verloskunde niet terugkeren in Lelystad. Kan de Minister aangeven wat op
de middellange en lange termijn gebeurt met de spoedpoli en de spoedpost? Wat betekent
de komst van het kwaliteitskader spoedzorgketen voor de reisafstanden?
De leden van de VVD-fractie delen de onrust die lokaal bestaat over de toegankelijkheid
van regionale (acute) zorg. Kan de Minister aangeven of hij, in het kader van de spoedzorg,
mogelijkheden ziet om het aantal ambulancestandplaatsen uit te breiden om zo de aanrijtijden
gunstig te beïnvloeden, mede gezien het feit dat in het rapport wordt geconcludeerd
dat de reisafstanden naar een volwaardige SEH zijn toegenomen?
De inzet van openbaar vervoer naar ziekenhuizen in de omgeving lijkt in de regio als
oplossing gevonden te zijn om de toenemende reistijden tegen te gaan, zo lezen de
leden van de VVD-fractie. Kan de Minister toelichten wat de stand van zaken omtrent
deze ontwikkeling is?
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie aan de Minister hoe de (acute) zorg rondom
grote evenementen in de gemeenten, zoals Lowlands in de gemeente Dronten, geregeld
wordt. Hoe wordt een goede bereikbaarheid van medische zorg bij dergelijke evenementen
gewaarborgd?
In het rapport «Toekomstverkenning zorg in Flevoland» wordt gesteld dat een aantal
indicatoren na 1 juli 2019 gedurende één jaar maandelijks worden gemonitord, zo lezen
de leden van de VVD-fractie. Kan de Minister per indicator toelichten hoe deze monitoring
plaats vindt, welke resultaten er sinds 1 juli 2019 bekend zijn en hoe deze resultaten
verwerkt worden?
De Minister geeft in zijn brief aan dat de Zorgtafel geen praattafel is, maar een
daadkrachtig inhoudelijk overleg waar partijen vanuit hun (stelsel)verantwoordelijkheid
inzicht geven in de concrete voortgang op de implementatie van de agenda van de zorg
in Flevoland. Kan de Minister toelichten welke instrumenten de Zorgtafel heeft om
voldoende daadkrachtig op te treden?
Kan de Minister daarbij aangeven welke belanghebbenden betrokken worden bij de Zorgtafel
en in hoeverre zij betrokken worden? Hebben zij invloed op de agendering van onderwerpen
die behandeld moeten worden en hoe wordt gewaarborgd dat vanuit de Zorgtafel richting
de belanghebbenden transparant gecommuniceerd wordt?
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief van de Minister niet terug hoe burgers/patiënten
vertegenwoordigd zijn in de Zorgtafel dan wel het Voortgangsoverleg. Kan de Minister
aangeven of zij vertegenwoordigd zijn? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom zijn
zij niet vertegenwoordigd?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd in het rapport te lezen dat inzet van eHealth
initiatieven, zoals COPD in Beeld en HartWacht tot positieve resultaten leiden. Kan
de Minister toelichten welke acties er nu worden ondernomen om dit soort initiatieven
snel beschikbaar te maken voor patiënten in de vier focusgemeenten?
Voorts lezen genoemde leden dat de huisartsenzorg in Lelystad, Dronten en de Noordoostpolder
en in mindere mate op Urk kwetsbaar is. Welke concrete afspraken en acties zijn en
worden gemaakt om deze kwetsbaarheden het hoofd te bieden?
In zijn brief spreekt de Minister vele verwachtingen uit voor de zorg in Flevoland,
zo lezen de leden van de VVD-fractie. Zij vragen welke acties de Minister zal nemen
indien zijn verwachtingen niet waargemaakt worden.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het rapport «Toekomstverkenning
zorg in Flevoland» en de bijbehorende beleidsreactie van de Minister. Deze leden hebben
hier nog de volgende vragen bij.
Proces en aanpak toekomstverkenner
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat de regio Flevoland
een voorbeeld kan worden voor andere regio’s met behulp van onder andere innovaties
en eHealth. Ook is Flevoland in eerdere Kamerdebatten genoemd als regio waar met nieuwe
vormen van zorg geëxperimenteerd kan worden. Genoemde leden vragen hoe de Minister
hier invulling aan gaat geven. Deze leden missen hierbij ook een investeringsplan,
actielijst en tijdspad. Kan de Minister deze alsnog geven?
Zo vragen partijen in de regio om een uitgebreide spoedpoli en adviseert de toekomstverkenner
een spoedpoli in Lelystad en een spoedpost in Emmeloord. Wat is hiervan het tijdspad
en het investeringsbudget, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
Tijdens het algemeen overleg Stand van zaken ziekenhuisfaillissementen op 25 april
2019 heeft de Minister toegezegd om het idee van een nieuw niveau 4 voor de SEH mee
te geven aan de toekomstverkenner. De leden van de CDA-fractie vinden hierover echter
niets terug in het rapport van de toekomstverkenner of in de brief van de Minister.
Deze leden vragen daarom wat de Minister aan de toekomstverkenner heeft meegegeven
hierover en wat er vervolgens mee gedaan is.
Draagvlak bij partijen in de regio voor de agenda
Door enkele partijen is de cruciale rol van de ambulancezorg genoemd, zo lezen de
leden van de CDA-fractie in de brief van de Minister. Genoemde leden vragen hoe de
ambulancezorg in de regio Flevoland nu structureel wordt ingericht. De extra inzet
bijvoorbeeld voor een ambulance op Urk is tijdelijk, terwijl de problemen met de aanrijtijden
structureel zijn. Daarnaast is nu de patiëntveiligheid en het vertrouwen in de beschikbaarheid
van ambulances in het geding. Hoe kan de Minister dat oplossen? Deze leden vragen
wat hiervan ongeveer het tijdspad is. Klopt het dat in delen van andere gemeenten
van Flevoland, namelijk Dronten (Swifterbant en Dronten), de Noordoostpolder (Tollebeek,
Nagele, Marknesse, Kraggenburg) en Zeewolde de aanrijdtijden van ambulances meer dan
gewenst worden overschreden? Zo ja, hoe kan dit probleem structureel worden opgelost?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister bereid is om de inzet van drie extra
ambulances (één op Urk en twee in Oostelijk Flevoland en een tweede bemande ambulance
in de Noordoostpolder) duurzaam te borgen. Kunnen zorgverzekeraars hier duidelijke
garanties voor geven richting lokale politiek en bestuurders?
De leden van de CDA-fractie lezen dat gesteld wordt dat partijen aangeven dat communicatie
richting burgers erg belangrijk is, zodat bekend is waar zij terecht kunnen met welke
zorgvraag. Genoemde leden vragen wat de Minister gaat doen om te garanderen dat deze
communicatie goed op gang komt en blijft.
De Minister geeft aan dat hij verwacht dat zorgverzekeraars in de komende contracteerrondes
zichtbaar invulling zullen geven aan de adviezen van de toekomstverkenner, zo lezen
de leden van de CDA-fractie. Zij vragen of dit betekent dat er tot januari 2020 sowieso
niets gebeurt en dat het meerdere jaren kan duren eer de adviezen zijn gerealiseerd.
Welk tijdsplan hanteert de Minister hierbij?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat hij zichtbare stappen
van gemeenten verwacht. In het rapport van de toekomstverkenner wordt bijvoorbeeld
een beroep gedaan op gemeenten om in de kosten voor vervoer te voorzien voor (een
selecte groep) zwangeren. Genoemde leden vragen of de Minister kan aangeven welke
(structurele) extra uitgaven dit voor de gemeente Lelystad betreft.
Ambitieuze agenda met focus op verbeteren huidige zorgaanbod
De leden van de CDA-fractie vragen wat de Minister gaat doen om overkoepelende acties
te realiseren op a) de monitoring van daadwerkelijk effecten voor de burger, b) het
organiseren van goede werk- en overlegstructuur en c) het versterken van de inbreng
van patiënten.
Thema’s acute zorg, geboortezorg en zorg en ondersteuning kwetsbare groepen
1. Acute zorg in Flevoland
De leden van de CDA-fractie lezen dat de toekomstverkenner adviseert dat voor de acute
zorg aandacht moet zijn voor het monitoren van cijfers. De Minister heeft in het genoemde
algemeen overleg van 25 april 2019 toegezegd voor de zomer in gesprek te zullen gaan
met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en de Nederlandse
Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) over verplichte registratie in NEED (Netherlands
Emergency department Evaluation Database). Genoemde leden vragen hoe het daarmee staat.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe het staat met de uitvoering van de motie van
het lid Van den Berg over time-outs in ziekenhuizen.1 De Minister heeft hier eerder over aangegeven dat hij bereid is om met de NZa en
het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) in gesprek te gaan en te kijken of de in de
desbetreffende motie gevraagde informatie over de stops boven tafel te krijgen is.2 Deze leden vragen hoe het hiermee staat. Zijn er in ieder geval al cijfers beschikbaar
over het aantal stops per specialisme en per ziekenhuis in Flevoland?
De leden van de CDA-fractie vragen waarom de Toekomstverkenner geen inhoudelijke analyse
en financiële doorrekening heeft gemaakt van het alternatief waarbij de SEH en de
acute geboortezorg weer terug zouden komen in Lelystad.
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de spoedpoli in Lelystad beperkte
openingstijden heeft en niet toegankelijk is voor jonge kinderen. Flevoland heeft
nu een relatief jonge populatie. Tegelijkertijd zal de vergrijzing op korte termijn
zeer hard ingrijpen in de Flevolandse samenleving en zal het aantal inwoners met een
chronische aandoening toenemen. Genoemde leden vragen daarom wat de Minister kan doen
om aan die vraag (-ontwikkeling) naar acute zorg in Lelystad te voldoen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan toezeggen dat in Noordelijk
Flevoland spoedzorg (eerste hulp) beschikbaar blijft voor de inwoners van Noordoostpolder
en Urk. Is de Minister bereid om eventueel ook (een deel van) de 4,5 miljoen euro
beschikbaarheidsbijdrage aan te wenden om nieuwe vormen van spoedzorg en acute verloskunde
in te richten?
2. Geboortezorg
Voor geboortezorg wordt in de brief geadviseerd aan te sluiten bij de pilot mobiele
cardiotocografie (CTG) indien de uitkomsten daarvan positief zijn. De leden van de
CDA-fractie vragen wanneer dat bekend is. Wanneer kan aansluiting gerealiseerd worden?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister bereid is om te overleggen met de
zorgverzekeraars opdat de afspraken rond de tarieven voor verloskundigen in Urk zo
blijven totdat de evaluatie is afgerond en er extra achterwachten zijn gerealiseerd.
Kan de Minister aangeven of verpleegkundigen ook met de ambulanceritten mee mogen
rijden en/of hier belemmeringen in zitten die weggenomen kunnen worden? Kan de Minister
aangeven of met de zorgverzekeraars structurele afspraken worden gemaakt, vergelijkbaar
met afspraken met ZorgSaam in Vlaanderen, waarbij alle baby’s in het ziekenhuis worden
geboren en verloskundigen hun werk ook in het ziekenhuis mogen doen?
De leden van de CDA-fractie vragen wat het effect is van het feit dat er nu minder
thuisbevallingen kunnen plaatsvinden op de beschikbaarheid van bevalkamers in omliggende
ziekenhuizen. Deze leden vragen of de capaciteit daarvan wel groot genoeg is voor
de toegenomen vraag.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de Minister gaat doen om op zeer korte termijn
de verloskundige zorg in Flevoland te versterken, ondersteunen en bestendigen.
3. Zorg en ondersteuning van kwetsbare ouderen
Voor chronische patiënten en kwetsbare groepen wordt gesteld dat deze groep zal groeien,
en dat vernieuwend en doelgericht zorgaanbod nodig is. De leden van de CDA-fractie
vragen of hier een actieplan, budget en tijdsplan bij hoort.
De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor het idee om een pilot in Lelystad
te starten rond innovatie op de acute zorg. Kan daarmee een beweging in Lelystad in
gang gezet worden naar een 24/7 toegankelijke SEH of uitgebreide spoedpoli, waar een
gekwalificeerde SEH-arts aanwezig is en waar expliciet aandacht is voor de groepen
chronisch zieken, ouderen en kinderen? Deze leden vragen of de Minister bereid is
om een dergelijke pilot te starten en hier eventueel een deel van de 4,5 miljoen euro
van de beschikbaarheidsbijdrage voor in te zetten.
Een voorbeeld van anderhalvelijnszorg is de Nieuwe Kliniek in Amsterdam. In de praktijk
blijkt men daar op praktische en financiële belemmeringen te stuiten. De leden van
de CDA-fractie vragen of de Minister bereid is om een Flevolandse pilot op te zetten
waarbij wordt nagegaan hoe die bezwaren in de praktijk en structureel kunnen worden
ondervangen.
De huisartsenzorg in Flevoland is kwetsbaar en die druk zal alleen maar toenemen door
de sluiting van de IJsselmeerziekenhuizen. De leden van de CDA-fractie vragen welke
structurele maatregelen (en/of investeringen in innovatie) nodig zijn om deze trend
te doorbreken.
Van werken aan de transitie naar werken aan de toekomst
De leden van de CDA-fractie vinden het een goed idee dat er een Zorgtafel komt met
een onafhankelijke voorzitter. Deze leden vragen wie daarin mag participeren. Wat
zijn de rollen en taken van eenieder binnen de Zorgtafel? Kan de Minister in dat verband
reageren op de motie die op 18 september 2019 in de provinciale staten van Flevoland
hierover is ingediend?
De leden van de CDA-fractie zijn met de Toekomstverkenner van mening dat de deelname
van patiëntenorganisaties in een regionale Zorgtafel cruciaal is om specifieke ontwikkelingen
in de zorgvraag te identificeren en te bevorderen. Hoe kan de kwalitatieve inbreng
van die patiëntenorganisaties structureel worden geborgd?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister van mening is dat de Flevolandse
Zorgtafel een doorzettingsmacht moet krijgen om de schotten tussen de verschillende
zorgvormen weg te nemen. Zo ja, hoe wil de Minister voor een dergelijk experiment
zorgen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven in welke overlegstructuren
de Flevolandse Patiëntenfederatie (FPF) betrokken wordt of zal worden. Is dat alleen
de Zorgtafel, of wordt de FPF ook in een vroeg en voorbereidend stadium betrokken,
bijvoorbeeld door de FPF aan het Voortgangsoverleg deel te laten nemen.
De Minister schrijft dat hij het met de toekomstverkenner eens is dat de regio nog
niet losgelaten kan worden en dat een tussenvorm in coördinatie, facilitering en begeleiding
gecreëerd moet worden. De leden van de CDA-fractie vragen wie daarin de leiding neemt.
De rol van de zorgverzekeraar en de beide ziekenhuizen (Antonius Sneek en St Jansdal
Harderwijk) bij het uitvoeren van veel actiepunten is groot. De leden van de CDA-fractie
vragen hoe de Minister kan bewerkstelligen dat deze organisaties maximaal bijdragen
aan de realisatie van een zorgstructuur in Flevoland die voldoet aan de behoeften
van de bewoners.
De leden van de CDA-fractie hebben begrepen dat er een brief aan de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) is gestuurd waarin aangegeven wordt dat de nabijheid van een
ziekenhuis noodzakelijk is, nu Lelystad een integraal onderdeel wordt van luchthaven
Schiphol. Genoemde leden vragen of de Minister de reactie van de OVV op deze brief
met de Kamer kan delen.
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de zorg voor mensen met een psychiatrische
problematiek na de sluiting van de psychiatrische afdeling van het Algemeen Ziekenhuis
in Lelystad sterk is verslechterd. Zo ja, hoe kan de zorg voor deze groep, als onderdeel
voor de opbouw van het zorgaanbod, spoedig worden verbeterd?
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de curatoren van de IJsselmeerziekenhuizen
geen documenten willen delen met de onderzoekscommissie. Zo ja, dan vragen deze leden
wat de Minister hier aan gaat doen.
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte hoe de Minister gaat monitoren dat het
zorglandschap in Flevoland daadwerkelijk op korte termijn steviger wordt. Kan de Minister
toezeggen dat er een tussentijdse evaluatie komt vanuit VWS, en dat de Kamer in ieder
geval uiterlijk april 2020 daarover geïnformeerd wordt?
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Toekomstverkenning
zorg in Flevoland en een nieuwe versie van het feitenboek over de zorg in Flevoland.
Deze leden willen allereerst hun waardering uitspreken voor het harde werk dat door
zorgaanbieders, zorgprofessionals, patiënten en burgers, gemeenten, provincie en zorgverzekeraars
is geleverd om deze toekomstverkenning mogelijk te maken. Net als de hiervoor genoemde
betrokken partijen denken deze leden dat met de verkenning een basis is gelegd om
de zorg in Flevoland gezamenlijk toekomstbestendig te kunnen organiseren. Daarbij
hechten de leden van de D66-fractie veel waarde aan goede communicatie en inspraak
voor inwoners en regionale bestuurders. De gebeurtenissen van vorig jaar hebben immers
aangetoond hoeveel onrust en onzekerheid kunnen ontstaan, als zij pas in een laat
stadium of na afloop van belangrijke besluiten op de hoogte worden gesteld. Deze leden
achten het daarom belangrijk om eenieder aan tafel te hebben. Zo kan lokaal breed
draagvlak worden gecreëerd voor beslissingen, is voor inwoners ook inzichtelijk waarom
bepaalde keuzes (moeten) worden gemaakt en kan het vertrouwen worden hersteld. De
leden van de D66-fractie hebben in dit verband nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de D66-fractie constateren dat de toekomstverkenner adviseert om een
Zorgtafel in te stellen, die maandelijks wordt geïnformeerd over de voortgang van
de uitvoering van de agenda voor de zorg in Flevoland en de resultaten van de monitoring.
Genoemde leden zien de Zorgtafel als een goede mogelijkheid om inwoners, patiënten
en lokale bestuurders te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Kan de
Minister nader toelichten hoe de Zorgtafels zullen worden ingericht? Welke invloed
ligt er bij de Zorgtafel voor de gemeenteraden, provinciale staten en patiëntenorganisaties?
Deze leden vragen of de informatie die zij ontvangen ook openbaar beschikbaar is voor
alle inwoners in de regio. Zo ja, hoe wordt deze informatie met de inwoners gedeeld?
De leden van de D66-fractie vragen voorts of inwoners nog op andere wijze worden geïnformeerd
over het proces en de uitvoering van de agenda voor de zorg en de resultaten van de
monitoring. Als dit inderdaad het geval is, vernemen deze leden graag wie verantwoordelijk
is voor het delen van deze informatie.
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
Uit de brief van de Minister over de zorg in Flevoland, klinken niet dezelfde zorgen
als de leden van de fractie van GroenLinks hebben. Om de acute uitdagingen, maar ook
die van de toekomst, aan te gaan is een Zorgtafel georganiseerd. Daarnaast is er een
Voortgangsoverleg om eventuele knelpunten te bespreken.
Genoemde leden beginnen bij de Zorgtafel. Er moet nog een onafhankelijke voorzitter
gevonden worden om de Zorgtafel voor te zitten. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen waarom het niet mogelijk is dat de Minister deze Zorgtafel voor kan zitten.
Op deze wijze kan de Minister sturen op een goede uitvoering van de agenda voor de
zorg in Flevoland. Tevens vragen genoemde leden of het Voortgangsoverleg en de Zorgtafel
niet gecombineerd kunnen worden. Eventuele knelpunten die bij de Zorgtafel naar boven
komen kunnen dan direct worden opgelost. Daarnaast hebben de NZa, de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ), vertegenwoordigers van het openbaar bestuur en de zorgverzekeraars
ook beter zicht op de uitvoering van de agenda. Hiermee hopen deze leden dat het proces
iets efficiënter kan verlopen, juist op momenten dat knelpunten zich openbaren, zodat
de partijen aan de Zorgtafel daadwerkelijk daadkrachtig kunnen optreden. Ten slotte
vragen de leden van de GroenLinks-fractie wat de rol van gemeenten en provincie aan
deze tafels wordt. Welke regionale overheden zitten straks aan de Zorgtafel en wat
wordt hun rol precies?
Vervolgens hebben de leden van de GroenLinks-fractie nog een aantal vragen over de
acute zorg in Flevoland. Genoemde leden hebben signalen ontvangen dat een sterke versplintering
van het zorglandschap plaatsvindt in Flevoland, met een groot en toenemend aantal
zelfstandige behandelcentra, die niet of nauwelijks samenwerken. Deze leden vragen
of dit niet onnodig inefficiënt is. Tevens vragen deze leden of de Minister bereid
is de regie te nemen om deze versplintering tegen te gaan. Zo ja, hoe is de Minister
dan van plan dat te doen?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich tevens zorgen over de geboortezorg in
Flevoland. Na het plotselinge faillissement van de ziekenhuizen in Flevoland kon in
eerste instantie de 45-minutennorm niet meer gehaald worden, maar na maatregelen van
verloskundigen en hun ketenpartners kan de zorg nu weer veilig worden verleend. Genoemde
leden hebben echter signalen ontvangen dat door deze maatregelen de werkdruk van verloskundigen
sterk is toegenomen en zij vragen daarom hoe toekomstbestendig de huidige situatie
is. Ten slotte, met betrekking tot geboortezorg, vragen deze leden of de Minister
maatregelen gaat treffen om de werkdruk voor verloskundigen te verlagen. Zo ja, welke?
Zo nee, waarom niet?
Afsluitend maken de leden van de fractie van GroenLinks zich zorgen over de ouderenzorg.
In heel Nederland staat de ouderenzorg onder druk, waardoor de situatie in Flevoland
voor de ouderenzorg daar bij uitstek problematisch kan worden. De Minister schrijft
in zijn brief dat een vernieuwend zorgaanbod nodig is in Flevoland om ouderen goede
zorg te kunnen blijven leveren. Genoemde leden vragen wat de Minister, naast anderhalvelijnszorg
en kortdurende opnamemogelijkheden, wil realiseren om de ouderenzorg in Flevoland
van goede kwaliteit te houden.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Toekomstverkenning
zorg in Flevoland. Deze leden hebben naar aanleiding van deze toekomstverkenning alvast
onderstaande opmerkingen en vragen.
Brief 31 016, nr. 245
Aanleiding
Ook de leden van de SP-fractie hebben het faillissement en daarmee de sluiting van
de IJsselmeerziekenhuizen als zeer heftig ervaren en deze leden zijn ook nog steeds
van mening dat een vergelijkbaar ziekenhuis weer geopend moet worden. Na het faillissement
is een toekomstverkenner aangesteld die een visie moet geven over de zorg op Flevoland.
Eigenlijk verbaast het genoemde leden wel dat een dergelijke visie op de toekomst
er nog niet was. Deze leden vragen daarom om een reactie op deze volgorde.
Proces en aanpak toekomstverkenner
De afgelopen periode is een feitenboek, ook wel een regiobeeld genoemd, over de zorg
in Flevoland opgesteld. De leden van de SP-fractie begrijpen dat een dergelijk beeld
wordt opgesteld voor alle verschillende regio’s in Nederland. Kan aangegeven worden
wat de stand van zaken is met betrekking tot de opstelling van deze beelden voor de
verschillende regio’s én per wanneer voor de verschillende regio’s een dergelijk beeld
beschikbaar moet en zal zijn.
Draagvlak bij partijen in de regio voor de agenda
Verschillende partijen hebben hun teleurstelling geuit over het feit dat volgens de
toekomstverkenning een volwaardige spoedeisende hulp en acute verloskunde niet terugkeren
in Lelystad. De leden van de SP-fractie delen deze teleurstelling volledig. Genoemde
leden vragen om een nadere toelichting op het punt uit de brief van de Minister dat
de verloskundigen vrezen dat, ondanks maatregelen, de (werk)druk bij verloskundigen
hoog blijft. Welke structurele oplossing is hiervoor beschikbaar? Hoe wordt, zo vragen
deze leden, daarnaast speciale aandacht besteed aan de rol van de ambulancezorg en
de capaciteit van huisartsen. Deze leden lezen dat het idee van een uitgebreidere
spoedpoli in de verdere toekomst best een goed idee zou kunnen zijn en vragen of kan
worden toegelicht waarom nu nog geen stappen worden gezet in deze richting.
Ambitieuze agenda met focus op verbeteren huidige zorgaanbod
Een belangrijke overkoepelende actie betreft de monitoring van de daadwerkelijke effecten
voor de burger nu en in de toekomst. De leden van de SP-fractie vinden deze actie
zo logisch dat het hun bijna verbaast dat deze expliciet benoemd moet worden. De acties
zoals vastgelegd in de toekomstvisie zijn bedoeld om zorg te realiseren en mogelijk
te houden die nodig is. Genoemde leden gaan er dan ook vanuit dat de effecten voor
de betrokkenen centraal staan. De leden van de SP-fractie vragen in dezen hoe deze
monitoring precies vorm zal krijgen en hoe de Kamer daarvan op de hoogte kan blijven.
Daarnaast vragen genoemde leden wat er zal gebeuren indien uit de monitoring komt
dat de effecten voor de burgers uit Flevoland negatief zijn.
Thema’s acute zorg, geboortezorg en zorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen
De leden van de SP-fractie lezen dat de toekomstverkenner adviseert om de 24/7 SEH
en de afdeling acute verloskunde niet te heropenen in Lelystad én dat dit aansluit
op de visie van de zorgverzekeraars. Hoe, zo vragen genoemde leden, verhouden de opvattingen
van deze toekomstverkenner en de zorgverzekeraars zich tot de compleet tegenovergestelde
opvattingen van onder andere de verloskundigen, zoals eerder in de brief benoemd?
Welke opvatting weegt hierbij zwaarder, die van de professionals of die van de toekomstverkenner
dan wel de zorgverzekeraars.
Van werken aan de transitie naar werken aan de toekomst
Met betrekking tot de Zorgtafel wordt de onafhankelijkheid van de voorzitter benadrukt
en de leden van de SP-fractie vinden het een logische keuze dat gekozen wordt voor
een onafhankelijke voorzitter. Genoemde leden begrijpen in het verlengde hiervan echter
niet waarom is gekozen voor een toekomstverkenner die in deze situatie niet echt onafhankelijk
lijkt. Dit aangezien deze persoon (de heer Leerink) een maand vóór zijn aanstelling
tot toekomstverkenner nog aangaf dat Nederland toe kan met veel minder spoedeisende
hulpen.3 In hoeverre kan het nog verbazen dat deze persoon uiteindelijk adviseert tot het
niet meer heropenen van de spoedeisende hulp in Lelystad?
Als het gaat om de Zorgtafel, vragen de leden van de SP-fractie of inmiddels bekend
is wie daarvan de voorzittersrol op zich zal nemen. Daarnaast wordt aangegeven dat
de zorgverzekeraars de voorstellen van de Zorgtafel zullen steunen. Graag worden genoemde
leden geïnformeerd op welke wijze deze steun verleend wordt. Kan hierbij ook gedacht
worden aan financiële steun?
Rapport «Toekomstverkenning zorg in Flevoland»
Op pagina 6 van het rapport staat: «Wij zijn van mening dat Flevoland het beste kan inzetten op het stapsgewijs verbeteren
van het zorgaanbod dat nu aanwezig is in de provincie en niet moet streven naar herstel
van de situatie zoals die voor het faillissement was. Voor vele betrokkenen is dit
een lastig punt, maar wij zijn ervan overtuigd dat herstel van de situatie van voor
het faillissement geen oplossing biedt voor de toekomstige vraag». Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een toelichting hoe in deze afweging de
mening van «de vele betrokkenen» is gewogen en waarom de mening van de vier toekomstverkenners
in deze zwaarder wegen dan de vele betrokkenen.
De leden van de SP-fractie lezen dat de reisafstanden naar een volwaardige SEH zijn
toegenomen. Genoemde leden vinden dit zeer ongewenst. Kunnen deze leden ervan uit
gaan dat deze reistijd en de eventuele gevolgen daarvan een onderdeel worden van de
aangekondigde monitoring? Deze leden vinden het ook ernstig dat de huisartsenzorg
in Lelystad, Dronten en de Noordoostpolder (en in mindere mate op Urk) kwetsbaar is.
Wanneer is dit opgelost, zo vragen deze leden.
Agenda voor de zorg in Flevoland
De leden van de SP-fractie lezen dat het versterken van de inbreng van patiënten één
van de prioriteiten is en dat om de Flevolandse Patiëntenfederatie te versterken geadviseerd
wordt in gesprek te gaan met de zorgverzekeraars. Genoemde leden vragen naar een nadere
duiding van deze passage. Waarom is de zorgverzekeraar de meest logische partij om
de inbreng van patiënten te versterken?
De leden van de SP-fractie begrijpen goed dat het publieke vertrouwen in de zorg broos
is. Dit vertrouwen moet weer terugkomen en dat zal gestaag gaan. Genoemde leden vinden
het verstandig dat het publieke vertrouwen regelmatig wordt gemeten. Graag ontvangen
zij een uitwerking van de wijze waarop dit vertrouwen onder het publiek gemeten zal
worden.
In het rapport wordt de vraag aan de orde gesteld of de zorg wel toekomstbestendig
is en of dit mogelijk leidt tot zorgmijding. Een zeer belangrijke vraag, aldus de
leden van de SP-fractie. De toekomstverkenners geven de zorgverzekeraars in overweging
om diepgaander onderzoek te laten uitvoeren naar zorgmijding. Genoemde leden menen
dat zorgmijding altijd onacceptabel is en dat ook zeker in deze situatie zou zijn.
Zij vragen dan ook op welke wijze de zorgverzekeraars dit advies hebben opgepakt.
De leden van de SP-fractie lezen dat er in Harderwijk meer stops op de spoedeisende
hulp zijn gerapporteerd en er sprake is van een toegenomen werkdruk. Genoemde leden
vragen over deze punten een nadere toelichting. Graag zien deze leden onder andere
toegelicht hoeveel extra stops er zijn geweest de afgelopen periode en wat gedaan
wordt aan de toegenomen werkdruk in deze regio.
Betreffende de pilot over 2twnty4 wordt aangegeven dat het wenselijk is dat veel verschillende
partijen hierop zijn aangesloten, zo lezen de leden van de SP-fractie. De schrijvers
van het rapport geven aan dat een dergelijke uitbreiding van het systeem wordt beoogd,
maar dat dit waarschijnlijk niet zonder extra ondersteuning vanuit VWS en het Landelijk
Netwerk Acute Zorg (LNAZ) mogelijk is. Genoemde leden delen de wens dat een brede
vertegenwoordiging inzicht krijgt in de beschikbare capaciteit. Deze leden vragen
daarom of de gewenste extra ondersteuning van VWS en het LNAZ geregeld gaat worden?
Tevens wordt gepleit voor een projectleider als het gaat om de zorgcoördinatie. De
leden van de SP-fractie vragen of deze projectleider ook daadwerkelijk aangesteld
wordt.
De toekomstverkenner geeft tevens het advies aan de Gezondheidsraad om een aantal
zaken mee te nemen in de heroverweging van de 45-minutennorm, bijvoorbeeld de reistijd
naar een expertisecentrum voor acute verloskunde. Kan aangegeven worden, zo vragen
de leden van de SP-fractie, of de Gezondheidsraad (alle) adviezen van de toekomstverkenner
met betrekking tot de heroverweging van de 45-minutennorm overneemt. Zo nee, kan worden
aangegeven waarom bepaalde onderwerpen niet worden meegenomen.
Het baart de leden van de SP-fractie zorgen dat deelnemers aan de verloskundige samenwerkingsverbanden
een spagaat ervaren tussen betrokkenheid bij de agenda van het samenwerkingsverband
en het verlenen van zorg, zeker gezien de verwachte toenemende zorgvraag op dit terrein.
Genoemde leden vragen wanneer de beoogde projectleider zal starten en wie deze persoon
is. Daarnaast vragen deze leden of binnen de verloskundige samenwerkingsverbanden
de mening bestaat dat een dergelijke projectleider de door hen ervaren problemen op
kan lossen of dat daarvoor meer nodig is. Zo nee, wat is nog meer nodig om deze problemen
op te lossen? Daarnaast vragen deze leden aan de Minister om een beschouwing te geven
over de opmerking van de toekomstverkenner dat het wenselijk zou zijn dat de achterwacht
gezamenlijk wordt georganiseerd tussen praktijken in elkaars nabijheid, wat onder
andere bijdraagt aan de verlaging van de werkdruk van verloskundigen. Wordt deze stelling
gedeeld? Zo ja, is er bereidheid dit te organiseren? Ook vragen de leden van de SP-fractie
om een reactie op de constatering dat in veel wetenschappelijk onderzoek de reistijd
tijdens de bevalling vaak wordt onderschat. Zal dit feit meegenomen worden in de herziening
van de 45-minutennorm? Tenslotte vragen genoemde leden om een reactie op de suggestie
van de toekomstverkenner om zwangeren zonder financiële middelen en sociaal netwerk
gebruik te laten maken van een taxi om op tijd naar een ziekenhuis te reizen voor
de bevalling, waarbij de declaratie bij de gemeente gedaan kan worden, wat zorgmijding
kan voorkomen? Heeft de Minister de bereidheid om dit te laten organiseren of minstens
de gemeenten hiertoe op te roepen?
Tenslotte constateren de leden van de SP-fractie, naar aanleiding van de aandachtspunten
bij de agenda, dat er door verschillende betrokkenen is geopperd op een nieuw ziekenhuis
te realiseren op een goed bereikbare locatie, bijvoorbeeld langs de A6 tussen Lelystad
en Emmeloord. Deze suggestie is verder niet meegenomen in het rapport noch in de gestuurde
brief. Genoemde leden vragen om een reactie op deze suggestie en of dit idee serieus
zal worden uitgewerkt.
3. Toelichting op verplicht gestelde instrumenten
3.1 Uitvoeringsvarianten
De leden van de SP-fractie constateren dat de standaardartikelen, gebruik van het
accountantsprotocol en de productcodes nog niet verplicht worden gesteld. Wordt dit
op een later moment wel verplicht, zo vragen genoemde leden. Vervolgens vragen deze
leden hoe uitvoering gegeven wordt aan het amendement-Hijink4over het verminderen van uitvoeringslasten voor aanbieders en hoe zich dit verhoudt
tot de wetswijziging om de vermijdbare administratieve lasten in de Jeugdzorg en in
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) terug te dringen.
Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief en het
rapport «Toekomstverkenning zorg in Flevoland».
De leden van de PvdA-fractie delen de teleurstelling over het feit dat volgens de
toekomstverkenning een volwaardige spoedeisende hulp en acute verloskunde niet terugkeren
in Lelystad. Genoemde leden constateren bovendien dat door de toekomstverkenner geen
inhoudelijke analyse en financiële doorrekening zijn gemaakt van het alternatief waarbij
de spoedeisende hulp en acute verloskunde wel terugkomen in Lelystad, en zij vragen
waarom deze doorrekening niet is gemaakt. Wat betekent dit voor zwangeren in Flevoland
en op Urk? Kunnen zij nog thuis bevallen? Wat betekent het feit dat er minder thuisbevallingen
plaatsvinden voor de beschikbaarheid van het aantal bevalkamers in omliggende ziekenhuizen?
Wat gaat de Minister doen om de verloskundige zorg in Flevoland te versterken? Daarnaast
vragen de leden van de PvdA-fractie welke maatregelen zullen worden genomen om de
werkdruk van verloskundigen in Flevoland te verlagen.
De toekomstverkenner adviseert concrete acties bij de thema’s acute zorg, geboortezorg
en zorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen. De leden van de PvdA-fractie vragen
hoe deze concrete acties worden vormgegeven en op welke termijn zij zullen worden
uitgevoerd.
Er zijn structurele problemen met aanrijtijden van ambulances op Urk, zo constateren
de leden van de PvdA-fractie, maar ook in andere delen van Flevoland worden aanrijdtijden
van ambulances vaker dan gewenst overschreden. De gesuggereerde oplossingen zijn echter
tijdelijk. Hoe wil de Minister deze structurele problemen oplossen?
De leden van de PvdA-fractie constateren voorts dat de huisartsenzorg in Flevoland
kwetsbaar is en de druk op de huisartsenzorg is toegenomen door de sluiting van het
ziekenhuis. Welke structurele maatregelen worden genomen om de huisartsenzorg te versterken?
Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie hoe de Minister gaat monitoren dat het
zorglandschap in Flevoland op korte termijn daadwerkelijk steviger wordt.
Vragen en opmerkingen van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
rapport van de toekomstverkenner voor de zorg in Flevoland. Zij zijn blij dat de partijen
in de regio aangeven dat Flevoland als voorbeeld kan dienen voor andere regio’s in
Nederland, ook op het punt van (digitale) zorg dichtbij huis of zelfs thuis. Zij vragen
de Minister welke mogelijkheden hij ziet om Flevoland koploper te maken op het gebied
van slimme zorg thuis (eHealth) en in de samenwerking tussen 0-1-2 lijns zorg. Op
welke wijze wil de Minister zelf de samenwerking tussen verschillende partijen faciliteren
om ook daadwerkelijk tot een noodzakelijke versterking van de eerste- en anderhalvelijnszorg
te komen?
Tegelijkertijd constateren de leden van de ChristenUnie-fractie dat de verkenner helaas
geen mogelijkheden ziet voor een volwaardige spoedeisende hulp en acute verloskunde
in Lelystad. Zij vragen de Minister in dat verband welke concrete mogelijkheden hij
wel ziet om de bestaande spoedpoli in Lelystad uit te breiden, zoals de bestuurders
uit de regio voorstellen, en daarbij oog te hebben voor demografische ontwikkelingen.
Tevens willen deze leden weten hoe Lelystad een pilot kan worden voor het op een toekomstbestendige
wijze organiseren van acute zorg, waaronder verloskundige zorg.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke wijze momenteel de vraag naar
acute zorg, de capaciteit en het acute zorgaanbod worden gemonitord, om te zorgen
dat voldoende en kwalitatieve goede zorg altijd gewaarborgd is.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben zorgen over de gegevensuitwisseling tussen
verschillende zorgaanbieders in de regio. Zo krijgen zij signalen dat aanbieders met
elkaar concurreren en bijvoorbeeld elkaars bloeduitslagen niet accepteren. Zo kan
het voorkomen dat iemand uit Urk naar Almere moet om bloed te prikken in verband met
een behandeling aldaar, terwijl dit ook prima op Urk zou kunnen. Wat gaat de Minister
doen om de gegevensuitwisseling tussen partijen te verbeteren?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen aandacht voor de Landelijke Monitor Proeftuinen
van het RIVM.5 Op welke wijze wordt in Flevoland lering getrokken uit de knelpunten die op het gebied
van onder andere ICT en financiering in de proeftuinen zijn geconstateerd, zo vragen
deze leden.
Ten aanzien van de specifieke positie van Urk vragen de leden van de ChristenUnie-fractie
om de inzet van een extra ambulance structureel te maken, aangezien de problemen met
de aanrijtijden zullen blijven. Met de verkenner zijn deze leden van mening dat niet
het aantal ritten, maar de veiligheid van de bevolking leidend moet zijn. Welke garanties
kan de Minister op dit punt geven? Verder vragen deze leden aandacht voor de druk
die er ligt op de verloskundigen. Zij vragen de Minister om de vergoeding voor verloskundigen
structureel te maken, zodat zij mee kunnen rijden met de ambulance en kunnen bouwen
aan een duurzame bedrijfsvoering. Ten aanzien van de aanrijtijden vragen de leden
van de ChristenUnie-fractie of de Minister zich in het kabinet in wil spannen voor
prioritering van de verbreding van de N50.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe is geborgd dat patiëntenorganisaties
structureel hun inbreng kunnen blijven leveren bij de regionale Zorgtafel.
Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
de toekomstverkenning zorg in Flevoland. Genoemde leden hechten zeer aan het belang
van de toegankelijkheid van goede zorg in deze regio. Ze zijn blij met het feitenboek
en het rapport van de toekomstverkenner, waarin helder wordt wat er aan zorg nodig
en mogelijk is in Flevoland. Tegelijkertijd zijn er nog de nodige open eindjes. Genoemde
leden maken daarom graag van de gelegenheid gebruik om de Minister enkele vragen te
stellen.
Reistijd
In de praktijk is de reistijd voor acute zorg, verloskunde en klinische zorg voor
veel mensen in Flevoland langer geworden, zo constateren de leden van de SGP-fractie.
Dit doet iets met de beleving en verwachtingen van patiënten als het gaat om bereikbaarheid
van zorg, vooral in spoedsituaties. De provincie Flevoland schreef 12 juli jl. dat
er lokaal onrust heerst, hoewel er tot op heden geen calamiteiten hebben plaatsgevonden.
Genoemde leden vragen de Minister hoe zorg wordt gedragen voor een heldere communicatie
over de huidige en toekomstige situatie, waarin rekening wordt gehouden met de beleving
van de inwoners van Flevoland.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister wat hij doet om thuisbevallingen in
Flevoland en met name op Urk weer op een verantwoorde manier mogelijk te maken. Zij
vragen tevens wat het effect is van het feit dat er nu minder thuisbevallingen kunnen
plaatsvinden op de beschikbare capaciteit van de afdelingen verloskunde van de omliggende
ziekenhuizen. Kan de Minister aangeven of de capaciteit van deze ziekenhuizen wel
groot genoeg is voor de toegenomen vraag?
De leden van de SGP-fractie constateren dat er nog steeds zorgen bestaan over de inzet
van ambulancezorg in de provincie. Zij vragen de Minister of hij maatregelen kan nemen
om de extra inzet van ambulancezorg in Flevoland structureel te waarborgen. Genoemde
leden denken concreet aan een structurele ambulancepost op Urk, maatregelen zodat
de 15-minutennorm ook in de gemeente Dronten gehaald wordt en de doorstroming op de
N50, wat cruciaal is voor de bereikbaarheid van omliggende ziekenhuizen. Wat doet
de Minister zodat vaart wordt gezet achter de opwaardering van de N50?
Voorbeeldregio
De leden van de SGP-fractie lezen zowel in het rapport van de verkenner als in de
brief van de Minister mooie woorden over Flevoland als «voorbeeldregio» als het gaat
om inzetten van innovatieve zorgvormen. Om te voorkomen dat dit slechts mooie woorden
blijven, vragen genoemde leden de Minister te concretiseren wat hij hiermee bedoeld.
Hoe gaat de Minister hier zelf invulling aan geven? Deze leden vragen of hij ook bereid
is om financieel bij te dragen aan dergelijke nieuwe vormen van zorg. Kan de Minister
toezeggen dat hij een pilot in Lelystad start rond innovatie van de acute zorg, zodat
daarmee een beweging in Lelystad in gang wordt gezet naar een uitgebreide spoedpoli?
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister verder of hij bereid is om eventuele
belemmeringen in regelgeving weg te nemen om dergelijke initiatieven mogelijk te maken.
Overig
In rapport van de toekomstverkenner ontbreken een helder tijdspad en duidelijkheid
over de financiering van nieuwe vormen van zorg, zo constateren de leden van de SGP-fractie.
Voelt de Minister er zich verantwoordelijk voor dat deze er nog wel komen? Zo nee
waarom niet? Zo ja, wanneer liggen deze er? Het rapport presenteert de nodige interventies,
maar voorziet onvoldoende in duidelijke kaders die nodig zijn deze interventies te
realiseren. Er moeten heldere afspraken komen over prioritering en wie op welke wijze
genoemde interventies gaat uitwerken. Welke rol ziet de Minister hierin voor zichzelf?
Vragen en opmerkingen van de FvD-fractie
De leden van de FvD-fractie lezen dat het bureau IG&H| Health van de Minister de opdracht
heeft gekregen een Toekomstverkenning zorg voor Flevoland op te stellen. Wat is voor
de Minister de reden geweest deze opdracht aan bureau IG&H | Health toe te kennen?
Zijn ook andere bureaus benaderd om een toekomstverkenning op te stellen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, waarom is de keus niet op hen gevallen? Genoemde leden vragen
voorts wat de totale kosten zijn geweest voor het opstellen van de toekomstverkenning.
Deze leden vragen welke partijen, naast de Minister, betrokken zijn geweest bij het
formuleren van de opdracht aan de toekomstverkenner en welke partijen betrokken zijn
geweest bij het formuleren van de doelstelling van de Toekomstverkenning zorg in Flevoland.
Wat is hun inbreng geweest en hoe zwaar heeft deze inbreng meegewogen in de te formuleren
opdracht en doelstelling?
De leden van de FvD-fractie vragen in welke mate zorgverzekeraars betrokken zijn geweest
bij het formuleren van de opdracht aan de toekomstverkenner en in welke mate zij betrokken
zijn geweest bij het formuleren van de doelstelling van de toekomstverkenning. Hoe
zag die betrokkenheid eruit? Wat is hun inbreng geweest en hoe zwaar heeft deze inbreng
meegewogen in de te formuleren opdracht en doelstelling?
De leden van de FvD-fractie vragen of de Minister bereid is de notulen van de gespreksverslagen
tussen de Minister als opdrachtgever en de toekomstverkenner van IG&H | Health en
eventuele andere partijen aan de Kamer te zenden, zodat een transparant beeld ontstaat
van de keuzes en overwegingen die gemaakt zijn bij het formuleren van de doelstelling(en)
en opdracht(en). Zo nee, waarom niet?
De leden van de FvD-fractie constateren dat het een groot gemis is dat het realiseren
van een nieuw ziekenhuisgebouw op een bereikbare locatie (bijvoorbeeld buiten Lelystad)
geen onderdeel uitmaakt van de Toekomstverkenning zorg in Flevoland. Kan de Minister
toelichten waarom en met welk doel dit geen onderdeel heeft uitgemaakt van de toekomstverkenning?
Waarom heeft Minister de mogelijkheden voor het realiseren van acute verloskunde in
de regio Lelystad, Dronten en de Noordoostpolder buiten de opdracht van de toekomstverkenner
gehouden?
De leden van de FvD-fractie constateren dat de financiële onderbouwing bij alle decentrale
oplossingen die worden aangedragen in de Toekomstverkenning zorg Flevoland ontbreekt.
De toekomstverkenning geeft geen antwoord op de vraag of een rendabele business case
mogelijk is voor de terugkeer van een SEH en acute verloskunde in de regio Lelystad,
Dronten en de Noordoostpolder. Kan de Minister hierin duidelijkheid verschaffen? Was
het niet beter geweest om in de toekomstverkenning ook de alternatieven in de zorg
weer te geven en mee te wegen? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?
De leden van de FvD-fractie vragen of de Minister de uitdagingen ziet bij het uitvoeren
van de toekomstverkenning. Zo ja, welke en hoe gaat hij hierop anticiperen? Zo nee,
kan hij dit toelichten?
De leden van de FvD-fractie gaan ervan uit dat de overheid verantwoordelijk is voor
het organiseren van tijdige en kwalitatief hoogwaardige acute spoedzorg (SEH en verloskunde),
en dat gezien het feit dat de Minister wil inzetten op het stapsgewijs verbeteren
van het zorgaanbod (dat kennelijk onvoldoende is) het wél noodzakelijk is de 24/7
acute zorg te heropenen in Lelystad als centrum van een grote regio. Waarom neemt
de Minister de aanbeveling uit de toekomstverkenning over dat het heropenen van een
ziekenhuis niet nodig is in Lelystad?
De leden van de FvD-fractie lezen dat de reistijd voor acute zorg evident is toegenomen
voor patiënten, zoals in het rapport wordt bevestigd. De spoedzorg is slechts matig
ontwikkeld met alleen openingsuren overdag, behoudens een huisartsenpost die ook ‘s
nachts is geopend. Meer diagnostiek en expertise zouden mogelijk zijn met het openhouden
en uitbouwen van de spoedpost, eventueel onder begeleiding/toezicht van een op afstand
liggend ziekenhuis (Bijvoorbeeld het St Jansdal) via ICT-oplossingen en hun specialisten
(radiologen, internisten, chirurgen). Heeft de Minister deze mogelijkheid onderzocht?
De leden van de FvD-fractie zijn van mening dat de toegenomen reistijd riskant is
bij verloskunde, waar minuten fataal kunnen zijn. Er zijn geen calamiteiten gemeld.
Met 1500 bevallingen uit de regio is zeker een volwaardig moeder-kindcentrum te organiseren.
Erkent de Minister het belang van kwalitatief hoogwaardige en nabije verloskundige
zorg en is hij daarmee voorstander van het organiseren van verloskundige zorg in Lelystad?
Zo ja, hoe gaat hij dit op de kortst mogelijke termijn realiseren?
De leden van de FvD-fractie vragen of de Minister het ermee eens is dat dit rapport
tot stand is gekomen zonder enige inspraak van de directbetrokkenen: de uitgeweken
patiënten. Waarom speelt de mening van de directbetrokkenen, de uitgeweken patiënten,
geen rol in de toekomstverkenning en ook niet in de overwegingen van de Minister om
deze aanbevelingen over te nemen? Waarom is er geen onderzoek gedaan naar de mening
van de getroffen patiënten en naar wat het voor hen betekent qua logistiek, mantelzorg,
financiën, tijd en werk? Hoe zit het wat dit betreft met de kwetsbare ouderen? Kan
de Minister een zodanig onderzoek toezeggen?
De leden van de FvD-fractie vragen of de Minister kan toezeggen dat de extra ambulancecapaciteit
in stand gehouden wordt voor de regio Flevoland. Genoemde leden vragen tevens of de
Minister kan toezeggen dat de regels die eraan in de weg staan dat verloskundige praktijken
voor elkaar kunnen waarnemen, op korte termijn afgeschaft worden. Deze leden vragen
of de Minister, gezien het premature karakter van de toekomstverkenning, elk jaar
een update wil geven omtrent de opschaling en het noodzakelijke verbeteren van het
zorgaanbod in Flevoland.
II. Reactie van de Minister voor Medische Zorg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.