Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het bericht 'Bahrein brengt drie terrorisme-verdachten ter dood'
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Bahrein brengt drie terrorisme-verdachten ter dood» (ingezonden 3 september 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 oktober 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Bahrein brengt drie terrorisme-verdachten ter
dood» van 27 juli jl?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Heeft u naar aanleiding van dit bericht contact gehad met uw Bahreinse ambtsgenoot
om te weten te komen waarom, ondanks een oproep van de VN en mensenrechtenorganisaties
tot het niet uitvoeren van de doodstraf, deze toch is uitgevoerd? Zo ja, wat is de
reactie van de Bahreinse overheid? Zo nee, waarom niet?
Heeft u in reactie op dit bericht uw afkeuring over het uitvoeren van de doodstraf
uitgesproken richting uw Bahreinse ambtsgenoot? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Nederland heeft een principieel standpunt tegen de uitvoering van de doodstraf en
bepleit de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden wereldwijd en trekt
hierin op in EU-verband. Deze welbekende positie wordt uitgedragen in bilaterale contacten
met landen waar de doodstraf wordt toegepast en in multilaterale fora zoals de VN.
Mede namens Nederland is een EU-verklaring uitgegaan waarin de executies zijn veroordeeld.
Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 4
Is het u bekend hoeveel politici en mensenrechtenactivisten in Bahrein in de gevangenis
zijn beland sinds de opstand van de sjiitische oppositie in 2011? Zo ja, kunt u aangeven
hoeveel dat er (ongeveer) zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De getallen hierover zijn bijzonder moeilijk vast te stellen omdat er geen verifieerbare
informatie beschikbaar is.
Vraag 5
Hoe oordeelt u over de ontwikkelingen in Bahrein sinds 2011? Is er sprake van een
verslechterende mensenrechtensituatie? Zo ja, heeft u in bilateraal verband stappen
ondernomen om verslechterende mensenrechtensituatie te bespreken? Welke reactie(s)
heeft u op hierop ontvangen?
Antwoord 5
Zoals het Kabinet uw Kamer heeft geïnformeerd in beantwoording van Kamervragen op
23 januari jl. (kenmerknr. 2018–2019 nr. 1269) en op 21 maart jl. (kenmerknr. 2018–2019
nr. 1979), blijkt uit verschillende bronnen dat de mensenrechtensituatie in Bahrein
verslechterd is. Dit geldt met name voor kritische geluiden vanuit de oppositie op
het bewind, mensenrechtenactivisten en journalisten. Zorgen over de mensenrechtensituatie
zijn eind april op hoog ambtelijk niveau aangekaart in gesprekken met de autoriteiten
van Bahrein.
Vraag 6
Heeft u contact gehad met uw Europese collega’s over de situatie in Bahrein? Zo ja,
is er een gezamenlijke draagvlak om de mensenrechtenschendingen in Bahrein te veroordelen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, in reactie op de executies waar u naar verwijst is direct een verklaring van de
EU woordvoerder van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini uitgegaan waarin de executies
in de sterkste termen worden veroordeeld en Bahrein wordt opgeroepen tot de instelling
van een officieel moratorium als eerste stap richting volledige afschaffing van de
doodstraf.2
Dergelijke verklaringen zijn vaker uitgegaan, zoals bijvoorbeeld op 17 en 28 januari
2019, 5 november 2018 en 27 oktober 2017. Binnen relevante EU Raadswerkgroepen wordt
de mensenrechtensituatie in Bahrein met regelmaat besproken.
Vraag 7, 8 en 9
Hoe vaak heeft u tot nu toe mensenrechtenschendingen in Bahrein geagendeerd bij de
VN-Mensenrechtenraad? Met welke landen hebt u daarbij opgetrokken? Hoe schetst u het
draagvlak in de VN-Mensenrechtenraad?
Bent u bereid het voortouw te nemen in de VN-Mensenrechtenraad om te komen tot een
gezamenlijke verklaring over de mensenrechtenschendingen in Bahrein?
Wanneer en in welke gremia (waaronder de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,
de VN-Veiligheidsraad, de VN-Mensenrechtenraad, de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa) heeft u stappen ondernomen om mensenrechtenschendingen in
Bahrein te veroordelen? Hoe is uw inzet daar ontvangen?
Antwoord 7, 8 en 9
Het kabinet zet zich in internationale gremia, waaronder de VN-Mensenrechtenraad,
in om zorgelijke mensenrechtensituaties waar ook ter wereld aan te kaarten. Nederland
steunt actief de periodieke landen-examens van de VN op het gebied van de mensenrechten
(de zogeheten Universal Periodic Reviews -UPR-) en de opvolging van de aanbevelingen door de deelnemende landen. Bahrein werd
tijdens de laatste UPR stevig aangesproken op de krimpende ruimte voor het maatschappelijk
middenveld, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en demonstratie,
en opgeroepen tot de instelling van een moratorium op de doodstraf. De volgende UPR
voor Bahrein staat gepland voor 2022.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.