Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie (ingezonden 24 juli 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 23 september 2019).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het drieluik: «Overvolle huizen en toeterende busjes»?1
Antwoord 1
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Het
kabinet pakt misstanden bij arbeidsmigranten aan en bevordert goede arbeidsvoorwaarden
en arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten en goed werkgeverschap bij bedrijven.
Het is belangrijk dat arbeidsmigranten goed worden gehuisvest en fatsoenlijk worden
behandeld, zonder dat dit overlast oplevert voor de buurt.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie (lage
lonen, hoge huren, uitbuiting, slechte huisvesting) onevenredig wordt afgewenteld
op Haagse woonwijken, zoals die rond het Kaapseplein? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 2
Ik herken dat de gevolgen zich voordoen in stedelijke wijken, maar dit speelt evengoed
in gemeenten met een meer plattelandskarakter waardoor ik geen specifiek beeld over
evenredigheid heb. Misstanden als onderbetaling, slechte huisvestingsomstandigheden
en in sommige gevallen zelfs uitbuiting, zouden in Nederland geen plaats moeten hebben
zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief van 21 juni. jl. Ik werk daarom samen met
de Minister en Staatssecretaris van BZK, de Staatssecretaris van EZK en de Staatssecretaris
van SZW aan de uitwerking van de aanpak van misstanden bij EU-arbeidsmigranten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de aanwezigheid van arbeidsmigranten in dergelijke woonwijken
een wissel trekt op Haagse overheidsinstanties zoals de reiniging, bewaking en de
Pandbrigade? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 3
In algemene zin geldt dat als zich meer mensen in Nederland vestigen, of dit nu in
een stad of op het platteland is, het beroep op overheidsinstanties of de druk op
voorzieningen ook toeneemt.
Het is aan gemeenten, werkgevers en huisvesters om gezamenlijk afspraken te maken
over voldoende en kwalitatieve huisvesting zonder dat dit leidt tot overlast of sociale
ontwrichting. Een voorbeeld van een initiatief van een gemeente om de leefbaarheid
en veiligheid in de wijken te verbeteren is de door u genoemde Pandbrigade in Den
Haag. Uiteraard zou het ideaal zijn als een dergelijke brigade niet zou hoeven te
bestaan, maar er wordt geen wissel getrokken op de Pandbrigade. Het is immers de reden
waarom zij bestaan.
Vraag 4
Deelt u de mening dat wanneer overheidsinstanties overbelast raken dit de ruimte biedt
om door te gaan met wanpraktijken als huisjesmelken en/of uitbuiting van dagloners?
Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 4
In algemene zin herken ik dat we moeten waken voor mechanismes en verdienmodellen
waarbij de voordelen privaat zijn en de nadelen op het collectief worden afgewenteld.
Het tegengaan van dergelijke mechanismes verdient aandacht en kan zeker niet aan de
achterkant via handhaving worden voorkomen of opgelost. Daarom is bijvoorbeeld met
het traject Goed Verhuurderschap gestart. Ook wordt bezien of gemeenten en de Stichting
Normering Flexwonen en de Inspectie SZW nog meer aan de voorkant problemen kunnen
voorkomen. Dit laat onverlet dat handhaving onontbeerlijk is en dat het belangrijk
is dat er voldoende handhaving plaatsvindt door zowel lokale overheden als landelijke
diensten. Om die reden heeft het kabinet een aanzienlijke versterking van de inspectie
SZW in gang gezet.
Vraag 5
Ziet u de mogelijkheid om kosten die gemaakt worden door overheidsdiensten als gevolg
van de hoge concentratie arbeidsmigranten te verhalen op de veroorzakers ervan, i.c.
de verhuurders/werkgevers? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 5
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie.
Ik deel de mening niet dat arbeidsmigranten voornamelijk een kostenpost zouden zijn.
Het vrij verkeer van werknemers binnen de EU draagt bij aan onze welvaart en de bijdrage
van arbeidsmigranten is essentieel voor de continuïteit in bepaalde sectoren. Misstanden
moeten uiteraard worden aangepakt, maar dit betekent niet dat arbeidsmigratie altijd
een last is of een probleem vormt.
Vraag 6
Acht u het wenselijk dat de in het artikel genoemde arbeidsmigranten als dagloner
worden geëxploiteerd? Deelt u de mening dat dit een uitwas van doorgeslagen flex is?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Uit het artikel kan ik niet opmaken dat er sprake is van arbeidsuitbuiting of doorgeslagen
flex bij de genoemde arbeidsmigranten. Er worden verschillende misstanden aangekaart,
voornamelijk op het gebied van huisvesting en leefbaarheid van de buurt, met verschillende
oorzaken. In het actieplan van het kabinet, worden de verschillende misstanden integraal
aangepakt en wordt er goed naar de verschillende oorzaken gekeken die de problemen
veroorzaken, zodat de acties goed passen bij de aanpak van de problematiek.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het onwenselijk is als arbeidsmigranten worden «afgeleverd»
bij de daklozenopvang? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 8
Ja, dat is zeer onwenselijk. Ook als werkgevers geen formele verplichting hebben om
hun werknemers te helpen bij het vinden van huisvesting, ben ik wel van mening dat
werkgevers – zeker wanneer mensen uit het buitenland aankomen – kunnen helpen bij
het op voorhand zekerstellen dat (beoogd) werknemers worden voorzien in woonruimte
dan wel de verantwoordelijkheid nemen hen te helpen bij het zoeken naar woonruimte.
Vraag 7 en 9
Aangezien het overgrote deel van de in het artikel genoemde werknemers niet bestaat
bij de officiële instanties, welke stappen onderneemt u om deze mensen te laten registreren?
Wanneer mensen in een zogeheten «matrassenwoning» worden ondergebracht en wanneer
deze mensen niet geregistreerd staan, hoe denkt u bij een calamiteit zoals een uitslaande
brand naar behoren te kunnen handelen?
Antwoord 7 en 9
Voor EU-arbeidsmigranten die korter dan vier maanden (in zes maanden) in Nederland
(denken te) verblijven, is er geen verplichting zich te laten registreren in de Basisregistratie
Personen (BRP). Zoals in de brief van 21 juni over de aanpak van misstanden EU-migranten
is beschreven, leidt het niet registreren tot knelpunten. Om meer zicht te krijgen
op waar arbeidsmigranten in Nederland verblijven heeft een aantal jaren een pilot
gelopen bij gemeenten met het registreren van het eerste verblijfsadres (pilot REVA,
Registratie Eerste Verblijfsadres). Deze pilot is geëvalueerd waarbij bleek dat het
eerste verblijfsadres onvoldoende betrouwbaar is. Vaak wordt een tijdelijk adres opgegeven
en is de betreffende persoon daar al gauw weer vertrokken, of er wordt een algemeen
adres opgegeven (bijvoorbeeld van een werkgever).
Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om te bevorderen dat arbeidsmigranten zich
tijdig als ingezetene registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Daarbij gaat
het kabinet ook met werkgevers in gesprek over hun rol bij de registratie in de BRP.
Meer zicht op waar arbeidsmigranten verblijven is ook van belang om goed te kunnen
reageren bij calamiteiten.
Vraag 10
Constaterende dat in deel twee van het drieluik woningen worden beschreven waar in
vroegere tijden het bordje «onbewoonbaar verklaarde woning» aan de gevel werd opgehangen,
gaat u gemeenten oproepen om pandeigenaren aan te schrijven met de verplichting om
de woning(en) te renoveren? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 10
Het is primair de verantwoordelijkheid van de eigenaar van een gebouw om ervoor te
zorgen dat dit gebouw aan de eisen op grond van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012
voldoet. De afweging of herstelmaatregelen voor een woning noodzakelijk zijn moet
op lokaal niveau gemaakt worden, gemeenten kunnen handhaven op grond van eigen waarnemingen
of handelen naar aanleiding van een handhavingsverzoek. Gemeenten hebben de bevoegdheden
om pandeigenaren te verplichten om verbeteringen aan de woning uit te voeren. Wanneer
de pandeigenaar de verbeteringen niet binnen de gestelde termijn uitvoeren kan het
college van burgemeester en wethouders overgaan tot het opleggen van een last onder
dwangsom of een last onder bestuursdwang.
Vraag 11
Deelt u de mening dat de in deel drie gedane uitspraak: «De zelfregulering van de
markt is mislukt», de spijker op zijn kop is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Dergelijke generieke uitspraken wil ik zeker niet voor mijn rekening nemen. Overigens
geldt onverkort, ook bij vormen van zelfregulering, dat bij het constateren van wetsovertreding,
bestuursrechtelijke handhaving kan plaatsvinden.
Vraag 12
Omdat steeds vaker het argument wordt gebruikt dat arbeidsmigranten nodig zijn «voor
onze welvaart», deelt u de mening dat dit argument verwerpelijk is, omdat het impliceert
dat «onze welvaart» gebaseerd is op uitbuiting van arbeidsmigranten?
Antwoord 12
Nee, ik deel deze mening niet. Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan
de Nederlandse (kennis)economie, innovatieve slagkracht en concurrentiepositie en
zijn essentieel voor de continuïteit in bepaalde sectoren.2 Er komen nog te vaak misstanden voor en die willen we ook als kabinet integraal aanpakken.
Dit betekent echter niet dat alle arbeidsmigranten worden uitgebuit.
Vraag 13
Wat is uw reactie op het artikel: «Controles in zes gemeenten leren huisvesting nog
vaak niet op orde»? Hoe gaat u de controle op huisvesting verbeteren?3
Antwoord 13
Ik vind het goed dat dergelijke integrale controles worden uitgevoerd. Het zou uiteraard
nog mooier zijn als deze niet nodig zijn. De controle van huisvesting is aan gemeenten.
Zij kunnen bijvoorbeeld controleren op basis van het Bouwbesluit en op het bestemmingsplan.
Wanneer sprake is van een SNF-keurmerk, worden er ook (reguliere) controles uitgevoerd
door SNF.
Vraag 14
Wat onderneemt u tegen sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie?
Antwoord 14
De komst van grote groepen arbeidsmigranten in een wijk, kan voor spanningen zorgen
in de buurt. Gemeenten kunnen in gesprek met huisvesters en werkgevers gezamenlijk
bepalen welke plekken geschikt kunnen zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten
en daarbij rekening houden met de sociale cohesie in de buurt.
Voor de uitvoering van de motie Segers en Jasper van Dijk ben ik gesprek met VNO NCW
en MKB Nederland om werkgevers met veel arbeidsmigranten te stimuleren om zich aan
te sluiten bij het Taalakkoord. Beheersing van de Nederlandse taal bevordert immers
de integratie in de samenleving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.